Diaken
[dropcap style=” “]D[/dropcap]De functie van de diaken komt tegenwoordig alleen tot uitdrukking in de liturgie, waarbij zij als helpers van de priester en/of bisschop fungeren tijdens de kerkdiensten. Echter is de taak van de diaken veel meer dan dit, en dit wordt dan ook duidelijk als wij teruggaan naar de Bijbel. Het woord diaken komt namelijk van het Griekse diakon en betekent: iemand die dienst verleent.
In Christus
Zo leert Christus ons in Mattheüs 25:34-40 dat wij de zieken, armen, vreemdelingen en gevangenen moeten dienen. In Handelingen 6 lezen wij dat er bovendien zeven diakenen (diakonos) waren aangesteld om de gemeenschap, die exponentieel groeide en er te weinig geestelijke leiders waren aangesteld om deze gemeenschap te kunnen blijven dienen.
Al het gezag in de hemel en op aarde is mij gegeven
en zoals mijn Vader mij heeft gezonden, zend ik jullie.
Ga daarom, onderwijs alle volken en doop hen in de naam van de Vader,
van de Zoon en van de Heilige Geest,
en leer hun alles te onderhouden wat ik jullie heb geboden.
En zie, ik ben alle dagen met jullie tot aan het einde van de wereld. Amen.
Taken van de diaken
Mor Ephrem de Syriër was zelf ook een diaken. Hij staat voornamelijk bekend om zijn theologische kennis en rijke bijdrage aan liturgische leerdichten – zoals zijn mimre en madroshe – maar helaas is er minder bekendheid over zijn taak als diaken. Mor Ephrem was namelijk niet alleen een theoloog, een docter van de Kerk, maar hij was ook een ziekenverzorger en opende een hospice met 300 bedden waar hij voor de zieken, de armen en de hongerigen zorgde. Er wordt zelfs beweerd dat dit ook uiteindelijk zijn dood werd en zo heeft hij net als Mor Stefanus, de hoofd van de diakenen, als getuige van het koninkrijk Gods, zijn leven gegeven om anderen tot dienst te staan. Een diaken, zoals Mor Stefanus en Mor Ephrem dat waren, hebben dus niet alleen een maatschappelijke functie: hulp bieden bij de maaltijdvoorziening en voor de armen en zieken zorgen. Maar een diaken heeft ook een liturgische functie: het assisteren van de bisschoppen en priesters bij de Goddelijke Liturgie (de gemeenschappelijke maaltijd) en de andere liturgische diensten. De diaken hoort dus niet alleen de priester en/of bisschop te ondersteunen tijdens de liturgische diensten, maar ook buiten de ‘kerk’ om.
__
Rangen van het diakenschap
De Syrisch-orthodoxe kerk onderscheidt 5 rangen binnen het diakenschap, de eerste drie daarvan behoren tot de lagere orde, de laatste twee tot de hogere orde.
- Cantor(es) (mzamrono/mzamronito)
De cantor(es), oftewel zanger(es) neemt deel uit van een van de koren (gude) in de kerk in het qestrumo (dit bevind zich tussen het altaarruimte en het schip). Doordat het volk niet volledig deelneemt an de gezangen, is deze rang in de kerk gekomen. De zangers dragen de alb (kutino) zonder de stola (uroro) en de zangeressen dragen daarbij een hoofdsluier. Bij afwezigheid van alle overige rangen mag de cantor(es) het altaar op om liturgische handelingen te verrichten.
- Lector (qoruyo)
In de vroege Syrisch-orthodoxe kerk was er de bema – dit was een kleine verhoging midden in de kerk – vanuit waar de Bijbel werd voorgelezen. De taak van de lector is om de Bijbel (met uitzondering van het Evangelie) voor te lezen, dit kan het Oude Testament zijn, Handelingen of een van de brieven uit het Nieuwe Testament. Lezers dragen de uroro in de vorm van een kruis op hun rug. Bij afwezigheid van de diaken en subdiakens mogen de lectors het altaar op om liturgische handelingen te verrichten.
- Subdiaken (afudyaqon)
In het verleden was de taak van de subdiakenen beperkt tot het bewaken van de deuren van de kerk tijdens de Goddelijke Liturgie, om te voorkomen dat de ongelovigen zouden participeren aan de Goddelijke maaltijd en om de orde in de Kerk te bewaren. Tegenwoordig assisteren de subdiakens de diakenen: zij zijn vaak toegewezen als koorleider en het onderwijzen van de dienaars van de lagere ordes en dienaars in wording. Zij kunnen daarbij de overige liturgische handelingen uitvoeren, zoals het dragen van de kaarsen en liturgische waaiers etc. De subdiakens dragen de uroro over hun linkerschouder en om de nek gevouwen.
