Qurobo Alohoyo
[dropcap style=” “]D[/dropcap]e Qurobo Alohoyo (‘Goddelijke Eucharistie’) is de levende gedachtenis van Christus, die Zijn leven voor ons gaf en tot Leven is opgestaan om ons te verlossen van onze zonden. Dat is de grootste gift die God ons heeft gegeven: door zijn eucharistisch Lichaam (Hemels Brood) en Bloed (Geestelijk Drank) heeft de HEER de mensheid het eeuwige leven gegeven
Het Woord
God is het Woord (Johannes 1:1) en het Woord is Leven (1 Johannes 1:1). Dichter bij het Woord van God kunnen wij niet komen dan tijdens de Heilige Liturgie. Dit is omdat wij tijdens de Qurobo Alohoyo één kunnen worden met God (één Lichaam in Christus) door het nemen van de Communie. Dat is het Mysterie waar wij aan deelnemen. God heiligt ons met Zijn Lichaam en Bloed en is een Licht in ons. Hij geeft ons de kracht en de wijsheid om te volharden in het leven. Middels Zijn liefde voor ons kunnen wij God prijzen en van onze naasten houden
Indeling Heilige Liturgie
De Qurobo Alohoyo bestaat uit verschillende delen en volgt de indeling zoals uitgelegd door Christus in o.m. Mattheüs 26:20-29 (begin) en Lucas 24 (eind). Een gebruikelijke indeling van de Qurobo Alohoyo kan zijn de opening en sluiting van de gordijnen. Een andere indeling is het onderscheid tussen het Liturgie van het Woord (Openingsgebed tot en met ‘Nqum shafir’) en de Liturgie van de Eucharistie.
De Heilige Liturgie van de Syrisch Orthodoxe kerk is wellicht een van de rijkste binnen het gehele christendom, met ongeveer 80 Anaphora’s (eucharistische gebeden), waaronder die van de heilige Jakobus, de Broer van de HEER en van Mor Dionysius Bar Salibi. Hiervan worden er tegenwoordig ongeveer 12 gebruikt. De gebruikelijke Syrische term voor de liturgie is qurobo (ܩܘܪܒܐ), wat vertaald kan worden als ‘toegankelijkheid’ of qurbono (ܩܘܪܒܢܐ), wat vertaald kan worden als ‘offer’
i) Liturgie van het Woord (pre-Anafora)
Met het opengaan van het gordijn begint de Qurobo Alohoyo. Dit gedeelte bestaat achtereenvolgens uit: de opening van de dienst, lezingen uit de Bijbel, een lang gebed dat Husoyo heet, de geloofsbelijdenis en Vredeswens. Met de ‘geloofsbelijdenis’ belijden wij dat wij geloven dat Christus de geschriften heeft vervuld en ons goede hoop heeft gegeven met Zijn opstanding. Tijdens de preek, die traditioneel gezien direct na de schriftlezingen plaatsvindt, leren wij als gemeenschap hoe wij de Bijbelpassages kunnen toepassen in ons eigen leven.
ii) Eucharistisch Gebed (Anafora)
Het Eucharistisch Gebed begint met de ‘vredewens’ (Shlomo), een eerste gebed over het volk en het wegnemen van de doek waarmee de pateen en de kelk zijn toegedekt. Daarna zegent de priester het volk en roept hij hen op om hun harten tot God in den hoge te verheffen. Vervolgens wordt door alle gelovigen een dankgebed gezongen. Hierna volgt het hart van de Eucharistieviering: de gedachtenis van het Laatste Avondmaal en de aanroeping van de Heilige Geest. De Heilige Geest daalt neer op de gaven van het brood en de wijn om ze tot het sacramentele Lichaam en Bloed van de HEER te maken. De priester rijkt de communie uit aan de gelovigen en zegt daarbij
‘De vergiffenis schenkende Gmurto van het Lichaam en Bloed van Christus onze God wordt gegeven aan deze gelovige, tot vergiffenis van schulden en vergeving van zonden in deze én in de komende wereld tot in de eeuwen der eeuwen’.
Met een slotzegen vertrouwt de priester de gemeenschap aan Gods genade toe, bidt hij voor hen (‘vergeef ons onze zonden’) en stuurt hij de gemeenschap vervolgens ‘in vrede, vol vreugde en blijdschap’ naar huis
Heilige Eucharistie
De Qurobo Alohoyo is de persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van de Ware God die voor ons geboren, gestorven en verrezen is. Wij herdenken Zijn leven, lijden en hemelvaart van begin tot eind en belijden dat wij uitkijken naar Zijn Tweede Komst. Tijdens het nemen van de Communie worden wij één met God (‘Theosis’). Wij danken God voor Zijn barmhartigheid en genade, die ons in staat stelt om Zijn Lichaam en Bloed tot ons te mogen nemen. Om die reden heet deze liturgie ook wel de Liturgie van de Eucharistie. Eucharistie betekent namelijk letterlijk ‘Dankzegging’. Daarnaast smeken wij tijdens de Qurobo Alohoyo God om Zijn ontferming, alsook om Zijn Liefde en vergeving te schenken aan de gelovige overledenen en levenden. Door het ontvangen van de Communie verkrijgen wij vergiffenis van onze zonden en toegang tot het eeuwige Leven.
Liturgische traditie
Het vieren van de liturgie is in de Syrisch-orthodoxe traditie de vervulling van de menselijke roeping. Het aanbidden en danken van God is de kern van het Christen-zijn. Mor Ephrem legt in zijn Paradijsverhaal uit dat de mens is geschapen door God om zijn Schepper lof aan te bieden (Kolossenzen 1:16) als hogepriester van heel de Schepping (Genesis 1:26). Omdat Adam (en Eva) nog als een pasgeboren kind was, was het de bedoeling van God dat Adam Hem goed zou dienen (Mattheüs 25:21), totdat hij tot volwassenheid was gegroeid. Adams gebod was het onderhouden van het Woord van God. God gebood Adam om Hem te gehoorzamen en om niet van de vrucht van de Boom van kennis van Goed en kwaad te eten (Genesis 2:16). Op het juiste moment – wanneer Adam Gods gebod als een wierookvat zou onderhouden zoals een priester geurige wierook onderhoudt (Leviticus 16:12 en Lucas 1:5) – kon hij van de vrucht van de Boom van kennis van Goed en kwaad eten. Vervolgens was het de bedoeling dat Adam en Eva het eeuwige leven zouden verkrijgen door de vrucht van de Boom van Leven te plukken (Genesis 2:22). Echter, Adam zondigde door zijn weigering om zijn priesterlijke, dus liturgische roeping na te komen. Het doel van de mens is sinds Adams verwijdering uit het Paradijs (Genesis 2:23) het onderhouden van de ware eredienst (Genesis 2:15), zijnde de Qurobo Alohoyo. De aardse liturgie is dus de vervulling van de Gods oorspronkelijke intentie om Hem lof te prijzen. Met de Qurobo Alohoyo wordt daarmee vooruitgelopen op de hemelse liturgie – waar de engelen onophoudelijk God lof prijzen
Paradijs
In het Paradijs was de mens sterfelijk noch onsterfelijk. Het vlees van Adam was gevuld met een ziel en gekleed met de Heilige Geest.
Theologische geschiedenis
Elke Qurobo Alohoyo is de viering van Christus’ Opstanding en daarmee een Paasviering. De twaalf discipelen kwamen op de eerste dag van de Schepping (zondag; ‘yawmo dhad bshabo‘) samen om het ‘brood te breken’ (Handelingen 2:42-46 en 20:7). De Heilige Apostel Paulus geeft aan dat dit ‘breken van brood’ refereert naar het Laatste Avondmaal waarbij het brood dat gebroken en tezamen met de drinkbeker uitgedeeld wordt, de deelname is aan het Lichaam en Bloed van Christus (1 Korintiërs 10:16).
Pascha
Het Christelijke Paasfeest kent zijn voorganger in het Joodse Paasfeest. Tijdens het Laatste Avondmaal vierden de twaalf discipelen samen met Christus het Joodse Paasfeest. Het woord ‘Pasen’ komt van het woord Pesach, hetgeen ‘voorbijgang’ (of: ‘overgang’) betekent. Op deze dag herdenkt het Joodse volk de uittocht uit Egypte en hun bevrijding van de slavernij (Exodus). De avond vooraf aan deze uittocht openbaarde God aan Mozes dat Hij alle eerstgeboren Egyptenaren met de dood zou treffen en dat het Joodse volk diezelfde nacht nog moest vluchten uit Egypte. Het Joodse volk kreeg de opdracht om een lam zonder gebreken te slachten, te braden en geheel op te eten. Het bloed van dit paaslam moest vervolgens op de deurposten bestreken worden. Wanneer de Engel van God in de nacht de voordeuren van de huizen in Egypte bezocht, ging Hij voorbij (Pascha) aan de huizen die met het lamsbloed besmeurd waren. Het Joodse volk werd door het bloed van dit paaslam verlost van de dood. Het Joodse volk moest bovendien een week lang ongezuurde broden eten; zij mochten het niet laten rijzen vanwege hun haastige vertrek. God gaf de opdracht aan het Joodse volk om deze uittocht ieder jaar te herdenken met een maaltijd — die ook wel de Pascha werd genoemd – waarbij het paaslam wordt geslacht en ongezuurde broden worden gegeten. Christenen eten echter niet ongezuurde broden, maar gerezen brood, omdat wij belijden dat Christus is gerezen.
Pasen
Pasen vindt elk jaar een week later plaats dan Pascha (14 Nisan), omdat Christus een week na het Joodse Pascha is opgestaan uit de dood. Tijdens het eten van de maaltijd tijdens het Laatste Avondmaal zei Christus: ‘Doe dit tot mij nagedachtenis‘ (Lucas 22:19). Hij brak hierbij het brood en refereerde naar Zijn lijden. Christus zelf werd namelijk de volgende ochtend het Paaslam dat geslacht werd: Hij is het Lam van God dat naar de slachting werd gebracht (Jesaja 53) en daarmee heeft Hij de zonden van de wereld weggenomen (Johannes 1:29). Het verschil tussen het Joodse Pascha en het Christelijke Pasen is dat wij niet ieder jaar een lam slachten ter vergeving van onze zonden. Christus, het Lam van God, is eens en voor altijd voor onze zonden gestorven en Zijn Opstanding heeft ons verlost van de dood. Christus heeft ons geboden om Zijn lijden, dood en opstanding actief te herdenken. Precies dat doen wij tijdens de Qurobo Alohoyo
Kerkelijke geschiedenis
De Qurobo Alohoyo is een geheel van gebeden en handelingen dat ‘Anafora van Mor Ya’qub, de Broeder van de HEER’ heet. Deze Syrische anafora is een vertaling van een oudere, Griekstalige Anafora van St. Jacobus, die vooral put uit de tradities van Jeruzalem en Antiochië. In de Eucharistieviering is onder meer de theologie van de Griekse Kerkvaders verwerkt.
Binnenkomst
Binnentreden van de kerk
Bij het binnentreden van de kerk zeggen wij: ‘Met ontzag en respect kom ik Uw huis binnen, en bied ik U mijn gelofte aan’. De misdienaren betreden na het ochtendgebed de Altaarruimte (‘madbho’) en zeggen daarbij: ‘In Uw huis HEER, God, ben ik binnengetreden. Voor Uw troon heb ik mij neergebogen. Hemelse Koning, vergeef mij van al mijn zonden, die ik jegens U heb begaan’ (‘l’baitok Aloho ‘eleth, waqdom bim diloch segdeth Malko shmayono haso li kul dahtith lok‘).
Madbho betreden
Het betreden van de Heilige Altaarruimte doen de priester en misdienaren met grote eerbied en na het uitdoen van hun dagelijkse schoenen. Het Heilige Altaar en de altaarruimte zijn immers de hemel (en de misdienaren zijn engelen). Dit verwijst terug naar het gebod van God. De HEER zei: ”Kom niet dichterbij’, waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig” (Exodus 3:5). ‘Heilig’ in deze zin betekent dat de dienaar volledig toegewijd is aan God. God gebood Mozes zijn leren sandalen uit te doen, omdat die staan voor de vleselijke wil van de mens die Mozes achter zich moest laten om de Wil van God te doen. De Wil van de HEER is immers hemels en niet aards.
In de praktijk trekken de misdienaren speciale schoeisels (slippers) aan. Bij het aantrekken van de slippers zeggen de priester en misdienaren: ‘Trek mij, HEER, God. het schoeisel aan van de voorbereiding van het Evangelie van vrede, zodat ik slangen en schorpioenen vertrap en héel de legermacht van de Vijand, tot in eeuwigheid’ (linkerschoen); en ‘HEER, God, druk onder mijn voetbank elke zelfverheffing neer die zich tegen uw kennis verheft, zodat ik door de hulp die van u uitgaat alle passies van vlees vertrap, tot in eeuwigheid’ (rechterschoen)
Wanneer de misdienaren de zuilen van het Altaar passeren, zeggen zij: ‘Bind het feestoffer vast met touwen tot aan de hoorns van het altaar. U bent mijn God, daarom zal ik U loven; mijn God, ik zal U roemen’ (Psalm 118:27-28). De misdienaren staan vervolgens links en rechts van de madbho, omdat de madbho het kruis en het graf van Christus is. In het graf van Christus stonden ook twee engelen in stralende gewaden (Lucas 24:4): één aan zijn hoofd (links) en één aan zijn voeten (rechts)
Liturgie van het Woord
De Liturgie van het Woord is het eerste deel van de Eucharistieviering. Liturgie betekent letterlijk ‘vereringsceremonie van het volk’. In de viering van de liturgie vervullen wij onze roeping als christenen, omdat de mens geschapen is om God te loven. Tijdens deze liturgie prijzen wij het mensgeworden Woord van God. Het Woord van God brengt Leven (Filippenzen 2:16) en Zijn Woord is geopenbaard aan de mensen (Mattheüs 5:2). In de Bijbellezingen wordt Zijn Woord over de hele wereld verkondigd.
Tijdens de voorbereiding op de Liturgie van het Woord (‘ochtendgebed’) zingt de gemeenschap de gezangen die bij die week horen en is het gordijn voor het altaar gesloten. De priester bereidt zich voor op de viering van de Goddelijke Liturgie en plaatst de gaven van brood en wijn op het altaar
Gordijn is gesloten
De Qurobo Alohoyo kan verdeeld worden in drie delen, die worden aangeduid door het openen en sluiten van het gordijn op het altaar. Het gordijn is in het begin van de Eucharistieviering gesloten omdat Christus nog niet is geopenbaard. Wij bevinden ons – liturgisch gezien – nog in het Oude Testament. Om die reden wordt uit het Oude Testament voorgelezen door een qoruyo
Lezing uit het Oude Testament
Handeling: De qoruyo geeft op dit moment aan uit welk boek van het Oude Testament hij voorleest, waaronder Genesis, Exodus, Samuel, Jesaja, Psalmen en Spreuken. Uit het Oude Testament wordt een tekst gelezen die bij de liturgische viering van de Qurobo Alohoyo hoort van die week volgens het Liturgisch jaar.
Nadat de qoruyo heeft aangeven uit welk boek van het Oude Testament hij voorleest, zegt het gelovige volk de woorden ‘Šubḥo l-Moreh…‘ om de HEER van het boek te prijzen
Uitleg: Het gelovige volk spreekt deze woorden, afkomstig uit Psalm 118:15, uit ter glorie van de HEER. De tent van de rechtvaardigen is de tabernakel van ontmoeting (Exodus 33:7). God de Vader daalde voor de komst van Christus in Zijn grote, hoge wolk neer en bleef bij de ingang van de tabernakel (ook wel: tent) staan. Toen sprak de HEER met Mozes als vriend in Zijn luide stem van Glorie en Verlossing. De Heilige Geest zong de Glorie en Verlossing van de HEER in de psalmist koning David. Dit zien wij wanneer David zelf door de Heilige Geest heeft gezegd: ‘De HEER heeft tegen mijn HEER gezegd: “Kom naast Mij zitten, totdat Ik je vijanden helemaal heb overwonnen“‘ (Marcus 12:36; Psalm 110:1). Ook in het Oude Testament is de Heilige Drie-Eenheid van God de Vader, God de Zoon en de Heilige Geest aanwezig. Koning David wordt geëerd omdat het Licht in zijn koningshuis voor altijd zal branden (2 Samuel 7:16) en de Verlosser (Messias) uit zijn nageslacht is gekomen (Mattheüs 1:1-25)
Volk: Een Stem van Glorie en Verlossing in de tent van de rechtvaardigen, de Heilige Geest zong het in David.
Amo: Qolo d-šubḥo wa-d-furqono b-maškno d-zadīqe. Ruḥqudšo b-Dawīd zemrat.
ܥܡܐ ܩܳܠܳܐ ܕܫܽܘܒܚܳܐ ܘܰܕܦܽܘܪܩܳܢܳܐ ܒܡܰܫܟܢܳܐ ܕܙܰܕܺܝ̈ܩܶܐ. ܪܽܘܚܩܽܘܕܫܳܐ ܒܕܰܘܺܝܕ ܙܶܡܪܰܬ݂
Uitleg: De qoruyo leest voor uit het Oude Testament, omdat Christus zowel in het Oude Testament is als in het Nieuwe Testament. Zijn Liefde, Vrede en Licht is te allen tijde aanwezig sinds het begin van de Schepping. Dat geldt ook de gehele Drie-Eenheid: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zo schiep God in den beginne de Hemel en de aarde (Genesis 1:1) en zweefde de Heilige Geest over het water (Genesis 1:2). De HEER Jezus Christus is uit de Vader geboren – niet geschapen – vóór alle eeuwen (Genesis 1:3) en één in de Drie-Eenheid
Misdienaar: Uit het boek (…). Zegen, HEER
Shamosho: Men sefro d'(…). Bareg Mor
ܡܫܡܫܢܐܡܶܢ ܣܶܦܪܳܐ ܕ…. ܒܰܪܶܟ݂ܡܳܪ
Uitleg: De barmhartigheid van de HEER is eeuwig en altijd aanwezig (Jakobus 5:11). In het Oude Testament zien wij deze barmhartigheid wanneer God Noah en zijn gezin spaart (Genesis 6:8), of wanneer Hij Jonas uitstuurt om Ninive te redden (Jona 3:10). De wetten die God aan Mozes heeft gegeven zijn bovendien niet bedoeld om de mens te straffen, maar om de mens in liefde en barmhartigheid terug te brengen bij God en Zijn Paradijs
Volk: Eer aan de HEER van de … . Moge Zijn barmhartigheid over ons zijn, tot in de eeuwigheid
Amo: Šubḥo l-Moreh (aw moroh) d-(…). Wa-clayn raḥmaw l-colmīn.
ܥܡܐܫܽܘܒܚܳܐ ܠܡܳܪܶܗ (ܐܰܘ ܠܡܳܪܳܗ̇) ܕ(…). ܘܰܥܠܰܝܢ ܪܰܚܡܰܘܗ̱ܝ ܠܥܳܠܡܺܝܢ܀
Uitleg: Voorbeeld: Exodus 8:16-32.
Deze Bijbellezing vindt plaats tijdens de week van de ‘Heling van de verlamde’. Deze week wordt gevierd op de derde zondag van het Grote Vasten (Tlithoyo d’Saumo). De gehele week staat in het thema van de zonde en genezing (Handelingen 3:1-10), (Efeziërs 5:3-21) en (Marcus 2:1-12). Er wordt door de qoruyo voorgelezen uit Exodus 8:16-32 omdat ook dit verhaal uit het Oude Testament ziet op de ziekte (van de farao en Egypte) en de genezing (van het volk door de exodus uit Egypte naar het Beloofde Land).
Ten aanzien van ziektes en gebreken in mensen, zegt Christus dat deze niet noodzakelijkerwijs het gevolg zijn van de zonde die een persoon heeft begaan, ‘maar dit is gebeurd, opdat de werken van God in hem geopenbaard zouden worden‘ (Johannes 9:3 en Johannes 11:4). Dat geldt ook voor de farao van Egypte: God bracht tien plagen – waaronder de dood van alle eerstgeborenen in de Pesachnacht – om de farao te bewegen om de Israëlieten te laten gaan (Exodus 6:6-7 en 12:31)
Misdienaar: Toen zei de HEER tegen Mozes: Zeg tegen Aäron: Strek je staf uit en sla het stof van de aarde, zodat het tot muggen wordt in heel het land Egypte.
En zo deden zij. Aäron strekte zijn hand met zijn staf uit en sloeg het stof van de aarde, en de muggen kwamen op de mensen en op de dieren. Al het stof van de aarde werd tot muggen, in heel het land Egypte.
De magiërs deden met hun bezweringen hetzelfde om muggen voort te brengen, maar zij konden het niet. De muggen zaten op de mensen en op de dieren.
Toen zeiden de magiërs tegen de farao: Dit is de vinger van God! Maar het hart van de farao verhardde zich, zodat hij niet naar hen luisterde, zoals de HEER gesproken had.
Toen zei de HEER tegen Mozes: Sta morgen vroeg op en ga voor de farao staan. Zie, wanneer hij naar het water toe gaat, moet u tegen hem zeggen: Zo zegt de HEER: Laat Mijn volk gaan, zodat zij Mij kunnen dienen.
Want als u Mijn volk niet laat gaan, zie, dan zal Ik steekvliegen op u, uw dienaren, uw volk en uw huizen afzenden, zodat de huizen van de Egyptenaren, en zelfs de grond waarop zij staan, vol steekvliegen zullen zijn.
Maar op die dag zal Ik de landstreek Gosen, waar Mijn volk woont, afzonderen, zodat daar geen steekvliegen zullen zijn, opdat u zult weten dat Ik, de HEER, in het midden van het land aanwezig ben.
Ik zal Mijn volk ervan vrijwaren en uw volk niet. Morgen zal dit teken gebeuren.
En zo deed de HEER: 1er kwam een zwerm steekvliegen in het huis van de farao, in de huizen van zijn dienaren en in heel het land Egypte. Het land werd door de steekvliegen te gronde gericht.
Toen riep de farao Mozes en Aäron, en zei: Ga heen, breng offers aan uw God in dit land.