___
- Diaken/Diakones (mšamšono (dyaqon)/mšamšonito (bat-qyomo)
De diaken is de directe assistent van de priester en heeft een liturgisch en missionair functie: Hij helpt de priester zijn liturgische kleding aan te trekken; hij neemt de taak van de priester over om te bewieroken; hij instrueert, dirigeert en roept de gelovige gemeenschap op in het gebed; hij mag uit het Evangelie lezen; de preek uitvoeren; communie uitdelen aan de gelovigen en in noodzakelijke gevallen dopen en zalven. De diaken heeft daarnaast een spiritueel en maatschappelijk functie: hij mag met of zonder priester op huis-, ziekenhuis- en gevangenisbezoek gaan waarbij hij geestelijke hulp kan bieden. Ook als er geen priester is, mag hij voorgaan in kerkelijke en publiekelijke gebeden met uitzondering op het geven van de liturgische zegen en het bedienen van de Mysteries. De diaken draagt in de kerk de uroro over de linkerschouder en buiten de kerk wanneer hij in functie is een martuto (zwart gewaad).
De diakones mag het altaar op om liturgische handelingen uit te voeren en uit het Evangelie te lezen. Zij mag i.p.v. de priester vrouwen dopen en in noodzaak de Eucharistie delen aan vrouwen en kleine kinderen. Ook de diakones heeft een spiritueel en maatschappelijk functie: zij zorgt voor de armen, zieken, wezen en de weduwen. De bnay- en bnot-qyomo bestonden al in de tijd van Mor Efrem en zijn vergelijkbaar met de hedendaagse kloosterlingen. Mor Efrem richtte een koor van bnot-qyomo (mv. van bat-qyomo) op om het meeste van zijn hymnen te zingen. Echter, wordt sinds de 13de eeuw de vrouw van de priester de bat-qyomo genoemd en zijn haar taken zo goed als vervallen.
- Aartsdiaken (arkudyaqon)
De aartsdiaken is de directe assistent van de bisschop, waarvan per bisdom er maar een is: Hij heeft de leiding met betrekking tot de organisatie van alle gebeden en kerkelijke aangelegenheden; hij moet alle geschillen tussen de diakenen binnen het bisdom oplossen; hij zorgt ervoor dat de geestelijkheid en eerbied in de kerk en het bisdom behouden blijft. Aartsdiakens dragen de uroro (stola) om beide schouders en de hals. Ze dragen ook een zunoro (gordel) en zende (polsband), vergelijkbaar als de priester.
Functie van de diaken
De Kerk heeft vanaf het begin van de Apostolische tijd de dienst aan de naaste als een van haar belangrijkste taken gezien.De diakenen uit Handelingen waren in eerste instantie dienaren die voor de maaltijden en andere levensmiddelen/voorzieningen moesten zorgen, terwijl de Apostelen verder fungeerden als bisschoppen en priesters. Daarbij kunnen wij in Handelingen 7 lezen dat Stefanus, hoofd van de diakenen, het Woord van God ook zelf verkondigden en in Handelingen 8 dat de diaken Fillipus, de Ethiopiër na het verkondigen ook doopte.
Liefdadigheid, in het Grieks agape en in het Latijn caritas, is in de Christelijke theologie de belangrijkste deugd (1 Kor. 13:13). Jezus maakt duidelijk dat liefde een offergave van jezelf is en daarmee het beeld is van de liefde van God voor de mensen: ‘Geen groter liefde kan iemand geven dan deze, dat hij zijn leven geeft voor zijn vrienden’ (Johannes 15:13). Jezus gaf hierin het voorbeeld, in dat Hij Zichzelf door Zijn kruisdood Zijn leven heeft gegeven en ook de martelaren/heiligen gaven hun leven voor het geloof in Jezus. Wij zijn geroepen om ons kruis te dragen en navolgers te worden van Christus (Mattheüs 6:25). Dit betekent niets meer dan dat wij ons volledig toe moeten wijden aan God en uit liefde voor Hem onszelf opofferen om anderen te dienen.
De onvoorwaardelijk liefde gaat dus zo ver als ons leven letterlijk geven voor onze naasten, en wie onze naasten zijn wordt ons geleerd in het verhaal van de barmhartige Samaritaan (Lucas 10:30-37). In deze passage leren wij wie onze naasten zijn, namelijk, al onze medemensen; het zou geen verschil mogen uitmaken betreft de etniciteit, geloof of geslacht aan wie deze barmhartige daad geschonken moeten worden.