Maar Mozes zei: Het is niet juist om dat te doen, want wij zouden aan de HEER, onze God, een offer kunnen brengen dat een gruwel voor de Egyptenaren is. Zie, als wij voor de ogen van de Egyptenaren een offer zouden brengen dat een gruwel voor hen is, zouden zij ons dan niet stenigen?
Laat ons drie dagreizen ver de woestijn ingaan, zodat wij aan de HEER, onze God, offers kunnen brengen, zoals Hij tegen ons zeggen zal.
Toen zei de farao: Ík zal u laten gaan, zodat u aan de HEER, uw God, in de woestijn offers kunt brengen. Alleen, ga beslist niet te ver weg! Bid vurig voor mij!
En Mozes zei: Zie, ik ga naar buiten, bij u vandaan, en zal vurig tot de HEER bidden dat de steekvliegen morgen van de farao, zijn dienaren en zijn volk geweken zullen zijn. Laat de farao alleen niet met bedriegen doorgaan door dit volk niet te laten gaan om de HEER offers te brengen.
Toen ging Mozes bij de farao weg, en hij bad vurig tot de HEER.
En de HEER deed overeenkomstig het woord van Mozes, en de steekvliegen weken van de farao, van zijn dienaren en van zijn volk. Niet één bleef er over.
Maar de farao maakte ook deze keer zijn hart onvermurwbaar: hij liet het volk niet gaan.
Shamosho: Wemar Moryo l’Mushe. Emar L’Arun:
ܡܫܡܫܢܐ ܘܶܐܡܰܪ ܡܳܪܝܳܐ ܠܡܽܘܫܶܐ. ܐܶܡܰܪ ܠܰܐܗܪܽܘܢ. ܐܰܪܺܝܡ ܚܽܘܛܪܳܟ݂ ܘܰܡܚܺܝ ܠܥܰܦܪܳܐ ܕܰܐܪܥܳܐ. ܘܢܶܗܘܶܐ ܩܰܠܡܳܐ ܒܟܽܠܳܗ̇ ܐܰܪܥܳܐ ܕܡܶܨܪܶܝܢ
ܘܰܥܒܰܕ݂ ܗܳܟܰܢܳܐ. ܘܰܐܪܺܝܡ ܐܰܗܪܽܘܢ ܐܺܝܕ݂ܶܗ ܒܚܽܘܛܪܶܗ. ܘܰܡܚܳܐ ܠܥܰܦܪܳܐ ܕܰܐܪܥܳܐ. ܘܰܗܘܳܬ݂ ܩܰܠܡܳܐ ܒܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܘܒܰܒܥܺܝܪܳܐ. ܘܟܽܠܶܗ ܥܰܦܪܳܐ ܕܰܐܪܥܳܐ ܗܘܳܐ ܠܶܗ ܩܰܠܡܳܐ ܒܟܽܠܳܗ̇ ܐܰܪܥܳܐ ܕܡܶܨܪܶܝܢ
ܘܰܥܒܰܕ݂ܘ ܗܳܟܰܢܳܐ ܐܳܦ ܚܰܖ̈ܳܫܶܐ ܒܚܰܖ̈ܫܰܝܗܽܘܢ. ܘܠܳܐ ܐܶܫܟܰܚܘ ܠܰܡܦܰܪܳܩܽܘܬ݂ܳܗ̇ ܠܩܰܠܡܳܐ. ܘܰܗܘܳܬ݂ ܩܰܠܡܳܐ ܒܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܘܒܰܒܥܺܝܪܳܐ
ܘܶܐܡܰܪܘ ܚܰܖ̈ܳܫܶܐ ܠܦܶܪܥܽܘܢ. ܨܶܒܥܶܗ ܗܺܝ ܕܰܐܠܳܗܳܐ. ܘܶܐܬ݂ܩܰܫܺܝ ܠܶܒܶܗ ܕܦܶܪܥܽܘܢ. ܘܠܳܐ ܫܡܰܥ ܐܶܢܽܘܢ. ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܶܐܡܰܪ ܡܳܪܝܳܐ
ܘܶܐܡܰܪ ܡܳܪܝܳܐ ܠܡܽܘܫܶܐ. ܩܰܕܶܡ ܒܨܰܦܪܳܐ ܘܩܽܘܡ ܩܕܳܡ ܦܶܪܥܽܘܢ. ܗܳܐ ܢܳܦܶܩ ܠܡܰܝ̈ܳܐ. ܘܶܐܡܰܪ ܠܶܗ. ܗܳܟܰܢܳܐ ܐܳܡܰܪ ܡܳܪܝܳܐ. ܫܰܕܰܪ ܠܥܰܡܝ ܘܢܶܦܠܚܰܢܝ
ܘܶܐܢ ܠܳܐ ܨܳܒܶܐ ܐܰܢ̱ܬ ܠܰܡܫܰܕܳܪܽܘ ܠܥܰܡܝ. ܗܳܐ ܡܫܰܕܰܪ ܐ̱ܢܳܐ ܥܠܰܝܟ. ܘܥܰܠ ܥܰܡܳܟ݂. ܘܥܰܠ ܒܰܝܬܳܟ݂. ܥܰܪܽܘܒܳܐ ܕܟܽܠ ܓܢܶܣ. ܘܢܶܬ݂ܡܠܽܘܢ ܒ̈ܳܬܶܐ ܕܡܶܨܖ̈ܳܝܶܐ ܥܰܪܽܘܒܳܐ. ܐܰܝܟ݂ ܐܰܪܥܳܐ ܕܗܶܢܽܘܢ ܥܠܶܝܗ̇
ܘܶܐܦܪܽܘܫ ܒܝܰܘܡܳܐ ܗܰܘ ܠܰܐܪܥܳܐ ܕܓܶܫܳܢ. ܕܥܰܡܝ ܝܳܬ݂ܒܺܝܢ ܒܳܗ̇. ܕܠܳܐ ܢܶܗܘܶܐ ܬܰܡܳܢ ܥܰܪܽܘܒܳܐ. ܡܶܛܽܠ ܕܬܶܕܰܥ ܕܶܐܢܳܐ ܐ̱ܢܳܐ ܡܳܪܝܳܐ ܒܓܰܘܳܗ̇ ܕܰܐܪܥܳܐ
ܘܶܐܥܒܶܕ ܦܽܘܪܫܳܢܳܐ ܒܶܝܬ݂ ܥܰܡܝ ܠܥܰܡܳܟ݂. ܘܰܡܚܳܪ ܬܶܗܘܶܐ ܐܳܬܳܐ ܗܳܕ݂ܶܐ
ܘܰܥܒܰܕ ܡܳܪܝܳܐ ܗܳܟܰܢܳܐ. ܘܰܐܝܬܺܝ ܥܰܪܽܘܒܳܐ ܕܬܰܩܺܝܦ ܠܒܶܝܬ݂ ܦܶܪܥܽܘܢ ܘܰܠܒܶܝܬ݂ ܥܰܒܕܰܘ̈ܗܝ. ܘܰܒܟܽܠܳܗ̇ ܐܰܪܥܳܐ ܕܡܶܨܪܶܝܢ. ܘܶܐܬ݂ܚܰܒܠܰܬ݂ ܐܰܪܥܳܐ ܡܶܛܽܠ ܥܰܪܽܘܒܳܐ
ܘܰܩܪܳܐ ܦܶܪܥܽܘܢ ܠܡܽܘܫܶܐ ܘܠܰܐܗܪܽܘܢ. ܘܶܐܡܰܪ ܠܗܽܘܢ. ܙܶܠܘ ܕܰܒܰܚܘ ܩܕܳܡ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰܠܳܗܟܽܘܢ ܒܰܐܪܥܳܐ
ܘܶܐܡܰܪ ܡܽܘܫܶܐ. ܠܳܐ ܫܰܦܺܝܪ ܠܡܶܥܒܰܕ ܗܳܟܰܢܳܐ. ܡܶܛܽܠ ܕܡܶܢ ܛܰܢܦܽܘܬܳܐ ܕܡܶܨܖ̈ܳܝܶܐ ܡܕܰܒܚܺܝܢܰܢ ܠܡܳܪܝܳܐ ܐܰܠܳܗܰܢ. ܘܶܐܢ ܕܳܒܚܺܝܢܰܢ ܕܶܚ̈ܠܳܬܳܐ ܕܡܶܨܖ̈ܳܝܶܐ ܠܥܺܝܢܰܝ̈ܗܽܘܢ. ܪܳܓܡܺܝܢ ܠܰܢ
ܡܰܪܕܶܐ ܬܠܳܬܳܐ ܝܰܘܡܺܝ̈ܢ ܢܺܐܙܰܠ ܒܡܰܕ݂ܒܪܳܐ. ܘܰܢܕܰܒܰܚ ܠܡܳܪܝܳܐ ܐܰܠܳܗܰܢ. ܐܰܝܟ݂ ܕܢܺܐܡܰܪ ܠܰܢ
ܘܶܐܡܰܪ ܦܶܪܥܽܘܢ. ܐܶܢܳܐ ܐܶܫܰܕܰܪܟܽܘܢ. ܘܰܬܕܰܒܚܽܘܢ ܠܡܳܪܝܳܐ ܐܰܠܳܗܟܽܘܢ ܒܡܰܕ݂ܒܪܳܐ. ܒܰܠܚܽܘܕ݂ ܡܰܪܚܳܩܽܘ ܠܳܐ ܬܶܪܚܩܽܘܢ ܠܡܺܐܙܰܠ. ܘܨܰܠܰܘ ܐܳܦ ܥܠܰܝ
ܘܶܐܡܰܪ ܡܽܘܫܶܐ ܠܦܶܪܥܽܘܢ. ܗܳܐ ܢܳܦܶܩ ܐ̱ܢܳܐ ܡܶܢ ܠܘܳܬ݂ܳܟ݂. ܘܶܐܨܰܠܶܐ ܩܕܳܡ ܡܳܪܝܳܐ. ܘܢܰܦܪܶܩ ܥܰܪܽܘܒܳܐ ܡܶܢ ܦܶܪܥܽܘܢ. ܘܡܶܢ ܥܰܒܕܰܘ̈ܗܝ. ܘܡܶܢ ܥܰܡܶܗ ܡܚܳܪ. ܒܰܠܚܽܘܕ݂ ܕܠܳܐ ܢܰܘܣܶܦ ܦܶܪܥܽܘܢ ܠܰܡܕܰܓܳܠܽܘ. ܕܠܳܐ ܢܫܰܕܰܪ ܠܥܰܡܳܐ ܘܰܢܕܰܒܚܽܘܢ ܠܡܳܪܝܳܐ
ܘܰܢܦܰܩ ܡܽܘܫܶܐ ܡܶܢ ܠܘܳܬ݂ ܦܶܪܥܽܘܢ. ܘܨܰܠܺܝ ܩܕܳܡ ܡܳܪܝܳܐ
ܘܰܥܒܰܕ݂ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܡܶܠܬܶܗ ܕܡܽܘܫܶܐ. ܘܰܦܪܰܩ ܥܰܪܽܘܒܳܐ ܡܶܢ ܦܶܪܥܽܘܢ. ܘܡܶܢ ܥܰܒܕܰܘ̈ܗܝ. ܘܡܶܢ ܥܰܡܶܗ. ܘܠܳܐ ܐܶܫܬܚܰܪ ܐܳܦܠܳܐ ܚܰܕ݂
ܘܩܰܫܺܝ ܦܶܪܥܽܘܢ ܠܶܒܶܗ ܐܳܦ ܒܙܰܒܢܳܐ ܗܳܢܳܐ. ܘܠܳܐ ܫܰܕܪܶܗ ܠܥܰܡܳܐ
B-nuhrok
Handeling: Deze hymne markeert tegenwoordig het begin aan van de Qurobo Alohoyo. Bij het aansteken van de rechterkaars wordt ‘B-nuhrok ḥozeynan nuhro’ door de shamosho gezegd. De hymne ‘Ḥasyo w-qadīšo’ wordt gezegd wanneer links van het altaar een kaars wordt aangestoken.
N.B. Officieel maken deze twee hymnen geen onderdeel uit van de Qurobo Alohoyo (het begin van de pre-Anafora van Mor Yakub is namelijk de hymne van Mor Severius), maar zij worden veelal gezongen om de priester de tijd te geven om zich voor te bereiden op de viering van de Goddelijke liturgie
Uitleg: Gezien het feit dat het gelovige volk zich liturgisch gezien op dit moment nog in het Oude Testament bevindt, leven zij nog in duisternis – in de zonde, de dood en het kwaad. Christus is immers nog niet geopenbaard aan de mensheid (1 Johannes 2:8). Niet alleen de apostelen herkenden Christus niet (Lucas 24:15), maar zelfs de beproever wist tot het laatste moment niet wie Christus werkelijk is – om die reden vroeg hij tweemaal: ‘Als u de Zoon van God bent’ (Mattheüs 4:2-6). Wij erkennen in deze hymne dat Christus het Ware Licht is (Psalm 36:10), zoals Hij zelf zei: ‘Ik ben het Licht van de wereld, opdat iedereen die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft’ (Johannes 12:46)
Volk: In Uw licht zien wij licht, Jezus die vol is van licht. Want U bent het ware licht, die licht geeft aan de hele schepping. Verlicht ons met Uw wonderbaarlijk licht. De straal van de hemelse Vader.
Reine en Heilige, die woont in de woningen van licht: houd slechte verlangens en schandelijke gedachten ver van ons en geef ons met een zuiver hart werken van gerechtigheid te doen.
amo: B-nuhrok ḥozeynan nuhro, Yešuc mle nuhro. D-atu nuhro šarīro d-manhar l-kul beryon. Anhar lan b-nuhrok gayo, ṣemḥeh d-Abo šmayono.
Ḥasyo w-qadīšod-omarb-medyoray nuhro. Klī menan ḥaše bīše w-ḥušobe snayo. Hablan da-b-dakyut ne’bed ‘bode d-kinuto.
ܥܡܐ ܒܢܽܘܗܪܳܟ ܚܳܙܶܝܢܰܢ ܢܽܘܗܪܳܐ ܝܶܫܽܘܥ ܡܠܐܷ ܢܽܘܗܪܳܐ. ܕܰܐܢ̱ܬ ܗܽܘ ܢܽܘܗܪܳܐ ܫܰܪܺܝܪܳܐ. ܕܡܰܢܗܰܪ ܠܟܽܠ ܒܶܪ̈ܝܳܢ. ܐܰܢܗܰܪ ܠܰܢ ܒܢܽܘܗܪܳܟ ܓܰܐܝܳܐ. ܨܶܡܚܶܗ ܕܰܐܒܳܐ ܫܡܰܝܳܢܳܐ܀
ܚܰܣܝܳܐ ܘܩܰܕܺܝܫܳܐ ܕܥܳܡܰܪ ܒܡܶܕܝܳܪ̈ܰܝ ܢܽܘܗܪܳܐ. ܟܠܺܝ̣ ܡܶܢܰܢ ܚܰܫ̈ܶܐ ܒܺܝ̣̈ܫܶܐ ܘܚܽܘܫܳܒ̈ܶܐ ܣܢܰܝ̈ܳܐ. ܘܗܰܒܠܰܢ ܕܰܒܕܰܟܝܽܘܬ ܠܶܒܳܐ. ܢܶܥܒܶܕ ܥܒ̈ܳܕܶܐ ܕܟܺܐܢܽܘܬܳܐ܀
Eerste opening van het gordijn
De eerste keer dat het gordijn wordt geopend, duidt op de verkondiging van de komst van Christus in het Nieuwe Testament. Omdat Christus het Licht van de wereld is, en omdat niemand tot God de Vader kan komen dan door Christus (Johannes 14:6), wordt het gordijn geopend. Met het openen van het gordijn zien wij de luister van het Altaar, dat de toegang biedt tot de hemel.
Openingsgebed
Handeling: Met deze hyme begint de (pre-Anafora van de) Qurobo Alohoyo. De priester steekt het wierookvat aan en zegt dit korte gebed. Op datzelfde moment wordt het gesloten gordijn geopend.
Bij de hymne ‘Eramrmok’ bewierookt de priester het altaar (rondom) tegen de klok in en de wierookdrager loopt achteruit voor de priester met een kaars in zijn hand. Hij maakt vervolgens een kruis voor het altaar, kust het Evangelieboek en bewierookt driemaal het gelovige volk. De reden van deze processie is om uit te beelden hoe God vanuit de hemel neerdaalt naar de aarde en Zijn Woord en goddelijk heilsplan verkondigt. De heerlijke geur van de wierook is een symbool van het eenstemmig gebed van de priester, (mis)dienaars en heel de gelovige gemeenschap, zodat hun gebeden ‘als wierook moge opstijgen tot Uw aangezicht’ (Psalm 141:2). Vervolgens zingt het gelovige volk (en het koor) de volgende hymne om de HEER te prijzen.
Centraal in de rondgang – zoals in de rest van de Eucharistieviering – staat het Altaar. Op het Altaar bevindt zich namelijk de pateen met brood en de kelk met wijn dat door de overschaduwing van de Heilige Geest omgevormd worden tot het Heilige Brood en Geestelijk Drank
Uitleg: De geboorte en doop van Christus wordt in deze hymne van Mor Severius geopenbaard. Dat wil zeggen dat duidelijk wordt gemaakt wat voorheen verborgen was. Christus is namelijk gekomen om de Boeken van de Wet en de Profeten (het Oude Testament) te voltooien en alles (Jakobus 2:10) te doen wat daar in staat (Mattheüs 5:17). Zo zegt de HEER bij monde van de profeet Jesaja: ‘Daarom zal de HEER Zelf u een teken geven: ‘Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel‘ (Jesaja 7:14). De naam ‘Immanuel’ betekent: ‘God is met ons’ en via de Heilige Maagd Maria is God als mens op aarde verschenen (Mattheüs 1:18-25). Op voorspraak van de heiligen, waaronder de Heilige Moeder Gods, kunnen wij nader tot God komen en Zijn vergeving ontvangen (Johannes 2:3)
Priester: Maria die U baarde en Johannes die U doopte: mogen zij voor ons bij U ten beste spreken. Ontferm U over ons!
Op voorspraak van de moeder die U baarde en van al Uw heiligen, zal ik U verheerlijken
Kohno: Maryam diledthog u Yuhanon da’mdog. Henun nehwun log mfisone hlofayn ethraham ‘layn.
Basluth emo diledthog wadkulhun qadishaik: eramrmog.
ܟܗܢܐ ܡܰܪܝܰܡ ܕܺܝܠܶܕܬܳܟ݂ ܘܝܽܘܚܰܢܳܢ ܕܰܐܥܡܕܳܟ݂܆ ܗܶܢܽܘܢ ܢܶܗܘܽܘܢ ܠܳܟ݂ ܡܦܺܝ̈ܣܳܢܶܐ ܚܠܳܦܰܝܢ܆ ܐܶܬ݂ܪܰܚܰܡ ܥܠܰܝܢ
ܒܰܨܠܽܘܬ ܐܶܡܳܐ ܕܺܝܠܶܕܬܳܟ ܘܰܕܟܽܠܗܽܘܢ ܩܰܕܺܝ̈ܫܰܝܟ ܐܶܪܰܡܪܡܳܟ
Uitleg: In deze hymne wordt duidelijk dat God een Heilige Drie-Eenheid vormt met God de Vader, God de Zoon en de Heilige Geest. Die Drie-Eenheid wordt geopenbaard in de doop door Johannes van Christus (Mattheüs 3:16-17). In deze hymne prijst het gelovige volk de verkondiging van de komst van Christus en bezingt zij diens goddelijke wezen, menswording, kruisdood en eeuwige hemelse Heerlijkheid. In deze hymne wordt aldus een samenvatting gegeven van het christelijke geloof waarin wij het mysterie van de menswording van God van begin (geboorte en doop), midden (onderwijs, Lijden, Kruisiging, afdaling naar het dodenrijk en Opstanding) tot eind (met de terugkeer naar de Vader op Hemelvaart en Tweede Komst) herdenken en vieren. Daarmee wordt de neerdaling vanuit de Vader (Kerstmis en in het Dodenrijk), alsook Zijn opstijging (Pasen en Hemelvaart) herdacht en kijken wij uit naar het moment van de derde neerdaling vanuit de Heilige Geest (Tweede komst) en opstijging (de Eindtijd)
Volk: Mijn HEER Koning, eniggeboren Zoon en Woord van de hemelse Vader, die van nature onsterfelijk bent. In Uw goedheid nam U het op U om voor het leven en de verlossing van de mensheid naar ons toe te komen. U nam een lichaam aan uit de heilige, glorieuze en reine maagd, de Moeder Gods, Maria. Zonder verandering werd U mens en werd U voor ons gekruisigd, Christus onze God. Door Uw dood heeft U onze dood vertrapt en vernietigd en U was één van de heilige Drievuldigheid. En samen met Uw Vader en Uw Heilige Geest wordt U aanbeden en verheerlijkt: heb medelijden met ons allen!
amo: Mor Malko Īḥīdoyo Bro w-Melteh d-Abo šmayono, haw d-ītaw ba-kyoneh lo moyuto. Qabel w-eto b-ṭaybuteh ḥlof ḥaye w-furqono d-genso da-bnaynošo.
W-etgašam men qadīšto wa-mšabaḥto btulto dkīto Yoldat Aloho Maryam. D-lo šuḥlofo hwo barnošo, w-eṣṭleb ḥlofayn Mšīḥo Aloho dīlan.
Wa-b-mawteh l-mawtan došeh w- qaṭleh. W-ītaw ḥad men tlītoyuto qadīšto. Šawyoīt mestged w-meštabaḥ, cam Abuy w-Ruḥeh qadīšo ḥus cal kulan.
ܥܡܐ ܡܳܪܝ̱ ܡܰܠܟܳܐ ܝܺܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ܘܡܶܠܬܶܗ ܕܰܐܒܳܐ ܫܡܰܝܳܢܳܐ ܗܰܘ ܕܺܐܝ̣ܬܰܘܗ̱ܝ ܒܰܟܝܳܢܶܗ ܠܳܐ ܡܳܝܽܘܬܳܐ. ܘܩܰܒܶܠ ܘܶܐܬܳܐ ܒܛܰܝܒܽܘܬܶܗ ܚܠܳܦ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܦܽܘܪܩܳܢܳܐ ܕܓܶܢܣܳܐ ܕܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ. ܘܶܐܬܓܰܫܰܡ ܡܶܢ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܘܰܡܫܰܒܰܚܬܳܐ ܒܬܽܘܠܬܳܐ ܕܟܺܝܬܳܐ ܝܳܠܕܰܬ ܐܰܠܳܗܳܐ ܡܰܪܝܰܡ. ܕܠܳܐ ܫܽܘܚܠܳܦܳܐ ܗܘܳܐ ܒܰܪܢܳܫܳܐ ܘܶܐܨܛܠܶܒ ܚܠܳܦܰܝܢ ܡܫܺܝܚܳܐ ܐܰܠܳܗܳܐ ܕܺܝܠܰܢ. ܘܰܒܡܰܘܬܶܗ ܠܡܰܘܬܰܢ ܕܳܫܶܗ ܘܩܰܛܠܶܗ. ܘܺܐܝܬܰܘܗ̱ܝ ܚܰܕ ܡܶܢ ܬܠܺܝܬܳܝܽܘܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ. ܘܫܰܘܝܳܐܺܝܬ ܡܶܣܬܓܶܕ ܘܡܶܫܬܰܒܰܚ ܥܰܡ ܐܰܒܽܘܗ̱ܝ ܘܪܽܘܚܶܗ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܚܽܘܣ ܥܰܠ ܟܽܠܰܢ܀
Qadīšat Aloho
Handeling: De priester heeft inmiddels het wierookvat teruggegeven aan de wierookdrager. De priester zingt nu door de eerste woorden van de hymne ‘Qadīšat’. Hij zegt met luide stem: ‘Qadīšat Aloho’ (Heilig bent u, HEER). Het gelovige volk en het koor antwoorden met het vervolg van deze hymne. Dit wordt driemaal herhaald, waarbij afgewisseld geantwoord wordt door de misdienaren (shamoshe) en het vrouwenkoor (shameshyothe). Bij het zingen van het woord ‘D-eṣṭlebt’ buigt het gelovige volk naar voren om eerbied te tonen voor de kruisiging van Christus. Een kruis wordt door het gelovige volk tijdens de Qurobo Alohoyo niet geslagen
Uitleg: De hymne ‘Qadīšat ḥayltono’ is daarmee een vervolgreactie op Zijn Heerlijkheid die het gelovige volk looft in de voorafgaande hymne ‘Eramrmokh’. Deze hymne wordt ook ‘Trisagion’ genoemd
Priester: Heilig bent U, God
Kohno: Qadīšat Aloho
ܟܗܢܐ ܩܰܕܺܝܫܰܬ ܐܰܠܳܗܳܐ
Uitleg: De woorden van de hymne ‘Qadīšat’ zien op het prijzen van de heiligheid van de Allerhoogste door de engelen en het gelovige volk. God is immers Heilig, Machtig en Onsterfelijk – en dat erkennen wij volmondig. De woorden ‘voor ons gekruisigd’ verwijzen naar het Laatste Avondmaal (Matteüs 26:17–35). Christus geeft zichzelf aan ons te eten en te drinken, opdat wij kunnen deelnemen aan Zijn dood en Verrijzenis
Volk: Heilig bent U, Almachtige; heilig bent U, Onsterfelijke; U die voor ons gekruisigd bent, ontferm U over ons!
amo: Qadīšat ḥayltono, qadīšat lo mo- yuto. D-eṣṭlebt♱ ḥlofayn etraḥam clayn
ܥܡܐ ܩܰܕܺܝܫܰܬ ܚܰܝܠܬܳܢܳܐ. ܩܰܕܺܝܫܰܬ ܠܳܐ ܡܳܝܽܘܬܳܐ. ܕܶܐܨܛܠܶܒܬ ܚܠܳܦܰܝܢ ܐܶܬܪܰܚܰܡܥܠܰܝܢ܀
Uitleg: De woorden ‘Kyrie eleison‘ drukken uit dat wij God verzoeken om Zich over ons te ontfermen. Om die reden wordt in luid gezang driemaal hetzelfde gezongen. Deze woorden markeren ook het tweede deel van de pre-Anafora aan, te weten: de lezingen uit het Nieuwe Testament (de (algemene) Brieven of Handelingen en de Evangeliën). In dit gezang tot de heilige Drie-Eenheid komt duidelijk naar voren dat wij compleet afhankelijk zijn van God en Hem moeten verzoeken. Het kwaad ligt namelijk altijd op de loer (1 Petrus 5:8). Wanneer God niet bij ons is, dan verliezen wij – net als Job (Job 1:11 en Job 2:5) – zijn zegen en bescherming. Wij moeten dus onophoudelijk bidden tot God en Hem verzoeken om met ons te zijn. Niet zonder reden zegt harpier koning David dat wij 7 maal per dag moeten bidden en God moeten lofprijzen (Psalm 119:164). Om deze redenen vragen wij de HEER in deze hymne om zich over ons te ontfermen
Volk: Heer, ontferm u, Heer, ontferm u, Heer, ontferm u.
amo: Qurye leyson, Qurye leyson, Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Lezing uit de algemene Brieven of Handelingen
Handeling: Dit is een vaste hymne van de Qurobo Alohoyo. In de praktijk wordt deze hymne gezongen indien de bisschop aanwezig is, of indien een brief van de patriarch wordt voorgelezen. Een qoruyo leest voor uit de Handelingen van de Apostelen of de Algemene Brieven. De qoruyo gaat beneden op de trede voor de koningsdeur van de altaarruimte staan (de noordkant). Hij staat dus aan de rechterkant van het altaar (links voor de kerkleden). Hij wordt niet vergezeld door een andere shamosho die een kaars vasthoudt. Wanneer hij aangeeft dat hij uit een hoofdstuk van de Brieven hij voorleest, reageert het gelovige volk met: ‘Subho l’Morhun da’Slihe’. Indien een brief van de patriarch wordt voorgelezen door de priester, dan wordt de priester vergezeld door twee shamoshe die een kaars vasthouden
Uitleg: In Psalm 19:5 wordt reeds geprofeteerd dat het Koninkrijk van God door de Apostelen over heel de aarde verkondigd zal worden. Deze hymne wordt gezongen wanneer uit de Handelingen van de Apostelen of (één van de) Brieven van de Apostelen wordt voorgelezen. Deze hymne wordt ook gezongen voordat de bisschop zijn preek houdt, mede omdat de bisschop een directe vertegenwoordiger is van de (twaalf) Apostelen van Christus. De hymne prijst de uitverkoren Apostelen om hun daden (1 Johannes 3:18). Deze hymne geeft aan dat nu het moment is gekomen om de booschap van Christus opnieuw te verkondigen en voor de kerk om trouw te blijven aan de apostolische traditie.
Volk: De uitverkoren Apostelen, die door God naar de hele wereld werden uitgezonden, en die op weg gingen om de boodschap van de Zoon te verkondigen onder de volkeren over héél de aarde. Zij verkondigden het Koninkrijk der Hemelen met de woorden: “Gelukkig zij die geloven!
amo: Šlīḥe gbayo d-eštadar men Aloho l- olmo kuleh, wa-nfaq akrez, sbarteh da-Bro beyt ame w-ebreh d-aro. Sabar waw malkuto da-šmayo kad omrīn: ṭubo la-mhaymne.
ܥܡܐ ܫܠܺܝ̣̈ܚܶܐ ܓܒܰܝ̈ܳܐ. ܕܶܐܫܬܰܕܰܪܘ̱ ܡܶܢ ܐܰܠܳܗܳܐ ܠܥܳܠܡܳܐ ܟܽܠܶܗ. ܘܰܢܦܰܩܘ̱ ܐܰܟܪܶܙܘ̱. ܣܒܰܪܬܶܗ ܕܰܒܪܳܐ ܒܶܝܬ ܥܰܡ̈ܡܶܐ ܘܥܶܒܪ̈ܶܝܗ̇ ܕܰܐܪܥܳܐ. ܣܰܒܰܪܘ̱ ܗ̱ܘܰܘ ܡܰܠܟܽܘܬܳܐ ܕܰܫܡܰܝܳܐ ܟܰܕ ܐܳܡܪܺܝܢ ܛܽܘܒܳܐ ܠܰܡܗܰܝܡܢ̈ܶܐ܀
Uitleg: De qoruyo leest voor uit de Handelingen of Algemene Brieven en zegt ‘Uit de brief van … de Apostel: Zegen, heer‘ (indien uit één van de algemene brieven wordt voorgelezen) of ‘Uit de Handelingen van de heilige Apostelen. Zegen, heer‘ (indien uit de Handelingen wordt voorgelezen)
Misdienaar: Uit de Handelingen van de heilige Apostelen. Zegen, heer.
Shamosho: Men fraksis da’slihe qadishe, bareg Mor.
ܡܫܡܫܢܐ ܡܶܢ ܦܪܰܟܣܺܝܣ ܕܰܫܠܺܝ̣̈ܚܶܐ ܐܰܒܳܗ̈ܳܬܰܢ. ܨܠܽܘܬܗܽܘܢ ܥܰܡܰܢ ܒܰܪܟܡܳܪܝ̱܀
Uitleg: Wij prijzen de HEER omdat Hij, door de neerdaling van de Heilige Geest, alle Wijsheid aan het gelovige volk heeft gegeven (Handelingen 2:1-41 en 1 Johannes 3:24): ‘zie, Ik zal Mijn Geest over u uitstorten, Mijn woorden u bekendmaken‘ (Spreuken 1:23). Dit vieren wij ook met Pinksteren, hetgeen de 50e dag markeert na Pasen. Met de Heilige Geest leren wij Gods Wil door inzicht en wijsheid (Kolossenzen 1:9)
Volk: Eer aan de HEER van de Apostelen: hun gebed zij met ons. Amen.
amo: Šubḥo l-Morhun da-šlīḥe, ṣluthun aman. Amīn.
ܥܡܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܡܳܪܗܽܘܢ ܕܰܫܠܺܝ̈ܚܶܐ܆ ܨܠܽܘܬ݂ܗܽܘܢ ܥܰܡܰܢ. ܐܰܡܺܝܢ ܀
Uitleg: Voorbeeld: Handelingen 3:1-10
Deze Bijbellezing vindt plaats tijdens de week van de ‘Heling van de verlamde’. Deze week wordt gevierd op de derde zondag van het Grote Vasten (Tlithoyo d’Saumo). De gehele week staat in het thema van de zonde en genezing (Exodus 8:16-32), (Efeziërs 5:3-21) en (Marcus 2:1-12). Er wordt door de qoruyo voorgelezen uit Handelingen 3:1-10 omdat ook dit verhaal uit het Nieuwe Testament ziet op de ziekte (van de kreupele man) en de genezing (door de apostelen van Christus)
Petrus maakt duidelijk dat de kreupele man door de Naam van Jezus Christus, de Nazarener, die de Israëlieten gekruisigd hebben maar die God uit de doden opgewekt heeft, gezond is geworden (Handelingen 4:10). De liefdegave die Petrus de kreupele man gaf bestond uit innig medeleven, goedheid, bescheidenheid, zachtmoedigheid en geduld. De apostelen kleedde de kreupele man in liefde: de band die hem tot een volmaakte eenheid maakte en weer liet lopen (Kolossenzen 3:12-14)
Misdienaar: Petrus nu en Johannes gingen samen naar de tempel tijdens het uur van het gebed, het negende uur.
En een man die vanaf de moederschoot kreupel was, werd daarheen gedragen. Men zette hem dagelijks bij de tempelpoort die de Schone genoemd wordt, om een liefdegave te vragen aan hen die de tempel binnengingen.
Toen hij Petrus en Johannes zag op het moment dat zij de tempel zouden binnengaan, vroeg hij of hij een liefdegave mocht ontvangen.
En Petrus keek hem met Johannes doordringend aan en zei: Kijk ons aan!
En hij hield de ogen op hen gericht, omdat hij verwachtte iets van hen te ontvangen.
Petrus zei echter: Zilver en goud heb ik niet, maar wat ik heb, dat geef ik u: in de Naam van Jezus Christus de Nazarener, sta op en ga lopen!
En hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op, en onmiddellijk werden zijn voeten en enkels vast.
En met een sprong stond hij overeind en liep rond, en hij ging met hen de tempel in, lopend en springend en God lovend.
En al het volk zag hem lopen en God loven.
En zij wisten dat hij degene was die voor een liefdegave bij de Schone Poort van de tempel gezeten had; en zij werden vervuld met verbazing en ontsteltenis over wat er met hem gebeurd was.
Shamosho: Wahwo d’cath sholwiin Shemun kifo u Yuhanon akhdo lhayklo b’edono da’slutho dath’sha’ sho’iin.
ܡܫܡܫܢܐ ܘܰܗܘܳܐ ܕ݁ܟ݂ܰܕ݂ ܣܳܠܩܺܝܢ ܫܶܡܥܽܘܢ ܟ݁ܺܐܦ݂ܳܐ ܘܝܽܘܚܰܢܳܢ ܐܰܟ݂ܚܕ݂ܳܐ ܠܗܰܝܟ݁ܠܳܐ ܒ݁ܥܶܕ݁ܳܢܳܐ ܕ݁ܰܨܠܽܘܬ݂ܳܐ ܕ݁ܰܬ݂ܫܰܥ ܫܳܥܺܝܢ ܀
ܘܗܳܐ ܓ݁ܰܒ݂ܪܳܐ ܚܰܕ݂ ܚܓ݂ܺܝܪܳܐ ܕ݁ܡܶܢ ܟ݁ܪܶܣ ܐܶܡܶܗ ܫܩܺܝܠܺܝܢ ܗ݈ܘܰܘ ܐ݈ܢܳܫܳܐ ܐܰܝܠܶܝܢ ܕ݁ܰܡܥܳܕ݂ܺܝܢ ܗ݈ܘܰܘ ܡܰܝܬ݁ܶܝܢ ܘܣܳܝܡܺܝܢ ܠܶܗ ܒ݁ܬ݂ܰܪܥܳܐ ܕ݁ܗܰܝܟ݁ܠܳܐ ܕ݁ܡܶܬ݂ܩܪܶܐ ܫܰܦ݁ܺܝܪܳܐ ܕ݁ܢܶܗܘܶܐ ܫܳܐܶܠ ܙܶܕ݂ܩܬ݂ܳܐ ܡܶܢ ܗܳܢܽܘܢ ܕ݁ܥܳܐܠܺܝܢ ܠܗܰܝܟ݁ܠܳܐ ܀
ܗܳܢܳܐ ܟ݁ܰܕ݂ ܚܙܳܐ ܠܫܶܡܥܽܘܢ ܘܰܠܝܽܘܚܰܢܳܢ ܕ݁ܥܳܐܠܺܝܢ ܠܗܰܝܟ݁ܠܳܐ ܒ݁ܳܥܶܐ ܗ݈ܘܳܐ ܡܶܢܗܽܘܢ ܕ݁ܢܶܬ݁ܠܽܘܢ ܠܶܗ ܙܶܕ݂ܩܬ݂ܳܐ ܀
ܘܚܳܪܘ ܒ݁ܶܗ ܫܶܡܥܽܘܢ ܘܝܽܘܚܰܢܳܢ ܘܶܐܡܰܪܘ ܠܶܗ ܚܽܘܪ ܒ݁ܰܢ ܀
ܗܽܘ ܕ݁ܶܝܢ ܚܳܪ ܒ݁ܗܽܘܢ ܟ݁ܰܕ݂ ܣܳܒ݂ܰܪ ܗ݈ܘܳܐ ܠܡܶܣܰܒ݂ ܡܶܢܗܽܘܢ ܡܶܕ݁ܶܡ ܀
ܐܳܡܰܪ ܠܶܗ ܫܶܡܥܽܘܢ ܕ݁ܰܗܒ݂ܳܐ ܘܣܺܐܡܳܐ ܠܰܝܬ݁ ܠܺܝ ܐܶܠܳܐ ܡܶܕ݁ܶܡ ܕ݁ܺܐܝܬ݂ ܠܺܝ ܝܳܗܶܒ݂ ܐ݈ܢܳܐ ܠܳܟ݂ ܒ݁ܰܫܡܶܗ ܕ݁ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܢܳܨܪܳܝܳܐ ܩܽܘܡ ܗܰܠܶܟ݂ ܀
ܘܰܐܚܕ݁ܶܗ ܒ݁ܺܐܝܕ݂ܶܗ ܕ݁ܝܰܡܺܝܢܳܐ ܘܰܐܩܺܝܡܶܗ ܘܒ݂ܳܗ ܒ݁ܫܳܥܬ݂ܳܐ ܫܰܪ ܪܶܓ݂ܠܰܘܗ݈ܝ ܘܥܶܩܒ݂ܰܘܗ݈ܝ ܀
ܘܰܫܘܰܪ ܩܳܡ ܘܗܰܠܶܟ݂ ܘܥܰܠ ܥܰܡܗܽܘܢ ܠܗܰܝܟ݁ܠܳܐ ܟ݁ܰܕ݂ ܡܗܰܠܶܟ݂ ܘܰܡܫܰܘܰܪ ܘܰܡܫܰܒ݁ܰܚ ܠܰܐܠܳܗܳܐ ܀
ܘܰܚܙܰܐܘܽܗ݈ܝ ܟ݁ܽܠܶܗ ܥܰܡܳܐ ܟ݁ܰܕ݂ ܡܗܰܠܶܟ݂ ܘܰܡܫܰܒ݁ܰܚ ܠܰܐܠܳܗܳܐ ܀
ܘܶܐܫܬ݁ܰܘܕ݁ܰܥܘ ܕ݁ܗܽܘܝܽܘ ܗܰܘ ܚܳܕ݂ܽܘܪܳܐ ܕ݁ܝܳܬ݂ܶܒ݂ ܗ݈ܘܳܐ ܟ݁ܽܠܝܽܘܡ ܘܫܳܐܶܠ ܙܶܕ݂ܩܬ݂ܳܐ ܥܰܠ ܬ݁ܰܪܥܳܐ ܕ݁ܡܶܬ݂ܩܪܶܐ ܫܰܦ݁ܺܝܪܳܐ ܘܶܐܬ݂ܡܠܺܝܘ ܬ݁ܶܡܗܳܐ ܘܕ݂ܽܘܡܳܪܳܐ ܥܰܠ ܡܶܕ݁ܶܡ ܕ݁ܰܗܘܳܐ ܀
Lezing uit een Brief van Paulus
Handeling: Een qoruyo leest voor uit een Brief van Paulus. Voorafgaand aan het voorlezen uit zijn brief, wordt de hymne ‘Fawlos šlīḥo’ gezongen. De qoruyo gaat beneden op de trede voor de koningsdeur van de altaarruimte staan (zuidkant). Hij staat dus aan de linkerkant van het altaar (rechts voor de kerkleden). Naast de shamosho die voorleest, staat een andere shamosho (van de rang ewangeloyo) die een kaars vasthoudt om het Licht van Christus te symboliseren. Het Woord van God is Licht en de Apostel Paulus wordt als de architect van de Kerk gezien
Uitleg: Deze hymne is geïnspireerd door de brief van de architect van de kerk, Paulus, aan de Galaten (1:7-8). De Apostel Paulus schrijft aan het begin van zijn brief aan de Galaten 1 het volgende: ‘Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie, terwijl er geen ander is‘. Wees dus waakzaam, zoals Christus zegt, dat er velen zullen zijn die onder Zijn Naam valselijk zeggen: ‘Ik ben de Christus‘ (Mattheüs 24:5). Tegen hen zal Christus openlijk zeggen: ‘Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, wettelozen!‘ (Mattheüs 7:21-23). De Apostel waarschuwt aldus voor uiteenlopende leringen en roept ons op om in de leer van God te volharden
Volk: De gelukzalige Apostel Paulus hoorde ik zeggen: “als iemand komt en u iets verkondigt dat afwijkt van wat ik verkondig, al is het een engel uit den hoge – hij moet uit de kerk worden verbannen! Want zie, van alle kanten komen naar ons uiteenlopende leringen op. Gelukkig die in de leer van God begon en er tot het einde toe in volhardde!
amo: Fawlos šlīḥo ṭubono šemcet d-omar: d-en noš nīte nsabarkun, lbar men mo d-sabarnokun, w-en malakaw men rawmo, nehwe maḥram men cīdto. D-ho nobcīn lan yulfone mšaḥlfe men kul gabīn. Ṭub l-ayno da-b-yulfone d-Aloho šarī w-šalem
ܥܡܐ ܦܰܘܠܳܘܣ ܫܠܺܝܚܳܐ ܘܛܽܘܒܳܢܳܐ ܫܶܡܥܶܬ ܕܳܐܡܰܪ. ܕܶܐܢ ܐ̱ܢܳܫ ܢܺܐܬܶܐ ܢܣܰܒܰܪܟܽܘܢ. ܠܒܰܪ ܡܶܢ ܡܳܐ ܕܣܰܒܰܪܢܳܟܽܘܢ. ܘܶܐܢ ܡܰܠܰܐܟܰܐ ܗ̱ܘ ܡܶܢ ܪܰܘܡܳܐ. ܢܶܗܘܶܐ ܡܰܚܪܰܡ ܡܶܢ ܥܺܕܬܳܐ. ܕܗܳܐ ܢܳܒܥܺܝܢ ܠܰܡ ܝܘܽܠܦܳܢ̈ܶܐ ܡܫܰܚ̈ܠܦܶܐ ܡܶܢ ܟܽܠ ܓܰܒ̈ܺܝܢ. ܛܽܘܒ ܠܰܐܝܢܳܐ ܕܰܒܝܽܘܠܦܳܢܶܗ ܕܰܐܠܳܗܳܐ ܫܰܪܺܝ ܘܫܰܠܶܡ܀
Uitleg: De qoruyo leest voor uit de Brieven van de Apostel Paulus. Dit zijn o.m. de Brief aan de Romeinen, Hebreeën, Galaten en Efeziërs
Misdienaar: Uit de brief van de Apostel Paulus aan de (…). Zegen, Heer.
Shamosho: Men Egartho d’Faulos sliho dalwoth (…) bareg Mor.
ܡܫܡܫܢܐܡܶܢ ܐܶܓܰܪܬ݂ܳܐ ܕܦܰܘܠܳܘܣ ܫܠܺܝܚܳܐ ܕܰܠܘܳܬ݂ (…) ܒܰܪܶܟ݂ܡܳܪܝ̱܀
Uitleg: God heeft de orthodoxe Jood Saulus laten bekeren ( Openbaring 3:19) tot de architect en woordvoerder van de kerk en het Christendom (Handelingen 9:3-9). De apostel Paulus heeft toen zijn zwaard ingeruild voor de pen in het schrijven van zijn brieven en daarmee miljarden mensen bereikt. Wij zeggen om die reden dat de pen machtiger is dan het zwaard.
Volk: Eer aan de HEER van de Apostel; zijn gebed zij met ons. Amen
amo: Šubḥo l-Moreh da-šlīḥo, ṣluteh caman. Amīn
ܥܡܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܡܳܪܶܗ ܕܰܫܠܺܝܚܳܐ܆ ܨܠܽܘܬ݂ܶܗ ܥܰܡܰܢ. ܐܰܡܺܝܢ ܀
Uitleg: Voorbeeld: Efeziërs 5:3-21
Deze Bijbellezing vindt plaats tijdens de week van de ‘Heling van de verlamde’. Deze week wordt gevierd op de derde zondag van het Grote Vasten (Tlithoyo d’Saumo). De gehele week staat in het thema van de zonde en genezing (Exodus 8:16-32), (Handelingen 3:1-10) en (Marcus 2:1-12). Er wordt door de qoruyo voorgelezen uit Efeziërs 5:3-21 omdat ook dit verhaal uit het Nieuwe Testament ziet op de ziekte (van de zonde, zoals losbandigheid, ontucht en alle onreinheid) en de genezing (door het Woord van God, het Licht van Christus en de begeleiding door de Geest).
De ‘duisternis’ waar Paulus naar refereert ziet op het tijdperk voordat Christus zich openbaarde. Het Mysterie, dat wil zeggen: Christus, dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, is nu aan Zijn heiligen onthuld (Kolossenzen 1:26). Om alles dat aards is en niet in ons is afgestorven – zedeloosheid, hartstocht, lage begeerten en de afgoderij van hebzucht – treft Gods toorn degenen die Hem ongehoorzaam zijn (Kolossenzen 3:5-6)
Misdienaar: Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past,
en evenmin oneerbaarheid, dwaze praat en lichtzinnige taal, die onbehoorlijk zijn; maar veel meer past dankzegging.
Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God.
Laat niemand u misleiden met inhoudsloze woorden, want om deze dingen komt de toorn van God over de kinderen van de ongehoorzaamheid.
Wees dan hun metgezellen niet.
Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de HEER; wandel als kinderen van het licht
want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid –
en beproef wat de HEER welbehaaglijk is.
En neem niet deel aan de onvruchtbare werken van de duisternis, maar ontmasker ze veeleer.
Want wat heimelijk door hen gedaan wordt, is te schandelijk om zelfs maar te vertellen.
Maar al deze dingen komen openbaar als ze door het licht ontmaskerd worden; want al wat openbaar maakt, is licht.
Daarom zegt Hij: Ontwaak, u die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.
Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen,
en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn.
Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de wil van de HEER is.
En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de Geest,
en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart,
en dank altijd voor alle dingen God en de Vader in de Naam van onze HEER Jezus Christus.
Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods.
Shamosho: Zonyutho deen ukuloh tanfutho u’olubutho oflo meshtamohu teshtamaw baynothbun ayk d’yole lqadiishe.
ܡܫܡܫܢܐ ܙܳܢܝܽܘܬ݂ܳܐ ܕ݁ܶܝܢ ܘܟ݂ܽܠܳܗ ܛܰܢܦ݂ܽܘܬ݂ܳܐ ܘܥܳܠܽܘܒ݂ܽܘܬ݂ܳܐ ܐܳܦ݂ܠܳܐ ܡܶܫܬ݁ܰܡܳܗܽܘ ܬ݁ܶܫܬ݁ܰܡܰܗ ܒ݁ܰܝܢܳܬ݂ܟ݂ܽܘܢ ܐܰܝܟ݂ ܕ݁ܝܳܐܶܐ ܠܩܰܕ݁ܺܝܫܶܐ ܀
ܘܠܳܐ ܨܽܘܚܝܳܬ݂ܳܐ ܘܠܳܐ ܡܶܠܶܐ ܕ݁ܫܳܛܝܽܘܬ݂ܳܐ ܐܰܘ ܕ݁ܒ݂ܶܙܚܳܐ ܐܰܘ ܕ݁ܫܶܥܝܳܐ ܗܳܠܶܝܢ ܕ݁ܠܳܐ ܡܶܬ݂ܒ݁ܰܥܝܳܢ ܐܶܠܳܐ ܚܠܳܦ݂ ܗܳܠܶܝܢ ܬ݁ܰܘܕ݁ܺܝܬ݂ܳܐ ܀
ܗܳܕ݂ܶܐ ܕ݁ܶܝܢ ܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܝܳܕ݂ܥܺܝܢ ܕ݁ܟ݂ܽܠܢܳܫ ܕ݁ܺܐܝܬ݂ܰܘܗ݈ܝ ܙܰܢܳܝܳܐ ܐܰܘ ܛܰܢܦ݂ܳܐ ܐܰܘ ܥܳܠܽܘܒ݂ܳܐ ܕ݁ܺܐܝܬ݂ܰܘܗ݈ܝ ܦ݁ܳܠܰܚ ܦ݁ܬ݂ܰܟ݂ܪܶܐ ܠܰܝܬ݁ ܠܶܗ ܝܳܪܬ݁ܽܘܬ݂ܳܐ ܒ݁ܡܰܠܟ݁ܽܘܬ݂ܶܗ ܕ݁ܰܡܫܺܝܚܳܐ ܘܕ݂ܰܐܠܳܗܳܐ ܀
ܕ݁ܰܠܡܳܐ ܐ݈ܢܳܫ ܢܰܛܥܶܝܟ݂ܽܘܢ ܒ݁ܡܶܠܶܐ ܣܪܺܝܩܳܬ݂ܳܐ ܡܶܛܽܠ ܗܳܠܶܝܢ ܗ݈ܽܘ ܓ݁ܶܝܪ ܐܳܬ݂ܶܐ ܪܽܘܓ݂ܙܶܗ ܕ݁ܰܐܠܳܗܳܐ ܥܰܠ ܒ݁ܢܰܝܳܐ ܕ݁ܠܳܐ ܡܶܬ݁ܛܦ݁ܺܝܣܳܢܽܘܬ݂ܳܐ ܀
ܠܳܐ ܗܳܟ݂ܺܝܠ ܬ݁ܶܗܘܽܘܢ ܠܗܽܘܢ ܫܰܘܬ݁ܳܦ݂ܶܐ ܀
ܐܺܝܬ݂ܰܝܟ݁ܽܘܢ ܗ݈ܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܓ݁ܶܝܪ ܡܶܢ ܠܽܘܩܕ݂ܰܡ ܚܶܫܽܘܟ݂ܳܐ ܗܳܫܳܐ ܕ݁ܶܝܢ ܢܽܘܗܪܳܐ ܐܰܢ݈ܬ݁ܽܘܢ ܒ݁ܡܳܪܰܢ ܐܰܝܟ݂ ܒ݁ܢܰܝ ܢܽܘܗܪܳܐ ܗܳܟ݂ܺܝܠ ܗܳܟ݂ܰܢܳܐ ܗܰܠܶܟ݂ܘ ܀
ܦ݁ܺܐܪܰܘܗ݈ܝ ܓ݁ܶܝܪ ܕ݁ܢܽܘܗܪܳܐ ܒ݁ܟ݂ܽܠܳܗ ܐܶܢܽܘܢ ܛܳܒ݂ܽܘܬ݂ܳܐ ܘܙܰܕ݁ܺܝܩܽܘܬ݂ܳܐ ܘܩܽܘܫܬ݁ܳܐ ܀
ܘܰܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܦ݁ܳܪܫܺܝܢ ܡܳܢܳܐ ܫܰܦ݁ܺܝܪ ܩܕ݂ܳܡ ܡܳܪܰܢ ܀
ܘܠܳܐ ܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܡܶܫܬ݁ܰܘܬ݁ܦ݂ܺܝܢ ܠܘܳܬ݂ ܥܒ݂ܳܕ݂ܶܐ ܕ݁ܚܶܫܽܘܟ݂ܳܐ ܕ݁ܦ݂ܺܐܪܶܐ ܠܰܝܬ݁ ܒ݁ܗܽܘܢ ܐܶܠܳܐ ܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܡܟ݂ܰܘܢܺܝܢ ܠܗܽܘܢ ܀
ܡܶܕ݁ܶܡ ܓ݁ܶܝܪ ܕ݁ܰܒ݂ܛܽܘܫܝܰܝ ܥܳܒ݂ܕ݁ܺܝܢ ܢܕ݂ܺܝܕ݂ ܗ݈ܽܘ ܐܳܦ݂ ܠܰܡܡܰܠܳܠܽܘܬ݂ܶܗ ܀
ܟ݁ܽܠ ܡܶܕ݁ܶܡ ܓ݁ܶܝܪ ܡܶܬ݂ܟ݁ܰܘܰܢ ܡܶܢ ܢܽܘܗܪܳܐ ܘܡܶܬ݂ܓ݁ܠܶܐ ܘܟ݂ܽܠܡܶܕ݁ܶܡ ܕ݁ܰܓ݂ܠܶܐ ܢܽܘܗܪܳܐ ܗ݈ܘ ܀
ܡܶܛܽܠ ܗܳܢܳܐ ܐܰܡܺܝܪ ܕ݁ܶܐܬ݁ܬ݁ܥܺܝܪ ܕ݁ܰܡܟ݁ܳܐ ܘܩܽܘܡ ܡܶܢ ܒ݁ܶܝܬ݂ ܡܺܝܬ݂ܶܐ ܘܢܰܢܗܰܪ ܠܳܟ݂ ܡܫܺܝܚܳܐ ܀
ܚܙܰܘ ܗܳܟ݂ܺܝܠ ܐܰܝܟ݁ܰܢܳܐ ܬ݁ܗܰܠܟ݂ܽܘܢ ܙܰܗܝܳܐܝܺܬ݂ ܠܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܣܰܟ݂ܠܶܐ ܐܶܠܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܚܰܟ݁ܺܝܡܶܐ ܀
ܕ݁ܙܳܒ݂ܢܺܝܢ ܩܺܐܪܣܗܽܘܢ ܡܶܛܽܠ ܕ݁ܝܰܘܡܳܬ݂ܳܐ ܒ݁ܺܝܫܶܐ ܐܶܢܽܘܢ ܀
ܡܶܛܽܠ ܗܳܢܳܐ ܠܳܐ ܬ݁ܶܗܘܽܘܢ ܚܰܣܺܝܪܰܝ ܪܶܥܝܳܢܳܐ ܐܶܠܳܐ ܐܶܣܬ݁ܰܟ݁ܰܠܘ ܡܳܢܰܘ ܨܶܒ݂ܝܳܢܶܗ ܕ݁ܰܐܠܳܗܳܐ ܀
ܘܠܳܐ ܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܪܳܘܶܝܢ ܒ݁ܚܰܡܪܳܐ ܕ݁ܒ݂ܶܗ ܐܺܝܬ݂ ܐܳܣܽܘܛܽܘܬ݂ܳܐ ܐܶܠܳܐ ܐܶܬ݂ܡܠܰܘ ܒ݁ܪܽܘܚܳܐ ܀
ܘܡܰܠܶܠܘ ܥܰܡ ܢܰܦ݂ܫܟ݂ܽܘܢ ܒ݁ܡܰܙܡܽܘܪܶܐ ܘܰܒ݂ܬ݂ܶܫܒ݁ܚܳܬ݁ܳܐ ܘܒ݂ܰܙܡܺܝܪܳܬ݂ܳܐ ܕ݁ܪܽܘܚܳܐ ܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܙܳܡܪܺܝܢ ܒ݁ܠܶܒ݁ܰܘܳܬ݂ܟ݂ܽܘܢ ܠܡܳܪܝܳܐ ܀
ܘܰܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܡܰܘܕ݁ܶܝܢ ܒ݁ܟ݂ܽܠܙܒ݂ܰܢ ܥܰܠ ܐܰܦ݁ܰܝ ܟ݁ܽܠܢܳܫ ܒ݁ܰܫܡܶܗ ܕ݁ܡܳܪܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܠܰܐܠܳܗܳܐ ܐܰܒ݂ܳܐ ܀
ܘܰܗܘܰܝܬ݁ܽܘܢ ܡܶܫܬ݁ܰܥܒ݁ܕ݂ܺܝܢ ܚܰܕ݂ ܠܚܰܕ݂ ܒ݁ܚܽܘܒ݁ܶܗ ܕ݁ܰܡܫܺܝܚܳܐ ܀
Evangelielezing
Handeling: Deze hymne wordt gezongen als loflied voor de lezing uit het Evangelie. Bij het zingen van het woord ‘Wa-sgud’ buigt het gelovige volk naar voren om eerbied te tonen voor het altaar waar Christus wordt geofferd. Na deze hymne zal de wierookdrager de drie onderdelen van de hymne ‘Baregmor ‘am shelyo’ uitspreken. De wierookdrager roept het gelovige volk op om in Godsvrees en eerbied te luisteren naar de verkondiging van de levende woorden van het heilige Evangelie door de priester. Gedurende het zingen van deze hymne bewierookt hij. Twee misdienaren staan aan beide zijden van de priester met kaarsen in hun hand; zij representeren de Apostelen die twee aan twee werden uitgezonden (Marcus 6:7). Tezamen met de priester kussen zij het Evangelie.
De priester leidt de Evangelielezing plechtig in door het volk te zegenen met een kruisteken en met de woorden ‘Vrede zij u allen’ (Johannes 20:19-23). Christus zelf sprak de woorden Shlomo lkulghun uit tegen zijn discipelen op Paasmorgen en zij worden hier door de priester herhaald om aan te geven dat de HEER nu spreekt
Uitleg: Halleluja betekent letterlijk ‘Prijs de HEER’. Dat doen wij door onze monden als een boog te maken en onze woorden als pijlen gericht zijn op de Allerhoogste, tezamen met heel onze geest, lichaam en ziel. Wij prijzen Christus aldus met de zoete geur van onze lippen, die tezamen met het wierook opstijgt naar onze Vader in de hemel.
Volk: Halleluja, halleluja, halleluja! Breng Hem offers van lofprijzing, neem zuivere offergaven mee en ga binnen in de voorhoven van de Heer. Buig u neer voor het altaar van Zijn heiligdom, halleluja!
Halleluja, halleluja, halleluja. Dabah le debhe dshubho. Shqul qurbone u’oel ldorauw dMoryo. Wasgud qdom madebho dqudshe. Halleluja.
ܥܡܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ. ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ. ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ. ܕܰܒܰܚܘ̱ ܠܶܗ ܕܶܒ̈ܚܶܐ ܕܫܽܘܒܚܳܐ. ܫܩܽܘܠܘ̱ ܩܽܘܪ̈ܒܳܢܶܐ ܘܥܽܘܠܘ̱ ܠܕܳܪ̈ܰܘܗ̱ܝ ܕܡܳܪܝܳܐ. ܘܰܣܓ̣ܽܘܕܘ̱ ܩܕܳܡ ܡܰܕܒܚܳܐ ܕܩܽܘܕܫܶܗ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ܀
Uitleg: De wierookdrager roept het allen op om ‘met stilte, ontzag en schroom’ naar de ‘levende woorden van het heilig Evangelie’ te luisteren
Misdienaar: Zegen mij, o HEER. Laten we in stilte, vrees en eerbied luisteren naar de verkondiging van de levende woorden van het heilige Evangelie van onze HEER Jezus Christus dat voor ons gelezen wordt
Shamosho: Baregmor ‘am shelyo, udeheltho, unagfutho, nsuth u neshma’ lasbartho dmele hayotho, dewangeliun qadisho dmoran Yeshu’ Mshiho dmethqre ‘layn
ܡܫܡܫܢܐ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱ ܥܰܡ ܫܶܠܝܳܐ ܘܕܶܚܠܬ̣ܳܐ ܘܢܰܟ̣ܦܽܘܬ̣ܳܐ. ܢܨܽܘܬ̣ ܘܢܶܫܡܰܥ ܠܰܣܒܰܪܬ̣ܳܐ ܕܡ̈ܠܶܐܚܰܝܳܬ̣ܳܐ. ܕܐܶܘܰܢܓܶܠܝܘܢ ܩܰܕܝܺܫܳܐ ܕܡܳܪܰܢ ܝܳܫܽܘܥ ܡܫܝܺܚܳܐ ܕܡܶܬ̣ܩܪܶܐ ܥܠܰܝܢ܀
ܐܰܫܘܳܐ ܠܰܢ ܡܳܪܝܳܐ ܐܠܗܳܐ. ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
ܒܪܺܝܟ ܕܐܶܬ̣ܳܐ ܘܰܥܬܝܺܕ ܕܢܺܐܬ̣ܶܐ ܬܶܫܒ̈ܚܳܢ ܠܫܳܠܘܚܶܗ ܕܫܰܠܚܶܗ ܠܦܘܪܩܳܢܰܢ ܘܥܰܠ ܟܽܠܰܢ ܪ̈ܰܚܡܰܘܗܝ ܠܥܳܠܡܝܺܢܢ܀
Uitleg: De misdienaar verzoekt God om ons waardig te maken om Zijn Woord te horen, omdat wij allen van nature niet waardig zijn. Door de erfzonde is de mens in een contante staat van terugkeer naar het Paradijs en zonder de begeleiding van de Heilige Geest kunnen wij niet terugkeren tot God. De woorden van Christus, zoals verkondigd in de evangeliën, tonen ons de weg naar het Paradijs en onze vereniging met God
Misdienaar: Maak ons waardig Heer, God
Shamosho: Ashwo lan Moryo Aloho
ܡܫܡܫܢܐ ܐܰܫܘܳܐ ܠܰܢ ܡܳܪܝܳܐ ܐܠܗܳܐ܀
Uitleg: Christus is Vrede. Toen Christus na Zijn opstandig verscheen bij de Apostelen in de bovenkamer, zei Hij tweemaal tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede toe!’ (‘Shlomo lkulghun‘). Vervolgens zei Christus: ‘Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie’. Toen blies Hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20:19-22). Deze vredewens van de priester is daarmee een zegen voor het gelovige volk
Priester: Vrede♱ met u allen
Kohno: Shlomo lkulghun
ܟܗܢܐ ܫܠܡܐ ܠܟܠ݂ܟܘܢ
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Misdienaar: En met Uw Geest
Shamosho: ‘am ruho dilog
ܡܫܡܫܢܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: Als de priester leest uit het evangelie van Mattheüs of Johannes, dan zegt hij: Het heilig Evangelie van onze HEER Jezus Christus, de levendmakende verkondiging uit de apostel Mattheüs/Johannes, de verkondiger die leven en verlossing verkondigt aan de wereld
Priester: Het heilig Evangelie van onze HEER Jezus Christus, de levendmakende boodschap uit Markus/Lucas, de boodschapper die leven en verlossing boodschapt aan de wereld
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܶܘܰܢܓܶܠܺܝܳܘܢ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܕܡܳܪܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ܆ ܟܳܪܽܘܙܽܘܬ݂ܳܐ ܡܰܚܝܳܢܺܝܬ݂ܳܐ ܡܶܢ ܡܰܬܰܝ (ܐܰܘ ܝܽܘܚܰܢܳܢ) ܫܠܺܝܚܳܐ ܡܰܟ݂ܪܙܳܢܳܐ ܕܡܰܟ݂ܪܶܙ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܦܽܘܪܩܳܢܳܐ ܠܥܳܠܡܳܐ ܀
Uitleg: In deze oproep maakt de misdienaar duidelijk dat de gezegende Christus voor onze Verlossing is gekomen en dat Hij zal wederkeren op de Laatste Dag. Wij eren God de Vader, die Christus naar de mensheid heeft gezonden ter vergeving van de zonden. Tot slot verzoeken wij dat Zijn barmhartigheid bij ons blijft, opdat wij niet beproeft worden of tot de zonde vervallen
Misdienaar: Gezegend Hij, die gekomen is en die zal komen. Eer aan degene die Hem gezonden heeft voor onze verlossing en moge over ons zijn barmhartigheid zijn tot in de eeuwigheid.
Shamosho: Brig detho wa’tid dnithe teshbhon lsholuhe dshalhe lfurqonan, u ‘al kulan rahmauw l’olmien
ܡܫܡܫܢܐ ܒܪܺܝܟ ܕܐܶܬ̣ܳܐ ܘܰܥܬܝܺܕ ܕܢܺܐܬ̣ܶܐ ܬܶܫܒ̈ܚܳܢ ܠܫܳܠܘܚܶܗ ܕܫܰܠܚܶܗ ܠܦܘܪܩܳܢܰܢ ܘܥܰܠ ܟܽܠܰܢ ܪ̈ܰܚܡܰܘܗܝ ܠܥܳܠܡܝܺܢܢ܀
Uitleg: Als het één van de feesten van de HEER is, zegt de priester: Ten tijde nu van de geboorte of de verrijzenis van onze HEER en God en onze Verlosser Jezus Christus, het Woord van Leven, God die vlees aannam uit de Heilige Maagd Maria, zijn deze dingen♱ aldus gebeurd
Priester: Ten tijde nu van het Heeilswerk van onze HEER en God en onze Verlosser Jezus Christus, het Woord van Leven, God die vlees aannam uit de Heilige Maagd Maria, zijn deze dingen♱ aldus gebeurd
Kohno:
ܟܗܢܐ : ܒܙܰܒܢܳܐ ܗܳܟ݂ܺܝܠ ܕܰܡܕܰܒܪܳܢܽܘܬ݂ܶܗ ܕܡܳܪܰܢ ܘܰ ܐ ܠܳܗܰܢ ܘܦܳܪܽܘܩܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܡܶܠܬ݂ܳܐ ܕܚܰܝ̈ܶܐ܆ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܕܶܐܬ݂ܒܰܣܰܪ ܡܶܢ ܒܬ݂ܽܘܠܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܡܰܪܝܰܡ܆ ܗܳܠܶܝܢ ܕܶܝܢ ♱ ܗܳܟ݂ܰܢܳܐ ܗܘܰܝ̈ ܀
Uitleg: De reden dat wij als volk ‘Wij geloven én belijden het’ zeggen, is omdat Zijn getuigenis waar is: met het Zijn Doop (het water), Zijn Bloed (kruisiging) en de Heilige Geest wordt van Christus getuigd (1 Johannes 5:5-10). De demonen geloven ook in Christus. Zij trillen zelf van angst, omdat zij weten dat Hij de Zoon van God is (Jakobus 2:19). Zo lezen wij Marcus 3:11: ‘En degenen die de plaag van onreine geesten hadden, vielen neer als ze hem zagen en riepen en zeiden: “U bent de Zoon van God!“‘. Maar wat degenen met een onreine geest niet doen, en christenen wel, is het geloof belijden. Belijden houdt in dat wij de geboden van God opvolgen en toepassing in ons dagelijks leven. Geloof zonder daden is namelijk dood. Wij moeten dus handelen naar ons geloof (Jakobus 2:14-18). Dat betekent Zijn voorbeeld in alles volgen en daarmee tonen wij onze liefde voor Hem (1 Johannes 5:3). Daarnaast betekent ‘belijden’ dat wij onze zonden belijden, d.w.z. berouw tonen, opdat Christus onze zonden vergeeft en reinigt van al het kwaad (1 Johannes 1:9)
Volk: Wij geloven en belijden het
Amo: Mhaymnīnan w-mawdeynan
ܥܡܐ ܡܗܰܝܡܢܺܝܢܰܢ ܘܡܰܘܕܶܝܢܰܢ܀
Uitleg: Voorbeeld: Marcus 2:1-12
Deze Bijbellezing vindt plaats tijdens de week van de ‘Heling van de verlamde’. Deze week wordt gevierd op de derde zondag van het Grote Vasten (Tlithoyo d’Saumo). De gehele week staat in het thema van de zonde en genezing (Exodus 8:16-32), (Handelingen 3:1-10) en (Efeziërs 5:3-21). Er wordt door de priester voorgelezen uit Marcus 2:1-12 omdat ook dit verhaal uit het Nieuwe Testament ziet op de ziekte (van verlamde) en de genezing (door de vergeving van zijn zonden door Christus)
Priester: En na enkele dagen kwam Hij opnieuw in Kapernaüm; en men hoorde dat Hij thuis was.
En meteen verzamelden zich daar velen, zodat zelfs de ruimte bij de deur hen niet meer kon bevatten; en Hij sprak het Woord tot hen.
Er kwamen ook enigen naar Hem toe die een verlamde brachten, door vier mannen gedragen.
En omdat zij niet bij Hem konden komen vanwege de menigte, verwijderden zij de dakbedekking boven de plaats waar Hij was; en nadat zij het dak opengebroken hadden, lieten zij de ligmat waarop de verlamde lag, neer.
En toen Jezus hun geloof zag, zei Hij tegen de verlamde: Zoon, uw zonden zijn u vergeven.
En er zaten daar enigen van de schriftgeleerden, en die overlegden in hun hart:
Waarom spreekt Deze op die manier godslasteringen? Wie kan zonden vergeven dan God alleen?
En Jezus, Die meteen in Zijn geest onderkende dat zij zo bij zichzelf overlegden, zei tegen hen: Waarom overlegt u deze dingen in uw hart?
Wat is gemakkelijker, tegen de verlamde te zeggen: De zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op, neem uw ligmat op en ga lopen?
Maar opdat u zult weten dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde zonden te vergeven (zei Hij tegen de verlamde):
Ik zeg u: Sta op, neem uw ligmat op en ga naar uw huis.
En hij stond meteen op, en nadat hij de ligmat opgenomen had, ging hij voor het oog van allen naar buiten, zodat zij allen buiten zichzelf waren en God verheerlijkten en zeiden: Wij hebben nog nooit zoiets gezien!
Kohno: U ‘al tub Yesu la’Kfarnahun lyawmotho u cad shma’u da’bbaytho huw
ܟܗܢܐ ܘܥܰܠ ܬ݁ܽܘܒ݂ ܝܶܫܽܘܥ ܠܰܟ݂ܦ݂ܰܪܢܰܚܽܘܡ ܠܝܰܘܡܳܬ݂ܳܐ ܘܟ݂ܰܕ݂ ܫܡܰܥܘ ܕ݁ܰܒ݂ܒ݂ܰܝܬ݁ܳܐ ܗܽܘ ܀
ܐܶܬ݂ܟ݁ܰܢܰܫܘ ܣܰܓ݁ܺܝܶܐܐ ܐܰܝܟ݁ܰܢܳܐ ܕ݁ܠܳܐ ܐܶܫܟ݁ܰܚ ܐܳܚܶܕ݂ ܐܶܢܽܘܢ ܐܳܦ݂ܠܳܐ ܩܕ݂ܳܡ ܬ݁ܰܪܥܳܐ ܘܰܡܡܰܠܶܠ ܗ݈ܘܳܐ ܥܰܡܗܽܘܢ ܡܶܠܬ݂ܳܐ ܀
ܘܶܐܬ݂ܰܘ ܠܘܳܬ݂ܶܗ ܘܰܐܝܬ݁ܺܝܘ ܠܶܗ ܡܫܰܪܝܳܐ ܟ݁ܰܕ݂ ܫܩܺܝܠܺܝܢ ܠܶܗ ܒ݁ܶܝܬ݂ ܐܰܪܒ݁ܥܳܐ ܀
ܘܰܕ݂ܠܳܐ ܐܶܫܟ݁ܰܚܘ ܠܡܶܬ݂ܩܰܪܳܒ݂ܽܘ ܠܘܳܬ݂ܶܗ ܡܶܛܽܠ ܟ݁ܶܢܫܳܐ ܣܠܶܩܘ ܠܗܽܘܢ ܠܶܐܓ݁ܳܪܳܐ ܘܰܐܪܺܝܡܘ ܬ݁ܰܛܠܺܝܠܳܐ ܕ݁ܰܐܬ݂ܰܪ ܕ݁ܺܐܝܬ݂ܰܘܗ݈ܝ ܗ݈ܘܳܐ ܝܶܫܽܘܥ ܘܫܰܒ݁ܽܘܗ ܥܰܪܣܳܐ ܕ݁ܰܪܡܶܐ ܗ݈ܘܳܐ ܒ݁ܳܗ ܡܫܰܪܝܳܐ ܀
ܟ݁ܰܕ݂ ܚܙܳܐ ܕ݁ܶܝܢ ܝܶܫܽܘܥ ܗܰܝܡܳܢܽܘܬ݂ܗܽܘܢ ܐܶܡܰܪ ܠܗܰܘ ܡܫܰܪܝܳܐ ܒ݁ܶܪܝ ܫܒ݂ܺܝܩܺܝܢ ܠܳܟ݂ ܚܛܳܗܰܝܟ݁ ܀
ܐܺܝܬ݂ ܗ݈ܘܰܘ ܕ݁ܶܝܢ ܬ݁ܰܡܳܢ ܡܶܢ ܣܳܦ݂ܪܶܐ ܘܰܦ݂ܪܺܝܫܶܐ ܕ݁ܝܳܬ݂ܒ݁ܺܝܢ ܘܡܶܬ݂ܪܰܥܶܝܢ ܗ݈ܘܰܘ ܒ݁ܠܶܒ݁ܗܽܘܢ ܀
ܕ݁ܡܳܢܳܐ ܗܳܢܳܐ ܡܡܰܠܶܠ ܓ݁ܽܘܕ݁ܳܦ݂ܳܐ ܡܰܢܽܘ ܡܶܫܟ݁ܰܚ ܠܡܶܫܒ݁ܰܩ ܚܛܳܗܶܐ ܐܶܠܳܐ ܐܶܢ ܚܰܕ݂ ܐܰܠܳܗܳܐ ܀
ܝܶܫܽܘܥ ܕ݁ܶܝܢ ܝܺܕ݂ܰܥ ܒ݁ܪܽܘܚܶܗ ܕ݁ܗܳܠܶܝܢ ܡܶܬ݂ܪܰܥܶܝܢ ܒ݁ܢܰܦ݂ܫܗܽܘܢ ܘܶܐܡܰܪ ܠܗܽܘܢ ܡܳܢܳܐ ܡܶܬ݂ܪܰܥܶܝܢ ܐܢ݈ܬ݁ܽܘܢ ܗܳܠܶܝܢ ܒ݁ܠܶܒ݁ܟ݂ܽܘܢ ܀
ܐܰܝܕ݂ܳܐ ܦ݁ܫܺܝܩܳܐ ܠܡܺܐܡܰܪ ܠܰܡܫܰܪܝܳܐ ܕ݁ܰܫܒ݂ܺܝܩܺܝܢ ܠܳܟ݂ ܚܛܳܗܰܝܟ݁ ܐܰܘ ܠܡܺܐܡܰܪ ܕ݁ܩܽܘܡ ܫܩܽܘܠ ܥܰܪܣܳܟ݂ ܘܗܰܠܶܟ݂ ܀
ܕ݁ܬ݂ܶܕ݁ܥܽܘܢ ܕ݁ܶܝܢ ܕ݁ܫܰܠܺܝܛ ܗ݈ܽܘ ܒ݁ܪܶܗ ܕ݁ܐ݈ܢܳܫܳܐ ܒ݁ܰܐܪܥܳܐ ܠܡܶܫܒ݁ܰܩ ܚܛܳܗܶܐ ܐܶܡܰܪ ܠܰܡܫܰܪܝܳܐ ܀
ܠܳܟ݂ ܐܳܡܰܪ ܐ݈ܢܳܐ ܩܽܘܡ ܫܩܽܘܠ ܥܰܪܣܳܟ݂ ܘܙܶܠ ܠܒ݂ܰܝܬ݁ܳܟ݂ ܀
ܘܩܳܡ ܒ݁ܰܪ ܫܳܥܬ݂ܶܗ ܘܰܫܩܰܠ ܥܰܪܣܶܗ ܘܰܢܦ݂ܰܩ ܠܥܺܝܢ ܟ݁ܽܠܗܽܘܢ ܐܰܝܟ݁ܰܢܳܐ ܕ݁ܢܶܬ݁ܕ݁ܰܡܪܽܘܢ ܟ݁ܽܠܗܽܘܢ ܘܰܢܫܰܒ݁ܚܽܘܢ ܠܰܐܠܳܗܳܐ ܟ݁ܰܕ݂ ܐܳܡܪܺܝܢ ܕ݁ܠܳܐ ܡܶܡܬ݂ܽܘܡ ܚܙܰܝܢ ܗܳܟ݂ܰܢܳܐ ܀
Hymne na de Evangelielezing
Handeling: Na de lezing uit het Evangelie, zingt het gelovige volk op zondagen en op de feestdagen van de HEER een hymne. Dit is een voorbeeld van een ‘algemene’ hymne die kan worden gezongen. Elke zondag en elke feestdag kent zijn eigen hymne.
Uitleg: De hymne die hier volgt is afhankelijk van de week binnen het Liturgisch Jaar. In deze algemene hymne prijzen de engelen (hemelse wezen) en de mensen (aardse wezens) de glorie van God en Zijn liefde voor de Zoon die Hij opofferde (Johannes 3:16).
Volk: Aan God, die op Zijn feestdag vreugde schenkt aan de hemelse en aardse wezens tezamen, moeten wij een lofzang aanbieden en zingen: “Heilig, heilig, heilig bent U, HEER – U, van wie de hemel vol is en van wiens lofprijzingen de aarde vervuld.” De hogere wezens roepen Hem ‘Heilig!’ toe en de lagere wezens ‘Gezegend vanuit Zijn woonplaats’ en de Vader, die uit den hoge roept: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon’.”
Amo: L’Aloho dab’ad’ide afsah lashmayone u lar’onoye. Shubho naseq le kad omrinan: qadish, qadish, qadishat Moryo. Haw damlen shmayo mene u ar’o men teshubhothe. ‘Eloye q’au men qadish u tahtoye brieg men athre. U Abo dqo’e men rawmo: dhonaw ber habib.
ܥܡܐ ܠܰܐܠܳܗܳܐ ܕܰܒܥܰܕܥܺܐܕܶܗ ܐܰܦܨܰܚ ܠܰܫܡܰܝܳܢ̈ܶܐ ܘܠܐܪ̈ܥܳܢܳܝܶܐ: ܫܽܘܒܚܳܐ ܢܰܣܶܩ ܠܶܗ ܟܰܕ ܐܳܡܪܺܝܢܰܢ: ܩܰܕܺܝܫ ܩܰܕܺܝܫ ܩܰܕܺܝܫܰܬ ܡܳܪܝܳܐ: ܗܰܘ ܕܰܡܠܶܝܢ ܫܡܰܝܳܐ ܡܶܢܶܗ ܘܰܐܪܥܳܐ ܡܶܢ ܬܶܫܶܒܚܳܬܶܗ: ܥܶܠܳܝ̈ܶܐ ܩܥܰܘ ܠܶܗ ܩܰܕܺܝܫ ܘܬܰܚܬܳܝ̈ܶܐ ܒܪܺܝܟ ܡܶܢ ܐܰܬܪܶܗ: ܘܰܐܒܳܐ ܕܩܳܥܶܐ ܡܶܢ ܪܰܘܡܳܐ ܕܗܳܢܰܘ ܒܶܪܝ̱ ܚܰܒܺܝܒܝ̱܀
Karaza
Handeling: Volgens de liturgische boeken houdt de priester zijn preek (‘karaza’) na de Bijbellezing.
N.B. De huidige gewoonte van de Syrisch Orthodoxe kerk om pas tegen het einde van de kerkdienst een preek te houden, is in tegenspraak met de leer van de Kerkvaders. Deze gewoonte is ontstaan om de eenvoudige reden dat een deel van het gelovige volk relatief laat de kerkdienst bijwoont.
Uitleg: De preek van de priester volgt direct op de Bijbellezing, om zo de gemeenschap te leren hoe wij de Bijbelpassages kunnen toepassen in ons eigen leven
Priester:
Kohno:
ܟܗܢܐ :
Husoyo d'Qurobo Alohoyo
Handeling: De Husoyo d’Qurobo Alohoyo is een volledig ontwikkeld gebed om ontferming en vergeving. Husoyo betekent ook letterlijk ‘verzoening’. De opeenvolgende onderdelen van deze Husoyo zijn: i) een openingsgebed, ii) een korte lofzang (‘prumiyon’), iii) een gebed over de wierook, iv) een gebed van dankzegging (de ‘sedro’) en v) een gebed over het wierookvat.
i) In het openingsgebed roept de priester alle aanwezigen op om samen met hem Gods barmhartigheid aan te roepen, zodat deze hen waardig maakt om God onophoudelijk te danken en te verheerlijken.
ii) Deze oproep wordt gevolgd door een kort dank- en lofgebed dat een ‘voorwoord’ vormt op het gebed tot verzoening: ‘Lof aan het Brood van Leven’.
iii) Vervolgens heft de priester het Gebed over de wierook aan en vraagt God om erbarmen voor zichzelf en voor alle gelovigen en hun familieleden, alsook voor de kerkelijke leiders en alle overleden gelovigen. Daarnaast vraagt de priester aan God om ‘de zonden van héél Uw gelovige volk’ weg te wissen.
iv) In de sedro verzoekt de priester God onder meer om Zijn Heilige Geest te sturen en ‘heilig dit brood en deze wijn die voor ons liggen’. Hierna roept het gelovige volk ‘Moryo nqabel husoyok (…)’, waarmee het de HEER verzoekt om het gebed van de priester om vergeving te aanvaarden.
v) Tot slot treedt de wierookdrager (shamlono) op de priester toe voor het Gebed over het wierookvat. De priester zegent het wierookvat driemaal plechtig en bewierookt dan het altaar, de pateen met het brood en de kelk met de wijn, alsook de clerus en alle gelovigen
Uitleg: De misdienaar roept hier dat het gelovige volk vol eerbied moet staan voor het vervolg van de Qurobo Alohoyo. Het staan wordt beschouwd als een uitdrukking van het geloof in de Opstanding en toont de vreugde in de viering van de Opstanding op zondag (elke zondagsviering draait om het thema van de opstanding van Christus). De reden dat de misdienaar ‘Laten wij vol eerbied staan!’ op dit moment uitroept is omdat het gelovige volk in de kerk is gaan zitten om de preek van de priester te horen. Na de preek volgt het gebed tot verzoening en dat gebed moet staand en met volledige aandacht tot God aangeroepen worden
Misdienaar: Laten wij vol eerbied staan!
Shamosho: Stawmen Qalus
ܡܫܡܫܢܐ ܣܛܰܘܡܶܢ ܩܰܐܠܳܘܣ܀
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: i) Openingsgebed van de Husoyo – De priester verzoekt God allereerst om Zijn erbarmen volgens Zijn barmhartige hart. Het gebed tot verzoening met God begint aldus met de Liefde van God, want op eigen kracht en zonder Zijn genade, kan de mens niet tot de HEER komen
Priester: Laten wij allen bidden en de HEER om erbarmen en ontferming vragen:
Kohno: Nsale kulan rahme wahnono men Moryo neb’e:
ܟܗܢܐ ܰܢܨܰܠܶܐ ܟܽܠܰܢ ܘܪ̈ܰܚܡܶܐ ܘܰܚܢܳܢܳܐ ܡܶܢ ܡܳܪܝܳܐ ܢܶܒܥܶܐ:܀
Uitleg: Dit korte gebed van het gelovige volk is een reactie op de oproep van de priester om tot God te bidden om Zijn ontferming
Volk: O barmhartige HEER, heb genade over ons en help ons
amo: Moryo mraḥmono raḥem clayn w-cadarayn
ܥܡܐ ܡܳܪܝܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܘܪܰܚܶܡܥܠܰܝܢ ܘܥܰܕܰܪܰܝܢ
Uitleg: De Husoyo is een ritueel van verzoening met God door middel van de aanbieding van wierook (die onze gebeden bij God brengt). In dit gebed verzoekt de priester om waardig te zijn, alsook te blijven, om God lof te prijzen. Wij verzoeken waardig te zijn om Hem te danken omdat wij God niet genoeg kunnen danken (1 Tessalonicenzen 3:9)
Priester: Mogen wij waardig zijn om steeds lof, dank, glorie, lofprijzing en onophoudelijke verheerlijking aan te bieden, in alle tijden en in alle seizoenen.
Kohno:
ܟܗܢܐ ܬܶܫܒܽܘܚܬܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܘܗܶܕܪܳܐ ܘܩܽܘܠܳܣܳܐ ܘܪܽܘܡܪܳܡܳܐ ܛܳܒܳܐ ܕܠܳܐ ܒܳܛܶܠ܆ ܐܰܡܺܝܢܳܐܺܝܬ݂ ܒܟܽܠܙܒܰܢ ܘܰܒܟܽܠܥܶܕܳܢ ܢܶܫܬܘܶܐ ܕܢܰܣܶܩ܀
Uitleg: ii) Kort dankgebed van de Husoyo (Prumiyon) – Prumiyon betekent voorwoord en dit gebed is een uitwerking van de lofprijzing waarmee elk gebedstijd begint. De priester vervolgt in dit gebed zijn lofprijzing aan Christus, het Brood des Levens (Johannes 6:35). Christus daalde neer uit de hemel (Psalm 78:24), zoals de manna elke dag voedsel bood aan de Israëlieten (Psalm 105:40) toen zij 40 jaar zwierven door de woestijn (Exodus 16:4). De ‘verschijning uit de dochter van David’ verwijst naar de Moeder Gods, Maria, die een afstammeling is van koning David (Matteüs 1:16). De ‘breking op Golgota’ ziet op de plaats waar Christus is gekruisigd (Marcus 15:22). ‘Golgota’ betekent ‘Schedelplaats’ en het is tevens de plaats waar Adam is begraven (door de koning-priester Melkizadeq). Bij het steken in de zij van Christus (Johannes 19:34), stroomde Zijn Bloed en Water over de schedel van Adam
Priester: Lof aan het Brood van Leven, dat uit de hemel neerdaalde en uit de dochter van David verscheen; dat op Golgotha werd gebroken, in de heilige Kerk uitgedeeld en aan het gelovige volk gegeven en dat in staat is de levenden en de doden te verkwikken: opdat Hem lof en eer toekomt, nu tijdens deze viering van de goddelijke Eucharistie en op alle feesten en tijden en uren en momenten en alle dagen van ons leven, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܬܶܫܒܽܘܚܬܳܐ ܠܗܰܘ ܠܰܚܡܳܐ ܕܚܰܝ̈ܶܐ ܕܡܶܢ ܫܡܰܝܳܐ ܢܚܶܬ݂܆ ܘܡܶܢ ܒܰܪ̱ܬ݂ ܕܰܘܺܝܕ ܐܶܬ݂ܚܙܺܝ ܘܰܒܓܳܓܽܘܠܬܳܐ ܐܶܬ݂ܩܨܺܝ܆ ܘܰܒܥܺܕܰܬ ܩܽܘܕܫܳܐ ܐܶܬ݂ܦܰܠܰܓ݂܆ ܘܰܠܥܰܡܳܐ ܡܗܰܝܡܢܳܐ ܐܶܬ݂ܺܝܗܶܒ܆ ܘܰܠܚܰܝ̈ܶܐ ܘܡܺܝ̈ܬ݂ܶܐ ܣܳܦܶܩ ܕܰܢܒܰܣܶܡ܆ ܕܠܶܗ ܝܳܐܶܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܺܐܝܩܳܪܳܐ ܒܗܳܢܳܐ ܥܶܕܳܢܳܐ ܕܫܽܘܡܠܳܝ ܐܶܘܟ݂ܰܪܺܝܣܛܺܝܰܐ ܐܰ ܠܳܗܳܝܬܳܐ܆ ܘܰܒܟܽܠܗܽܘܢ ܥܺܐܕ̈ܶܐ ܘܥܶܕܳܢ̈ܶܐ ܘܫ̈ܳܥܶܐ ܘܙܰܒ̈ܢܶܐ ܘܟܽܠܗܽܘܢ ܝܰܘ̈ܡܳܬ݂ܳܐ ܕܚܰܝܰܝ̈ܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ ܀
Uitleg: iii) Wierookgebed van de Husoyo (‘etro) – Dit gebed begeleid de gebeden bij de opstijgende wierook. Zoals wij verzoeken dat de HEER barmhartig is voor ons, zo dienen wij ook naar onszelf en onze naasten geen onbarmhartigheid te tonen (Jakobus 2:13)
Misdienaar: Voor de barmhartige HEER, voor Zijn vergiffenis schenkend altaar en voor deze heilige en goddelijke Mysteries wordt wierook aangeboden door de handen van deze eerbiedwaardige priester. Laten wij allen bidden en de HEER vragen om erbarmen en ontferming:
Shamosho: Qdom moryo mrahmono waqdom madebhe mhasyono, waqdom roze holen qadishe walohoye, besme metsimin men iday kohno hono myaqro. Nsale kulan urahme wahnono men Moryo neb’e:
ܡܫܡܫܢܐ ܩܕܳܡ ܡܳܪܝܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ. ܘܰܩܕܳܡ ܡܰܕܒܚܶܗ ܡܚܰܣܝܳܢܳܐ. ܘܰܩܕܳܡ ܐܪ̈ܳܙܶܐ ܗܳܠܶܝܢ ܩܰܕܺܝ̈ܫܶܐ ܘܰܐܠܗܳܝ̈ܶܐ. ܒܶܣ̈ܡܶܐ ܡܶܬܬܣܺܝܡܝܺܢ. ܡܶܢ ܐܝ̣̈ܕܰܝ ܟܳܗܢܳܐ ܗܳܢܳܐ ܡܝܰܩܪܳܐ. ܢܨܰܠܐܶ ܟܽܠܰܢ ܘܪ̈ܰܚܡܶܐ ܘܰܚܢܳܢܳܐ ܡܶܢ ܡܳܪܝܳܐ ܢܶܒܥܶܐ
Uitleg: Dit korte gebed van het gelovige volk is een reactie op de oproep van de misdienaar om tot God te bidden om Zijn ontferming
Volk: O barmhartige HEER, heb genade over ons en help ons
amo: Moryo mraḥmono raḥem clayn w-cadarayn
ܥܡܐ ܡܳܪܝܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܘܪܰܚܶܡܥܠܰܝܢ ܘܥܰܕܰܪܰܝܢ
Uitleg: Het wierook staat voor de gebeden van de Heiligen voor de Allerhoogste (Openbaring 5:8). God wist onze fouten uit en zegent eenieder die zich van zijn slechte daden afwendt (Handelingen 3:26). Christus heeft ons immers van alle zonde vrijgekocht door Zichzelf voor ons te geven – en daarmee ons gereinigd en tot Zijn volk gemaakt (Titus 2:14). Christus bevrijdt ons daarnaast in Zijn erbarmen van alle harde terechtwijzingen door in een vlammend vuur te verschijnen en omringd door engelen Zijn macht manifesteren en de onderdrukkers te straffen met onderdrukking. De onderdrukten zullen dan van alle last worden bevrijd (2 Tessalonicenzen 1:6-8)
Priester: Door de geur van wierook – U die vergiffenis schenkt en reinigt; U die vergeeft en uitwist; U die zich onze slechte daden niet blijft herinneren – wis, HEER God, met de barmhartigheid van Uw liefde, mijn vele grote en ontelbare zonden weg en ook de zonden van héél Uw gelovige volk. Heb medelijden, Goede en ontferm U over ons. Gedenk ons, HEER God, in Uw barmhartigheid, en gedenk ook de zielen van onze ouders en van onze broers en zussen, die van onze leiders en leermeesters, van onze overledenen en van alle gelovige overledenen, de kinderen van Uw heilige en schitterende Kerk: HEER God, geef hun zielen en geesten en lichamen rust en besprenkel hun gebeente met een dauw van erbarmen en ontferming. Wees voor ons én voor hen vergeving en vergever, Christus onze Koning, HEER onze HEER, HEER der heerlijkheid. Geef ons antwoord, HEER, sta ons bij en kom ons te hulp, verlos ons en neem onze gebeden en smeekbeden aan. Bevrijd ons in Uw erbarmen van alle harde terechtwijzingen en maak in Uw barmhartigheid, HEER, een eind aan de pijnlijke slagen van Uw toorn. Maak ons allen het goede einde waardig dat voor mensen van vrede is bestemd, HEER van eendracht en vrede: schenk ons de christelijke levensvoltooiing die U dierbaar en welgevallig is en bij de waardigheid van Uw heerschappij past. U bieden wij lof en dank aan, nu en altijd, tot in de eeuwigheid.
Kohno:
ܟܗܢܐ ܥܰܠ ܥܶܛܪܳܐ ܕܒܶܣ̈ܡܶܐ: ܡܚܰܣܝܳܢܳܐ ܗܳܟ݂ܺܝܠ ܘܰܡܕܰܟܝܳܢܳܐ ܘܫܳܒܽܘܩܳܐ ܘܥܳܛܽܘܝܳܐ ܘܠܳܚܽܘܝܳܐ ܘܠܳܐ ܡܶܬ݂ܥ̱ܰܗܕܳܢܳܐ ܠܒܺܝܫܽܘܬ݂ܰܢ. ܠܚܺܝ ܐܰܢ̱ܬ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܒܰܡܪܰܚܡܳܢܽܘܬ݂ܶܗ ܕܚܽܘܒܳܟ݂ ܠܰܚ̈ܛܳܗܰܝ ܣܰܓܺܝ̈ܶܐܐ ܘܪܰܘܪ̈ܒܶܐ ܘܰܕܠܳܐ ܡܶܬ݂ܡܢܶܝܢ ܘܠܰܚ̈ܛܳܗܰܘܗ̱ܝ ܕܟܽܠܶܗ ܥܰܡܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܡܗܰܝܡܢܳܐ. ܚܽܘܣ܆ ܛܳܒܳܐ܆ ܘܶܐܬ݂ܪܰܚܰܡ ܥܠܰܝܢ. ܐܶܬ݂ܕܰܟ݂ܪܰܝܢ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܘܶܐܬ݂ܕܰܟ݂ܪ ܒܶܗ ܠܢܰܦ̈ܫܳܬ݂ܳܐ ܕܰܐܒܳܗܰܝ̈ܢ ܘܕܰܐܚܰܝ̈ܢ ܘܰܕܪ̈ܰܒܳܢܰܝܢ ܘܰܕܡܰܠܦܳܢܰܝ̈ܢ ܘܰܕܥܰܢܺܝ̈ܕܰܝܢ ܘܰܕܟܽܠܗܽܘܢ ܥܰܢܺܝ̈ܕܶܐ ܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ ܝܰܠܕܶܝ̈ܗ̇ ܕܥܺܕܬܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܘܰܡܫܰܒܰܚܬܳܐ. ܐܰܢܺܝܚ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܢܰܦ̈ܫܳܬ݂ܗܽܘܢ ܘܪ̈ܽܘܚܳܬ݂ܗܽܘܢ ܘܦܰܓ݂ܪ̈ܰܝܗܽܘܢ ܘܪܽܘܣ ܛܰܠܳܐ ܕܪ̈ܰܚܡܶܐ ܘܕܰܚܢܳܢܳܐ ܥܰܠ ܓܰܪ̈ܡܰܝܗܽܘܢ. ܘܚܽܘܣܳܝܳܐ ܘܰܡܚܰܣܝܳܢܳܐ ܗܘܺܝ ܠܰܢ ܘܰܠܗܽܘܢ ܡܫܺܝܚܳܐ ܡܰܠܟܰܢ ܡܳܪܝܳܐ ܡܳܪܰܢ ܡܳܪܳܗ̇ ܕܬܶܫܒܽܘܚܬܳܐ. ܥܢܺܝ ܠܰܢ ܡܳܪܝ̱ ܘܬܳܐ ܠܺܐܝܳܠܰܢ ܘܬܳܐ ܠܥܽܘܕܪܳܢܰܢ ܘܰܦܪܽܘܩ ܠܰܢ ܘܩܰܒܶܠ ܨܠܰܘ̈ܳܬ݂ܰܢ ܘܬܰܟ݂ܫ̈ܦܳܬ݂ܰܢ ܘܒܰܛܶܠ ܒܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܠܟܽܠܗܶܝܢ ܡܰܪ̈ܕܘܳܬ݂ܳܐ ܩܰܫ̈ܝܳܬ݂ܳܐ ܘܰܠܫܰܒ̈ܛܶܐ ܡܫܺܝ̈ܡܳܢܶܐ ܕܪܽܘܓ݂ܙܳܐ ܡܶܢܰܢ ܒܰܡܪܰܚܡܳܢܽܘܬ݂ܳܟ݂ ܡܳܪܝܳܐ ܟܠܺܝ ܘܰܐܥܒܰܪ. ܘܰܠܚܰܪܬ݂ܳܐ ܛܳܒܬ݂ܳܐ ܗܳܝ ܕܺܐܝܬ݂ܶܝܗ̇ ܠܓܰܒܪ̈ܶܐ ܕܰܫܠܳܡܳܐ܆ ܡܳܪܳܐ ܕܫܰܝܢܳܐ ܘܕܰܫܠܳܡܳܐ ܐܰܫܘܳܐ ܠܟܽܠܰܢ ܘܰܠܫܽܘܠܳܡܳܐ ܡܫܺܝܚܳܝܳܐ ܗܰܘ ܕܠܳܟ݂ ܪܚܺܝܡ ܘܰܦܐܶܐ ܘܫܳܦܰܪ ܠܰܐܠܳܗܽܘܬ݂ܳܟ݂ ܫܰܟܶܢ ܠܰܢ. ܘܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܡܰܣܩܺܝܢܰܢ. ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg: Het woord ‘amen’ drukt een bevestiging uit (Deuteronomium 27:15). Het wordt hier uitgesproken door het gelovige volk als een positieve bekrachtiging van de waarheid, goedheid en inhoud van het gebed van de priester. Daarnaast sluit het woord ‘amen’ hier ook het Wierookgebed van de Husoyo af, waarna overgegaan wordt naar de Sedro van de Husoyo
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: iv) Sedro van de Husoyo – De sedro is een gebed dat het opleggen van de wierookkorrels in het wierookvat begeleidt. De HEER is de enige wetgever en rechter: Hij is bij machte te redden of in het verderf te storten (Jakobus 4:12). Om die reden moeten wij onze naaste niet veroordelen of kwaad over hun spreken. Want wie zijn wij om over onze naaste te oordelen (Mattheüs 7:1-5)? Daarin kunnen wij een voorbeeld nemen aan het geduldige lijden van de profeten die in de Naam van de HEER spraken (Jakobus 5:10). In dit gebed wordt God bijgevolg verzocht om onze denkbeelden en gedachten te zuiveren. Hiervoor is een zuiver hart nodig, omdat de onreinheid komt: ‘van binnenuit, uit het hart van de mensen komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid‘ (Marcus 7:18). Het zijn daarmee de hartstochten die voor strijd en het vuil van de zonde zorgen. God leert ons echter om onszelf te vernederen, zodat wij onze harten kunnen zuiveren (Jakobus 4:1-10)
Priester: Voor U, God der goden en HEER der heren; voor U, Rechter der rechters en Schrik van alle heersers; voor U wiens schittering de vuurwezens vrezen en voor wiens aanblik de geestwezens beven, buigen wij ons neer in aanbidding, omdat U ons waardig hebt gemaakt voor het dienstwerk van de heilige Serafijnen en tot deelgenoten van de aanbiddelijke Mysteries van Uw Godheid. Daarom smeken wij Uw Godheid ons door Uw overvloedig erbarmen vergiffenis te schenken, zodat wij op een heilige manier voor U en Uw heilig altaar staan en op een zuivere manier U het priesterlijke dienstwerk aan Uw geestelijke tafel aanbieden. Stuur Uw Heilige Geest en heilig dit brood en deze wijn die voor ons liggen. Doe onze lichamen en zielen stralen, heilig onze denkbeelden en gedachten, en zuiver ons van al het vuil van de zonde. Dan kunnen wij U als priesters aangename en onbevlekte offers aanbieden, de gelukzaligheid waardig worden die U aan Uw heiligen hebt beloofd, en samen met hen en te midden van hen lof en dank brengen aan U, aan Uw Vader en aan Uw Heilige Geest, nu en altijd, tot in de eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܩܕܳܡܰܝܟ ܐܰ ܠܳܗ ܐܰ ܠܳܗܺܝ̈ܢ ܘܡܳܪܶܐ ܡܳܪ̈ܰܘܳܢ܆ ܩܕܳܡܰܝܟ ܕܰܝܳܢܳܐ ܕܕ̈ܰܝܳܢܶܐ ܘܰܕܚܺܝܠ ܥܰܠ ܫܰܠܺܝܛܳܢ̈ܶܐ܆ ܗܰܘ ܕܡܶܬ݂ܪܰܗܒܺܝܢ ܢܽܘܪ̈ܳܢܶܐ ܡܶܢ ܙܺܝܘܶܗ ܘܙܳܝܥܺܝܢ ܪ̈ܽܘܚܳܢܶܐ ܡܶܢ ܚܙܳܬ݂ܶܗ܆ ܣܳܓ݂ܕܺܝܢܰܢ ܘܰܡܦܺܝܣܺܝܢܰܢ ܠܰܐܠܳܗܽܘܬ݂ܳܟ݂܆ ܕܰܐܫܘܺܝܬܳܢ ܠܬܶܫܡܶܫܬܳܐ ܕܰܣܪ̈ܳܦܶܐ ܩܰܕ̈ܺܝܫܶܐ ܘܫܰܘܬܶܦܬܳܢ ܒܐ̱ܪ̈ܳ ܙܶܐ ܣܓ݂ܺܝ̈ܕ݂ܶܐ ܕ݂ܰ ܐ ܠܳܗܽܘܬ݂ܳܟ݂܆ ܕܰܬܚܰܣܶܐ ܠܰܢ ܒܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܫܦܺܝ̈ܥܶܐ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܰܢܩܽܘܡ ܩܕܳܡܰܝܟ ܩܰܕܺܝܫܳܐܺܝܬ݂ ܘܰܩܕܳܡ ܡܰܕܒܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܳܐ܆ ܘܰܢܟܰܗܶܢ ܠܳܟ݂ ܙܰܗܝܳܐܺܝܬ݂ ܥܰܠ ܦܳܬܽܘܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܪܽܘܚܳܢܳܝܳܐ܆ ܘܰܬܫܰܕܰܪ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܘܰܬܩܰܕܶܫ ܠܠܰܚܡܳܐ ܘܰܠܚܰܡܪܳܐ ܗܳܠܶܝܢ ܕܰܩܕܳܡܰܝܢ ܣܺܝܡܺܝܢ܆ ܘܰܬܙܰܗܶܐ ܦܰܓ݂ܪ̈ܰܝܢ ܘܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܰܢ ܘܰܬܩܰܕܶܫ ܚܽܘ̈ܫܳܒܰܝܢ ܘܬܰܪ̈ܥܝܳܬ݂ܰܢ ܘܬܶܡܪܽܘܩ ܡܶܢܰܢ ܟܽܠ ܨܽܘܥ̈ܨܳܥܶܐ ܕܰܚܛܺܝܬ݂ܳܐ܆ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܰܢܟܰܗܶܢ ܠܳܟ݂ ܕܶܒܚ̈ܶܐ ܗܰܢܺܝ̈ܐܶܐ ܘܠܳܐ ܡܛܰܘ̈ܫܶܐ܆ ܘܢܶܫܬܘܶܐ ܠܛܽܘ̈ܒܶܐ ܕܰܡܠܰܟ݂ܬ ܠܩܰܕ̈ܺܝܫܰܝܟ܆ ܘܰܐܟ݂ܚܕܳܐ ܥܰܡܗܽܘܢ ܘܒܰܝܢܳܬ݂ܗܽܘܢ ܢܰܣܶܩ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܠܰܐܒܽܘܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܳܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ ܀
Uitleg: De Qurobo Alohoyo is, naast een Dankzegging en Eenwording met Christus, een smeekbede aan de HEER. Wij verzoeken God om vergeving en vragen Hem om onze gebeden te beantwoorden. De gemeenschap verzoekt aan de priester dat de vergeving van onze zonden door God wordt aanvaard. De priester is in zoverre een ‘advocaat’ (pleitbezorger) van het volk bij de HEER (de rechter over ons allen), zoals Abraham (Genesis 18:22-32) en Mozes (Numeri 14:13-22) dat ook waren.
Volk: Amen. Moge de HEER uw gebed om vergeving aanvaarden en ons door uw gebeden helpen.
Amo: Amin. Moryo nqabel husoyok, w-lan n’adar ba-slawotok.
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De priester verzoekt dat wij vergeven worden voor onze zonden en dat wij niet alleen waardig worden gevonden om een goed leven te leiden op aarde, maar dat wij ook na onze ontslapenis vergeven worden door Christus bij het Laatste Oordeel. Dit gebed ziet niet namelijk alleen op de levenden, maar ook op hen die al zijn ontslapen in de HEER en om wiens ziel wij nog kunnen bidden. Zo laat het verhaal van de rijke man en Lazarus zien dat wij God kunnen verzoeken medelijden met ons te hebben voordat de zondige mens vanuit Sheol naar het dodenrijk wordt veroordeeld (Lucas 16:19-31)
Priester: Mogen wij van God vergiffenis van schulden en vergeving van zonden ontvangen, in beide werelden, tot in de eeuwen der eeuwen
Kohno:
ܟܗܢܐ ܡܶܢ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܢܩܰܒܶܠ ܚܽܘܣܳܝܳܐ ܕܚܰܘ̈ܒܶܐ ܘܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ ܒܰܬܪ̈ܰܝܗܽܘܢ ܥܳܠܡ̈ܶܐ܆ ܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg: Het woord ‘amen’ drukt een bevestiging uit (Deuteronomium 27:15). Het wordt hier uitgesproken door het gelovige volk als een positieve bekrachtiging van de waarheid, goedheid en inhoud van het gebed van de priester. Daarnaast sluit het woord ‘amen’ hier ook het Sedro van de Husoyo af, waarna overgegaan wordt naar het Wierookvatgebed van de Husoyo
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: v) Wierookvatgebed van de Husoyo – Dit is het gebed over het wierookvat. De priester spreekt uit dat God de Vader Heilig is en aanbeden moet worden. De Drievuldigheid wordt driemaal Heilig genoemd in Zijn afzonderlijke eenheden en daarmee reflecteert dit gebed het Qadish aan het begin van de pre-Anafora (Qadīšat Aloho), het Heiligen van de Engelen van de Anafora (Qadish, Qadish, Qadish) en de Aanroeping van de Heilige Geest (één Heilige Vader, Zoon en Heilige Geest)
Priester: Ik, zwakke en zondige dienaar van God, antwoord en zeg: Heilig♱ is de Heilige Vader
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܶܢܳܐ ܕܶܝܢ ܥܰܒܕܳܐ ܡܚܺܝܠܳܐ ܘܚܰܛܳܝܳܐ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܐܶܥܢܶܐ ܘܺܐܡܰܪ: ܩܰܕܺܝܫ ♱ ܐܰܒܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ
Uitleg: Het woord ‘amen’ drukt hier bevestiging uit van de Heiligheid van God de Vader
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De priester spreekt uit dat Christus, de Eniggeboren Zoon van God, Heilig is en aanbeden moet worden. Het is de Wil van God dat wij – naar het voorbeeld van Zijn Zoon – een heilig leven leiden. Dat doen wij vooreerst door ons lichaam te heiligen en in eerbaarheid te beheersen. Bovenal geschiedt dat door niet toe te kennen aan hartstochten en begeerte, maar de voorschriften van de Wet te houden en de Heilige Geest niet te verwerpen (1 Tessalonicenzen 4:3-8)
Priester: Heilig♱ is de heilige Zoon
Kohno:
ܟܗܢܐ ܩܰܕܺܝܫ ♱ ܒܪܳܐ ܩܰܕܺܝܫ
Uitleg: Het woord ‘amen’ drukt hier bevestiging uit van de Heiligheid van God de Zoon
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De priester spreekt uit dat de Heilige Geest, de Geest van God, Heilig is en aanbeden moet worden. Het is tevens de Heilige Geest die in het wierookvatgebed het wierookvat heiligt. De priester maakt duidelijk dat de Heilige Geest erbarmen heeft met onze zielen, maar op dit moment in de viering wordt nog geen vergeving gegeven door de Heilige Geest. Onze blik is op dit moment nog op de hemel; het is pas later (bij de Aanroeping van de Heilige Geest) dat wij vergeving kunnen verkrijgen bij de verlegging van de focus naar de vergevende Communie. In de Eucharistische gaven op het altaar wordt namelijk Gods Heiligheid onthuld en in de sacrementale ontmoeting met de Heilige beseffen wij dat wij zondig zijn. Door het ontvangen van de Communie verkrijgen wij de vergeving van de zonden
Priester: Heilig♱ is de Heilige Geest, die het wierookvat van zijn zondige dienaar heiligt, terwijl Hij medelijden en erbarmen heeft met onze zielen, namelijk met onze eigen zielen en die van onze ouders en van onze broers en zussen, die van onze leiders en onze overledenen en van alle gelovige overledenen, de kinderen van de heilige kerk, in beide werelden, tot in de eeuwen der eeuwen
Kohno:
ܟܗܢܐ ܩܰܕܺܝܫ ♱ ܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܕܰܡܩܰܕܶܫ
ܠܦܺܝܪܡܳܐ ܕܚܰܛܳܝܳܐ ܥܰܒܕܶܗ ܟܰܕ ܚܳܐܶܣ ܘܡܶܬ݂ܪܰܚܰܡ ܥܰܠ ܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܳܐ܆ ܥܰܠ ܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܳܐ ܟܺܝܬ݂ ܕܺܝܠܰܢ ܘܕܰܐܒܳܗ̈ܰܝܢ ܘܕܰܐܚܰܝ̈ܢ ܘܰܕܪ̈ܰܒܳܢܰܝܢ ܘܰܕܥܰܢܺܝ̈ܕܰܝܢ ܘܰܕܟܽܠܗܽܘܢ ܥܰܢܺܝ̈ܕܶܐ ܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ ܝܰܠܕܶܝ̈ܗ̇ ܕܥܺܕܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ܆ ܒܰܬܪ̈ܰܝܗܽܘܢ ܥܳܠܡ̈ܶܐ܆ ܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg: Het woord ‘amen’ drukt hier bevestiging uit van de Heiligheid van de Heilige Geest
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Thumo d'haymonutho
Handeling: De bezegeling van het geloof (‘Thumo d’Haymonutho’) markeert de Geloofsbelijdenis die door het gehele gelovige volk dient te worden uitgesproken. De Geloofsbelijdenis bevat immers de kern van het Syrisch Orthodoxe geloof (Qonuno d’Haymonutho). Voorafgaand aan deze hymne neemt de priester het wierookvat en bewierookt hij het Altaar, de Heilige Mysteries – (indien de bisschop aanwezig is: de aanwezige bisschop wiens rechterhand hij kust) – en het gelovige volk. De priester geeft vervolgens het wierookvat aan de wierookdrager, die een rondgang maakt door de kerk en het gelovige volk bewierookt. Door het wierook stijgen de gebeden naar de hemel (Psalm 141:2).
Vervolgens – en terwijl allen samen de geloofsbelijdenis afleggen – beëindigt de priester de bewieroking, wast hij zijn handen bidt hij enkele stille gebeden om de Husoyo af te sluiten. Hij bidt voor zichzelf, voor alle overledenen, alle gelovigen en in het bijzonder voor degenen die hem gevraagd hebben om hem in zijn priesterlijk gebed te gedenken.
Uitleg: De misdienaar roept alle aanwezigen op om aandachtig en eerbiedig op het gebed van de priester te antwoorden met de gezamenlijke belijdenis van het Syrisch Orthodoxe christelijk geloof. De goddelijke Wijsheid komt van boven en leidt tot een onberispelijk leven, kent wijze zachtmoedigheid, is zuiver, vredelievend, mild en meegaand. Het is daarnaast rijk aan ontferming en brengt niets dan goede vruchten voort. Het is ook onpartijdig en oprecht (Jakobus 3:13-18)
Volk: Laten wij de goddelijke Wijsheid bijwonen. Laten wij recht staan en het gebed van de eerbiedwaardige priester beantwoorden en zeggen:
Shamosho: Sofya tefruskomen, nqum shafir basluth kohno myaqro ne’ne u nimar:
ܡܫܡܫܢܐ ܣܽܘܦܺܝܰܐ ܬܶܐܦܪܳܣܟܳܡܶܢ܇ ܢܩܽܘܡ ܫܰܦܺܝܪ ܒܰܨܠܽܘܬ̣ ܟܳܗܢܳܐ ܡܝܰܩܪܳܐ ܢܶܥܢܶܐ ܘܢܺܐܡܰܪ܀
Uitleg: Deze geloofsbelijdenis is nauw verwant met de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel uit 381 n. Chr. De kern van het christelijke geloof is het eerste gebod van de tien geboden: ‘Ik ben de HEER, uw God die u (…) uit de slavernij heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden‘ (Exodus 20:2). God Zelf behoedt ons om ons niet in te laten met afgoderij (1 Johannes 5:21). De apostolische traditie is daarin ondersteunend en daarmee trouw aan de leer van God en de boodschap van de Zoon (2 Tessalonicenzen 2:15)
Priester: Wij geloven in één God
Kohno: Mhayminan bhad Aloho
ܟܗܢܐ :ܡܗܰܝܡܺܝܢܰܢ ܒܚܰܕ ܐܰܠܗܳܐ
Uitleg: De geloofsbelijdenis spreekt tot ons geloof in de boodschap van de Zoon en tot trouw aan de leer van God in overeenstemming met de apostolische traditie. De inhoud van de ‘Thumo d’Haymonutho‘ is vastgesteld tijdens de Concilie van Nicea (325 n. Chr.) en aangevuld na afloop van de Concilie van Constantinopel (381 n. Chr.) en Efeze (431 n. Chr.). Wij belijden in de ‘Abo Ahid‘ dat God leed, stierf, werd begraven en verrees op de derde dag, zoals Hij Wilde. De Goddelijke Wil was namelijk dat Hij de Schriften en Profeten zo heeft laten zijn geschreven zoals Hij het Wilde. Christus is gekomen om de Wetten en Profeten tot vervulling te brengen. Zo had Christus ook de beker des dood aan zich voorbij kunnen laten gaan (Mattheüs 26:39). Maar Hij heeft laten zien dat Hij waarlijk goddelijk én menselijk is door de vervulling van de goddelijke Wil resp. zijn menselijke angst voor de dood. Op het moment dat hij werd doorboord met een speer, zien wij bovendien dat zijn bloed (menselijk) en water (goddelijk) niet waren vermengd (Johannes 19:34-37). Dit duidt erop dat Zijn lichaam nooit in een staat van ontbinding is geweest en te allen tijde goddelijk was. De ‘Abo Ahid‘ is de enige belijdenis die direct te herleiden is tot de Concilies. De inhoud van de hymnen van de Qurobo Alohoyo is echter door de eeuwen heen ontwikkeld en moet in dat licht worden begrepen
Volk: De almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde en van alles wat zichtbaar en onzichtbaar is. En in één HEER Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, die uit de Vader is geboren vóór alle eeuwen: Licht uit Licht, ware God uit de ware God, geboren en niet geschapen, en in wezen gelijk als Zijn Vader, door wie alles ontstond. Hij die omwille van ons mensen en omwille van onze verlossing
neerdaalde uit de hemel, een lichaam aannam uit de Heilige Geest en uit de Maagd Maria, de Moeder van God en mens werd; Hij werd voor ons gekruisigd in de dagen van Pontius Pilatus; Hij leed, stierf, werd begraven en verrees op de derde dag, zoals Hij wilde; Hij steeg op naar de hemel en is gezeten aan de rechterhand van Zijn Vader. En Hij zal opnieuw komen met grote heerlijkheid, om te oordelen over levenden en doden, aan wiens koninkrijk geen einde heeft. En in één Heilige Geest, die HEER is en aan allen het leven schenkt;
Hij die van de Vader uitgaat en samen met de Vader en de Zoon wordt aanbeden en verheerlijkt; Hij die door de Profeten en Apostelen sprak. En in één heilige, katholieke en apostolische kerk; En wij belijden dat er één doop is tot vergeving van de zonden; En wij verwachten de opstanding van de doden en het nieuwe leven in de wereld die gaat komen. Amen.
amo: Abo ahid kul ‘obudo dashmayo u dar’o, wadkulhen aylen dmethazyon wadlo methazyon. Wabhad moryo Yeshu’ Mshiho ihidoyo bro dAloho. Haw dmen abo ethiled qdom kulhen ‘olme. Nuhro dmen nuhro, Aloho shariro dmen Aloho shariro. Ilido ulo ‘bido washwe busiya labuy, dbide hwo kul. Haw dmetulothan bnaynosho metul furqonan.
Nheth men shmayo wethgasham men ruho qadisho u men Maryam bthulto yoldath Aloho wahwo barnosho, westleb hlofayn byawmay Fentios Filatos. Hash u mith, wethqbar, u qom latlotho yawmin ag dasbo. Wasleq lashmayo witheb men yamino dabuy, u tub othe bshubho rabo lamdon lhaye walmithe, haw dalmalkuthe shulomo lo ith. Wabhad ruho qadisho dithauw moryo mahyono dkul.
Haw dmen abo nofeq u ‘am abo u’am bro mestged u meshtabah. Haw dmalel banbiye u bashlihe. U bahdo ‘ito qadishto qatuliqi washlihoyto, umawdenan dahdoy ma’moditho lshubqono dahtohe. Wamsakenan laqyomto dmithe wal haye hathe dab’olmo da’tieth. Amin baregmor. Stawmenqawlos qoryeleison.
ܥܡܐ ܐܰܒܳܐ ܐܰܚܺܝܕ ܟܽܠ ܥܳܒܽܘܕܳܐ ܕܰܫܡܰܝܳܐ ܘܕܰܪܥܳܐ. ܘܰܕܟܽܠܗܶܝܢ ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܡܶܬܚܰܙ̈ܝܳܢ ܘܰܕܠܳܐ ܡܶܬܚܰܙ̈ܝܳܢ. ܘܰܒܚܰܕ ܡܳܪܝܳܐ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܝܺܚܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ܕܰܐܠܗܳܐ. ܗܰܘ ܕܡܶܢ ܐܰܒܳܐ ܐܶܬ̣ܝܺܠܶܕ ܩܕܳܡ ܟܽܠܗܽܘܢ ܥܳܠܡ̈ܶܐ ܢܽܘܗܪܳܐ ܕܡܶܢ ܢܽܘܗܪܳܐ. ܐܰܠܗܳܐ ܫܰܪܺܝܪܳܐ ܕܡܶܢ ܐܰܠܗܳܐ ܫܰܪܺܝܪܳܐ. ܝܺܠܺܝܕܳܐ ܘܠܳܐ ܥܒܺܝܕܳܐ. ܘܰܫܘܶܐ ܒܐܘܣܺܝܰܐ ܠܰܐܒܽܘܗܝ. ܕܒܺܐܝܕܶܗ ܗܘܳܐ ܟܽܠ. ܗܰܘ ܕܡܶܛܽܠܳܬ̣ܰܢ ܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܘܡܶܛܽܠ ܦܽܘܪܩܳܢܰܢ.
ܢܚܶܬ̣ ܡܶܢ ܫܡܰܝܳܐ ܘܐܶܬ̣ܓܰܫܰܡ ܡܶܢ ܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܘܡܶܢ ܡܰܪܝܰܡ ܒܬ̣ܽܘܠܬܳܐ ܝܳܠܕܰܬ̣ ܐܳܠܗܳܐ ܘܰܗܘܳܐ ܒܰܪܢܳܫܳܐ. ܘܐܶܨܛܠܶܒ ܚܠܳܦܰܝܢ ܒܝܰܘܡܰܝ̈ ܦܶܢܛܺܝܘܳܣ ܦܺܝܠܰܛܳܘܣ. ܚܰܫ ܘܡܺܝܬ̣ ܘܐܶܬ̣ܩܒܰܪ ܘܩܳܡ ܠܰܬܠܳܬ̣ܳܐ ܝܰܘܡ̈ܝܢ ܐܰܝܟ ܕܰܨܒܳܐ. ܘܰܣܠܶܩ ܠܰܫܡܰܝܳܐ ܘܝܺܬ̣ܶܒ ܡܶܢ ܝܰܡܺܝܢܳܐ ܕܐܰܒܽܘܗܝ. ܘܬܽܘܒ ܐܳܬ̣ܶܐ ܒܫܽܘܒܚܳܐ ܪܰܒܳܐ ܠܰܡܕܳܢ ܠܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܠܡܺܝ̈ܬ̣ܶܐ. ܗܰܘ ܕܰܠܡܰܠܟܽܘܬ̣ܶܗ ܫܽܘܠܳܡܳܐ ܠܳܐ ܐܺܝܬ̣. ܘܰܒܚܰܕ ܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܕܐܺܝܬ̣ܰܘܗܝ ܡܳܪܝܳܐ ܡܰܚܝܳܢܳܐ ܕܟܽܠ.
ܗܰܘ ܕܡܶܢ ܐܰܒܳܐ ܢܳܦܶܩ ܘܥܰܡ ܐܰܒܳܐ ܘܥܰܡ ܒܪܳܐ ܡܶܣܬܓ̣ܶܕ ܘܡܶܫܬܰܒܰܚ. ܗܰܘ ܕܡܰܠܶܠ ܒܰܢܒܺܝ̈ܶܐ ܘܒܰܫܠܺܝ̈ܚܶܐ. ܘܒܰܚܕܳܐ ܥܺܕܬܳܐ ܩܰܕܺܫܬܳܐ ܩܰܬܽܘܠܺܝܩܺܝ ܘܰܫܠܺܝ̣ܚܳܝ̣ܬܳܐ. ܘܡܰܘܕܶܢܰܢ ܕܰܚܕܳܐ ܗܺܝ ܡܰܥܡܽܘܕܺܝܬ̣ܳܐ ܠܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ. ܘܰܡܣܰܟܶܝܢܰܢ ܠܰܩܝܳܡܬܳܐ ܕܡܺܝ̈ܬ̣ܶܐ ܘܰܠܚܰܝ̈ܶܐ ܚܰܕ̈ܬ̣ܶܐ ܕܰܒܥܳܠܡܳܐ ܕܰܥܬܺܝܕ. ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱܀ ܣܛܰܘܡܶܢܩܰܐܠܳܘܣ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ ܀
Het geven van de vrede
Handeling: De woorden van deze hymne zien op Vredewens. De vrede wordt door de priester genomen van de nog bedekte Mysteries (door de overgeslagen hoek van de shushefo te kussen). De vrede (‘Shlomo‘) komt dus van Christus en het wierookvat wordt gekust om deze te voorzien van de vrede van Christus. Vervolgens neemt de wierookdrager de zegening van de priester over en kust de wierookdrager het Evangelieboek. De wierookdrager geeft de Vredewens door aan het gelovige volk, mede middels het wierookvat. Het gelovige volk wenst elkaar vrede, aan ieder wie naast hem staat, met een goddelijke en heilige kus in de liefde van de HEER, onze God. Degene die de Vrede geeft zegt: ‘De vrede van onze HEER en God’ (‘Šlomeh d-Moran w-Alohan‘). Degene die de Vrede ontvangt zegt: ‘Moge Hij met ons en onder ons zijn’ (‘Nehwe ‘aman w-baynotan‘)
Uitleg: De woorden ‘καλός’ betekenen letterlijk ‘Laten wij mooi staan’, dat wil zeggen met aandacht en eerbied (Hebreeën 12:12 en 12:25)
Misdienaar: Laten wij vol eerbied staan!
Shamosho:
ܡܫܡܫܢܐܣܛܳܘܡܶܢ ܩܰܐܠܳܘܣ
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: Dit gebed is ter voorbereiding op de vredewens. De priester verzoekt God om het gelovige volk waardig te maken voor de Verlossing die Hij ons biedt. Met de vredekus is de gehele kerk met elkaar verbonden: in eenheid met elkaar. Na het begin van de Anafora is de kerk in eenheid met hemelse engelen – en met het nemen van de Communie is de kerk in eenheid met God (‘Theosis’). Het feit dat God Meester is van alles dat bestaat, maakt dat wij tegenover eenieder goed moeten zijn: geef zelfs slaven daar zij recht op hebben en wat redelijk is, omdat ook wij een Meester hebben – en wel in de hemel (Kolossenzen 4:1)
Priester: God en Meester van alles dat bestaat: maak ons, ofschoon wij haar niet waardig zijn, toch deze Verlossing waardig. Dan kunnen wij zonder huichelarij en verenigd door de band van de liefde elkaar met een heilige en goddelijke kus vrede wensen, en lof en dank aanbieden aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܕܟܽܠ ܘܡܳܪܳܐ܆ ܠܰܢ ܗܳܢܽܘܢ ܕܠܳܐ ܫܳܘܶܝܢ ܐܰܫܘܳܐ ܠܦܽܘܪܩܳܢܳܐ ܗܳܢܳܐ܆ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܠܳܐ ܢܟ݂ܺܝ̈ܠܶܐ ܘܰܡܚܰܝ̈ܕܰܝ ܒܶܐܣܳܪܳܐ ܕܚܽܘܒܳܐ ܢܫܰܠܶܡ ܠܰܚܕܳܕ̈ܶܐ ܒܢܽܘܫܰܩܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܘܰ ܐ ܠܳܗܳܝܬܳܐ܆ ܘܢܰܣܶܩ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: Het gelovige volk bevestigt met het woord ‘amen’ dat zij in ware Vrede elkaar een goddelijke kus zal geven. Het verzoek om gezegend te worden door de HEER is een erkenning van het feit dat elke goede gave, elk volmaakt geschenk van God de Vader komt uit de hemel (Jakobus 1:17)
Volk: Amen. Zegen, HEER
Amo: Amīn. Barekmor
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱
Uitleg: Christus is Vrede. Toen Christus na Zijn opstandig verscheen bij de Apostelen in de bovenkamer, zei Hij tweemaal tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede toe!’ (‘Shlomo lkulghun‘). Vervolgens zei Christus: ‘Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie’. Toen blies Hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20:19-22). Deze vredewens van de priester is daarmee een zegen voor het gelovige volk
Priester: Vrede♱ met u allen
Kohno: Shlomo lkulghun
ܟܗܢܐ ܫܠܡܐ ܠܟܠ݂ܟܘܢ
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Volk: En met Uw Geest.
Amo: ‘am ruho dilog
ܥܡܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: De inhoud van deze hymne houdt nauw verband met de oproep van de Apostel Paulus: ‘Wees één met elkaar en maak geen ruzie. Dan zal de God van liefde en vrede bij jullie zijn. Groet elkaar met een heilige kus. Jullie moeten de groeten hebben van alle gelovigen‘ (2 Korintiërs 13:11-12). Met de Vredewens zuiveren wij ons hart van alle kwaad die wij mogelijk tegen onze broeder kunnen hebben. Verwijt jij jouw broeder of zuster nog iets? Laat dan jouw offer op het Altaar staan en verzoen jezelf eerst met hem of haar ((Mattheüs 5:23-24). God zegt dan ook dat wij zelfs van onze vijanden moeten houden en Zijn liefde moeten zijn en uitdragen (Mattheüs 5:44). God is immers Liefde (1 Johannes 4:8). De Vredekus is daarmee ook een teken van oprechte onderlinge liefde, vrede en eensgezindheid in God (Romeinen 8:39)
Misdienaar: Laten wij vrede aan elkaar geven, ieder aan zijn naaste met een heilige en goddelijke kus in de liefde van onze HEER en God. Na deze heilige en goddelijke vredeswens die gegeven wordt, buigen wij onze hoofden voor de barmhartige Heer, voor U onze HEER en God.
Shamosho: Netel shlomo lahdode, kul nosh lqaribe bnushaqtho qadishto walohoyto, bhube dmoran w’Alohan
ܡܫܡܫܢܐ ܢܶܬܶܠ ܫܠܳܡܳܐ ܠܰܚܕ̈ܳܕܶܐ ܟܽܠ ܐ̱ܢܳܫ ܠܩܰܪܺܝܒܶܗ ܒܢܽܘܫܰܩܬ̣ܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܘܰܐܠܗܳܝܬܳܐ ܒܚܽܘܒܶܗ ܕܡܳܪܰܢ ܘܰܐܠܗܰܢ
Uitleg: De priester roept ons op om de Vrede, oftewel: Christus, waardig te zijn. Dat doen wij door het licht van de wereld te zijn door Zijn Vrede en Liefde uit te dragen (Mattheüs 5:14). Elkaar in Vrede laten leven houdt onder meer in dat wij het volgende doen: betoon liefde en respect aan elkander, spoor elkaar aan, maar wijs elkaar ook terecht, geef de moedelozen hoop, kom op voor de zwakken, heb met iedereen geduld. Maar ook: zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt, streef naar het goede voor eenieder en wees altijd verheugd. En, het belangrijkste: bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden. Doof de Heilige Geest in ons leven niet uit, maar onderzoek alles en behoud het Goede, terwijl het kwaad wordt vermeden (1 Tessalonicenzen 5:12-24). Zo bewijzen wij eerbied aan de Zoon van God en kunnen wij elkander de goddelijke kus geven (Psalm 2:12). Christenen moeten aldus ervoor waken niet een Judaskus te geven waarmee wij Christus verloochen (Mattheüs 26:49)
Volk: HEER God, maak ons deze vrede waardig, alle dagen van ons leven
Amo: Ašwo lan Moryo Aloho la-šlomo hono kulhun yawmoto d-ḥayayn
ܥܡܐ ܐܰܫܘܳܐ ܠܰܢ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܠܰܫܠܳܡܳܐ ܗܳܢܳܐ ܟܽܠܗܽܘܢ ܝܰܘ̈ܡܳܬ݂ܳܐ ܕܚܰܝܰܝ̈ܢ ܀
Gebed van de handoplegging
Handeling: In dit gebed strekt de priester zijn handen over het volk uit als een gebaar om hen te zegenen. De handoplegging staat voor zegening (Mattheüs 19:15), genezing (Marcus 6:5), de ontvangst van de Heilige Geest (Handelingen 8:14-17), een inwijding (1 Timoteüs 4:14 en 2 Timoteüs 1:6), het teken van de HEER (kruis bij de Zalving) en het toevertrouwen en wegzenden van het gelovige volk (Romeinen 16:1)
Uitleg: De misdienaar roept het gelovige volk hier op om in ontzag van Christus en in godsvrees onze hoofden te buigen. Dit is passend in het aanzicht van onze Herder en Koning
Misdienaar: Laten wij na het doorgeven van deze heilige en goddelijke kus, onze hoofden buigen voor de barmhartige HEER
Shamosho: Men bothar shlomo hono qadisho walohoyo dethiheb. Qdom Moryo mrahmono, rishayn narken qdomayk moran w’Alohan
ܡܫܡܫܢܐ ܡܶܢ ܒܳܬ̣ܰܪ ܫܠܳܡܳܐ ܗܳܢܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܘܰܐܠܗܳܝܳܐ ܕܐܶܬ̣ܺܝܗܶܒ. ܩܕܳܡ ܡܳܪܝܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܪ̈ܺܝܫܰܝܢ ܢܰܪܟܶܢ
Uitleg: Het gelovige volk spreekt deze woorden uit in reactie op de oproep van de misdienaar om ons hoofd te buigen. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat de HEER aanbidden en niemand anders (Exodus 20:3 en Mattheüs 4:10)
Volk: Voor U, onze HEER en onze God
Amo: Qdomayk Moran w-Alohan
ܥܡܐ ܩܕܳܡܰܝܟ ܡܳܪܰܢ ܘܰ ܐ ܠܳܗܰܢ܀
Uitleg: God woont in de hemel en is mijlenver van ons, maar tegelijkertijd altijd met ons. De priester verzoekt God hier om Zijn zegeningen over hen uit te sturen die Zijn Naam erkennen en Hem lofprijzen
Priester: U, de enige barmhartige HEER die in den hoge woont en al het lage en geringe aanschouwt: stuur zegeningen neer over wie hun nekken voor U buigen en zegen hen met de genade van Uw eniggeboren Zoon, samen met wie U lof en eer en macht toekomt, samen met Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܗܰܘ ܕܒܰܠܚܽܘܕܰܘܗ̱ܝ ܡܳܪܝܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܕܒܰܡܪ̈ܰܘܡܶܐ ܥܳܡܰܪ ܘܰܒܡܰܟܺܝ̈ܟ݂ܳܬ݂ܳܐ ܚܳܐܰܪ: ܫܰܕܰܪ ܒܽܘܪ̈ܟܳܬ݂ܳܐ ܠܗܳܢܽܘܢ ܕܰܐܪܟܶܢܘ̱ ܨܰܘܪ̈ܰܝܗܽܘܢ ܩܕܳܡܰܝܟ܆ ܘܒܰܪܶܟ݂ ܐܶܢܽܘܢ ܒܛܰܝܒܽܘܬ݂ܶܗ ܕܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂܆ ܕܥܰܡܶܗ ܠܳܟ݂ ܦܐܶܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܺܐܝܩܳܪܳܐ ܘܽܐܘܚܕܳܢܳܐ ܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg: In de woorden ‘Amen’ wordt uitgedrukt dat het gelovige volk de samenkomst is van kerkleden die in dezelfde eindbestemming van het leven geloven: het Koninkrijk van God. In antwoord op de doxologie wordt ‘amen’ gezegd, om uit te drukken dat in overeenstemming met de kerk belijd wordt dat Christus ten hemel is gevaren en dat het doel van de mens ook ten hemel varen is. Alleen in Christus kunnen wij Amen tot God zeggen – en de kerk is een ‘amen’ op Christus
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Gebed van de sluier
Handeling:
Uitleg: De uitwissing van de zonden verwijst impliciet naar de ‘Verzoendag’. Dit is de dag in het Joodse rituele jaar waarop de hogepriester het Allerheiligste betreedt om een offer aan te bieden aan God ‘voor zijn eigen nalatigheid en voor die van het volk‘ (Hebreeën 9:7). Dit gebed bevestigt dat Christus ons heeft gered ‘door de bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de Heilige Geest‘, die rijkelijk over ons is uitgegoten. Christus heeft ons niet gered vanwege onze ‘rechtvaardige’ daden, maar uit Zijn barmhartigheid: door Zijn genade zijn wij als rechtvaardigen aangenomen en krijgen we deel aan het Eeuwige Leven (Titus 3:5-7)
Priester: God en Vader, die in Uw grote liefde voor de mensen Uw eigen Zoon naar de wereld gezonden hebt om het verdwaalde schaap terug te brengen: verwerp, HEER, de dienst van dit onbloedig offer niet, want wij vertrouwen op Uw barmhartigheid en niet op onze eigen rechtvaardigheid. Laat dit Mysterie, dat ingesteld werd voor onze verlossing, niet tot onze veroordeling leiden, maar tot de uitwissing van onze zonden en tot dankzegging aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ܆ ܗܰܘ ܕܰܒܪܶܚܡܰܬ݂ ܐ̱ܢܳܫܽܘܬ݂ܳܟ݂ ܪܰܒܬ݂ܳܐ ܫܰܕܰܪܬ ܒܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܠܥܳܠܡܳܐ ܠܡܰܦܢܳܝܽܘ ܠܥܶܪܒܳܐ ܕܰܛܥܳܐ: ܠܳܐ ܡܳܪܝ̱ ܬܰܣܠܶܐ ܠܦܽܘܠܚܳܢ ܕܶܒܚܬ݂ܳܐ ܗܳܕܶܐ ܕܠܳܐ ܕܡܳܐ܆ ܒܰܕ ܥܰܠ ܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܘܠܰܘ ܥܰܠ ܙܰܕܺܝܩܽܘܬ݂ܰܢ ܬܟ݂ܺܝܠܺܝܢܰܢ. ܠܳܐ ܠܕܺܝܢܳܐ ܢܶܗܘܶܐ ܠܰܢ ܐ̱ܪܳܙܳܐ ܗܳܢܳܐ ܕܶܐܬ݂ܕܰܒܰܪ ܠܦܽܘܪܩܳܢܰܢ܆ ܐܶܠܳܐ ܠܰܥܛܳܝܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܰܝܢ ܘܰܠܩܽܘܒܳܠ ܛܰܝܒܽܘܬ݂ܳܟ݂ ܘܕܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܘܰܕܪܽܘܚܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: De woorden ‘nqum shafir’ hebben dezelfde betekenis als ‘stawmen qalos’ en betekenen ‘Laten wij mooi staan’, dat wil zeggen met aandacht en eerbied
Misdienaar: Laten wij welvoeglijk staan, laten wij met vrees staan, laten wij in zuiverheid staan, laten wij in reinheid staan, laten wij in heiligheid staan. Laat ons allen mijn broeders opstaan in liefde en oprecht geloof staan. Laten wij staan op geestelijke wijze in de vreze Gods. Laten wij bij deze geduchte en heilige Anaphora die voor ons geplaatst is, kijken in de handen van deze eerbiedwaardige priester, die in rust en vrede het levende offer opdraagt aan God de Vader van het al, omwille van ons allen
Shamosho: Nqum shafir, nqum bdeheltho, nqum bnagfutho, nqum bzahyutho, nqum bqadishutho. Nqum den kulan ahay bhubo wabhaymonutho dashroro. Methyad’onoyith den bdehlath Aloho banafura hode dhilto uqadishto daqdomayn simo. Nhur biday kohno hono myaqro, dabshayno ubashlomo debehtho haytho l’Aloho abo more kul hlof kulan nqareb
ܡܫܡܫܢܐܢܩܽܘܡ ܫܰܦܺܝܪ. ܢܩܽܘܡ ܒܕܶܚܶܠܬ̣ܳܐ. ܢܩܽܘܡ ܒܢܰܟ̣ܦܽܘܬ̣ܳܐ. ܢܩܽܘܡ ܒܙܰܗܝܽܘܬ̣ܳܐ. ܢܩܽܘܡ ܒܩܰܕܺܝܫܽܘܬ̣ܳܐ. ܢܩܽܘܡ ܕܶܝܢ ܟܽܠܰܢ ܐܰܚܰܝ̈ ܒܚܽܘܒܳܐ ܘܰܒܗܰܝܡܳܢܽܘܬ̣ܳܐ ܕܰܫܪܳܪܳܐ. ܡܶܬ̣ܝܰܕܥܳܢܳܐܝܺܬ̣ ܕܶܝܢ ܒܕܶܚܠܰܬ̣ ܐܰܠܗܳܐ. ܒܐܰܢܰܦܽܘܪܰܐ ܗܳܕܶܐ ܕܚܺܝܠܬܳܐ ܘܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܕܰܩܕܳܡܰܝܢ ܣܺܝܡܳܐ. ܢܚܽܘܪ ܒܐܻܝ̈ܕܰܝ ܟܳܗܢܳܐ ܗܳܢܳܐ ܡܝܰܩܪܳܐ. ܕܰܒܫܰܝܢܳܐ ܘܒܰܫܠܳܡܳܐ ܕܶܒܶܚܬ̣ܳܐ ܚܰܝܬ̣ܳܐ ܠܐܰܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ ܡܳܪܶܐ ܟܽܠ ܚܠܳܦ ܟܽܠܰܢ ܢܩܰܪܶܒ
Uitleg: De offers die het gelovige volk kan bieden aan God zijn spiritueel en geestelijk. Wij danken God middels onze geest, hart, ziel en kracht en dragen Zijn Naam uit door de Vrede die wij in de wereld tonen
Volk: Een offer van erbarmen, vrede en dank
Amo: Raḥme wa-šlomo w-debḥto d-tawdīto
ܥܡܐ ܪ̈ܰܚܡܶܐ ܘܰܫܠܳܡܳܐ ܘܕܶܒܚܬ݂ܳܐ ܕܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܀
Liturgie van de Eucharistie
De Liturgie van de Eucharistie bevat het centrale gedeelte van de Qurobo Alohoyo. Deze liturgie (‘anafora’) bevat de sacramentale gedachtenis van het Laatste Avondmaal. Onderdelen hiervan zijn de voorbeden, het nemen van de communie en de slotzegen. Veelal wordt de Anafora van Mor Yakub gezongen.
Oproep tot verheffing
Handeling: De priester neemt de ster weg van de pateen en legt deze rechts van de Tablitho op de Tafel van het Leven. Dan neemt de priester kracht van de Mysteries en zegen van de rand van de Tablitho. Vervolgens tekent hij een driemaal een kruis en draait hij zich om naar het volk, terwijl zijn linkerhand de noordkant van het altaar vasthoudt. Hij tekent opnieuw driemaal een kruis en wel over het gelovige volk waarna hij met luid gebed zegt:
Uitleg: Dit is de eerste van drie zegens die door de priester wordt uitgesproken tijdens de Qurobo Alohoyo. In deze trinitaire zegen zien wij de scheppende liefde van God de Vader, de verlossende genade van Christus en het levenschenkend handelen door de gemeenschap en overschaduwing van de Heilige Geest. De oorsprong van deze zegen is te vinden in 2 Korintiërs 13:13: ‘Ik bid dat de HEER Jezus Christus in alles goed voor jullie zal zijn. Ook dat jullie vol zullen zijn van de liefde van God en dat de Heilige Geest jullie in alles zal helpen‘. God zal altijd van de mens houden en de mens nooit loslaten. Dit is vooreerst omdat God liefde is. Daarnaast houdt God onvoorwaardelijk van de mens (Lucas 15:24) en heeft hij de mens voor zichzelf geschapen
Priester: De liefde van God de Vader♱ en de genade van de eniggeboren Zoon♱ en de gemeenschap en overschaduwing van de Heilige Geest♱ zij met u allen, broeders en zusters, tot in eeuwigheid
Kohno: Hubo d’Aloho Abo♱ uTaybutho
ܟܗܢܐ ܚܽܘܒܳܐ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ ♱ ܛܰܝܒܽܘܬ݂ܳܐ
ܕܶܝܢ ܕܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ♱ ܘܫܰܘܬܳܦܽܘܬ݂ܳܐ
ܘܡܰܓܢܳܢܽܘܬ݂ܳܐ ܕܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ♱ ܥܰܡ ܟܽܠܟ݂ܽܘܢ ܐܰܚܰܝ̈ ܠܥܳܠܡܺܝܢ ܀
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Volk: en met Uw Geest
Amo: W-‘am ruḥo dīlok
ܥܡܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: De priester nodigt hier het gelovige volk uit om hun geest, hart en verstand tot Christus in de hemel te verheffen, zodat hun lichamelijk, geest en ziel volledig bij God in den hoge zijn
Priester: In den Hoge, waar Christus zetelt aan de rechterhand van God de Vader, moeten op dit uur onze geest, ons verstand en ons hart zijn
Kohno:
ܟܗܢܐ ܠܥܶܠ ܐܰܝܟܳܐ ܕܰܡܫܺܝܚܳܐ ܝܳܬ݂ܶܒ ܡܶܢ ܝܰܡܺܝܢܳܐ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ܆ ܢܶܗܘܽܘܢ ܗܰܘ̈ܢܰܝܢ
ܘܡܰܕ̈ܥܰܝܢ ܘܠܶܒܰܘ̈ܳܬ݂ܰܢ ܒܫܳܥܬ݂ܳܐ ܗܳܕܶܐ
Uitleg: Het gelovige volk bevestigt met deze woorden dat zij volledig in gedachten en in lichaam bij God zijn en volledige focus hebben bij de viering van de Eucharistie. De aardse liturgie bereikt daarmee de hemel; daardoor bevindt de liturgie zich ook in tijd en ruimte bij de engelen en de Schepping die God prijst
Volk: Zij zijn bij God de HEER
Amo: Ītayhun lwot Moryo Aloho
ܥܡܐ ܐܺܝܬ݂ܰܝܗܽܘܢ ܠܘܳܬ݂ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܀
Uitleg: De priester roept het gelovige volk vervolgens op om God te danken. Dit slaat terug op de Eucharistieviering, hetgeen letterlijk ‘dankzegging’ betekent. Anders gezegd, nadat het gelovige volk zich bij Christus heeft geschaard, is zij in staat om verder te gaan met de viering van de dienst en het nemen van de communie
Priester: Laten wij de HEER vol ontzag danken
Kohno:
ܟܗܢܐ ܢܰܘܕܶܐ ܠܡܳܪܝܳܐ ܒܕܶܚܠܬ݂ܳܐ
Uitleg: Hierop antwoordt het gelovige volk dat dit passend is en juist om de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, de consubstantiële en onverdeelde Drie-eenheid, te aanbidden. Daarmee bevestigt het gelovige volk dat zij in alles bij God zijn tijdens de viering van de Qurobo Alohoyo
Volk: Dat is waardig en passend
Amo: Šowe w-zodeq
ܥܡܐ ܫܳܘܶܐ ܘܙܳܕܶܩ ܀
Het heiligen van de engelen
Handeling: In deze hymne zingt het gelovige volk tezamen met de engelenkoren in de hemel: ‘Heilig, Heilig, Heilig’. Samen met hen zingt het gelovige volk een lofzang op Christus. Op de liturgische waaier (‘marhwotho’) zijn de gezichten van de engelen te zien. De hemelse engelen zijn aldus met de priester en shamoshe op het Altaar en zij verheffen met de kerk het Lichaam van Christus.
Uitleg: Het is de goddelijke Drie-Eenheid die de hemel – als Schepper – én de aarde – bij zijn Eerste en Tweede Komst en door de neerdaling van de Heilige Geest – vervult met Zijn universele en tijdloze heerlijkheid. Hier wordt duidelijk dat de woorden van de volgende hymne uitgesproken worden door de engelen wanneer zij God aanbidden (heiligen) – zowel in de aardse als hemelse liturgie. Dat is ook het doel van de Schepping: om de Schepper te verheerlijken die uit Zijn liefde voor de wereld, ons heeft geschapen (Openbaring 4:8-11). Daaronder vallen de sterren, alle materiele wezens, engelen alsook de overledenen die hun eeuwige eindbestemming hebben bereikt. Zij hebben zich bij de onstoffelijke hemelse legerscharen gevoegd. De priester benoemt achtereenvolgens de 9 rangen van de engelen, van laag (engelen) naar hoog (Serafijnen)
Priester: Aan Hem die de hemelse legerscharen, lichamelijke én onlichamelijke, verheerlijken: de zon en de maan en alle sterren; het land en de zee; de eerstgeborenen die ingeschreven staan in het hemelse Jeruzalem; de Engelen, Aartsengelen, Vorstendommen, Machten, Tronen, Heerschappijen en Krachten; de Cherubijnen met hun vele ogen; en de Serafijnen met hun zes vleugels die, terwijl zij hun gezichten en voeten bedekken, naar elkaar toevliegen, heiligen, roepen en zeggen:
Kohno: L’haw da’mshabhiin haylawothe shmayono gshiime wadlo
ܟܗܢܐ ܠܗܰܘ ܕܰܡܫܰܒܚܺܝܢ ܚܰܝܠܰـܘ̈ܳܬ݂ܳܐ ܫܡܰܝ̈ܳܢܳܐ ܓ݂ܫܺܝ̈ܡܶܐ ܘܰܕܠܳܐ ܓܫܽܘܡ܆ ܫܶܡܫܳܐ ܘܣܰܗܪܳܐ ܘܟܽܠܗܽܘܢ ܟܰܘ̈ܟܒܶܐ܆ ܐܰܪܥܳܐ ܘܝܰܡ̱̈ܡܶܐ܆ ܒܽܘܟ݂ܪ̈ܶܐ ܪ̈ܫܺܝܡܰܝ ܒܽܐܘܪܺܫܠܶܡ ܫܡܰܝܳܢܺܝܬ݂ܳܐ܆ ܡܰܠܰܐܟ݂̈ܶܐ܆ ܪ̈ܺܝܫܰܝ ܡܰܠܰܐܟ݂̈ܶܐ܆ ܪ̈ܺܝܫܳܢܘܳܬ݂ܳܐ܆ ܫܽܘܠܛܳܢ̈ܶܐ ܡܰܘܬܒ̈ܶܐ܆ ܡܳܪ̈ܰܘܳܬ݂ܳܐ܆ ܚܰܝ̈ܠܶܐ܆ ܟܪ̈ܽܘܒܶܐ ܣܰܓܺܝ̈ܰܐܝ ܥܰܝ̈ܢܶܐ܆ ܘܰܣܪ̈ܳܦܶܐ ܫܬܺܝ̈ܬ݂ܳܝܰܝ ܓܶܦ̈ܶܐ܆ ܗܳܢܽܘܢ ܕܰܒܚܽܘܦܳܝ ܐܰܦ̈ܶܐ ܥܰܡ ܪ̈ܶܓ݂ܠܶܐ܆ ܦܳܪܚܺܝܢ ܗܳܢܳܐ ܠܘܳܬ݂ ܗܳܢܳܐ ܘܰܡܩܰܕܫܺܝܢ ܘܩܳܥܶܝܢ ܘܳܐܡܪܺܝܢ:
Uitleg: In deze hymne wordt de eenheid en natuurlijke verbinding van hemel en aarde uitgedrukt (Openbaring 5:13 en 6:9). De woorden van deze hymne zijn o.m. ontleend aan Jesaja 6:3 (‘de HEER van de hemelse machten‘), Psalm 118:26 en Apocalyps 4:8. Deze hymne wordt als lofzang op Christus tezamen met de engelen van God gezongen. De kerk is bij de viering van de Qurobo Alohoyo namelijk gevoegd bij de negen engelenkoren in de hemel. Christus vervult immers de hemel en aarde met zijn kosmische Heerlijkheid die tijdloos is. Bij de intrede van Christus in Jeruzalem, riep de aanwezige menigte haar bewondering uit in erkenning van de Messias, de Zoon van God (Mattheüs 21:9). ‘Hosanna’ is een oproep tot verlossing door God (Openbaring 7:9-12). Bij Zijn intrede – hetgeen wij tijdens Palmpasen vieren – waren de kinderen in de tempel te horen en zij zeiden: ‘Hosanna voor de Zoon van David!‘. Hier zien wij dat God, de HEER, spreekt via kinderen. Want het koninkrijk van God behoort toe aan wie is zoals zij (Mattheüs 10:14)
Volk: Heilig, heilig, heilig is de almachtige Heer. Hij van wiens heerlijkheid hemel en aarde vol zijn: Hosanna in den hoge! Gezegend Hij die kwam en in de naam van de HEER komt: glorie in den hoge!
amo: Qadīš, qadīš, qadīš Moryo Aloho ḥayltono. Haw da-mleyn šmayo w-aro men tešbḥoteh. Ušano ba-mrawme. Brīk d-eto w-ote ba-šmeh d-Moryo Alohan. Tešbuḥto ba-mrawme.
ܥܡܐ ܩܰܕܺܝܫ ܩܰܕܺܝܫ ܩܰܕܺܝܫ ܡܳܪܝܳܐ ܚܰܝܠܬܳܢܳܐ. ܗܰܘ ܕܰܡܠܶܝܢ ܫܡܰܝܳܐ ܘܰܐܪܥܳܐ ܡܶܢ ܬܶܫܒ̈ܚܳܬܶܗ. ܐܽܘܫܰܥܢܳܐ ܒܰܡܪ̈ܰܘܡܶܐ. ܒܪܺܝܟ ܕܶܐܬܳܐ ܘܳܐܬܶܐ ܒܰܫܡܶܗ ܕܡܳܪܝܳܐ. ܬܶܫܒܽܘܚܬܳܐ ܒܰܡܪ̈ܰܘܡܶܐ
Gedachtenis van het goddelijke heilsplan
Handeling: Met de gedachtenis (uhdono) van het goddelijk heilsplan worden de weldaden van God en het verlossingsplan herinnerd. De gedachtenis begint bij de schepping en val van de mens, noemt de menswording van God de Zoon en gaat over de instelling van de Eucharistie. Om die reden heft de priester de pateen en kelk op. Als laatste wordt Christus’ dood en opstanding herdacht (o.a. met de hymne ‘Mawtog Moran’). De beginwoorden van de priester gaan gepaard met de tweede golvende bewegingen van de handen boven de Mysteries
Uitleg: De woorden van Christus zelf zijn Zijn gebod om deel te uit te maken van Zijn heerlijkheid (Lucas 22:19). De woorden ‘toen Hij zich voorbereidde‘ zien mede op het avondgebed van Christus in de tuin van Getsemane (Mattheüs 26:36-44). In Zijn woorden ‘Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals U het wilt’ zien wij de innerlijke vrijheid van Christus bij het opnemen van Zijn Lijden en dood. Het is bij het breken van het Brood dat wij Christus herkennen als de Zoon van God: ‘Toen hij met hen aan tafel aanlag, nam hij het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun. Nu werden hun ogen geopend en herkende ze hem‘ (Lucas 24:31-32). Zonder Zijn zegen en de deelname aan Hem, kunnen wij hem niet kennen – net zoals de Emmaüsgangers hem niet herkenden (Lucas 24:16)
Priester: Toen Hij zich voorbereidde om voor ons zondaars een vrijwillige dood op Zich te nemen – Hij die zonder zonde was – nam Hij het brood in Zijn heilige handen, sprak het dankgebed, zegende♱♱ en heiligde♱ het en brak en gaf het aan Zijn heilige Apostelen en zei: ‘Neem, eet hiervan: dit is Mijn lichaam, dat voor u en voor velen gebroken en gegeven wordt voor de vergeving van de zonden en voor het eeuwige leven‘
Kohno:
ܟܗܢܐ ܟܰܕ ܕܶܝܢ ܐܶܬ݂ܥܰܬܰܕ ܕܰܢܩܰܒܶܠ ܠܡܰܘܬܳܐ ܨܶܒܝܳܢܳܝܳܐ ܚܠܳـܦܰܝܢ ܚܰܛܳܝ̈ܶܐ ܗܰܘ ܕܠܳܐ ܚܛܳܗ܆ ܢܣܰܒ ܠܰܚܡܳܐ ܒܺܐܝ̈ܕܰܘܗ̱ܝ ܩܰܕܺܝ̈ܫܳܬ݂ܳܐ ܘܟܰܕ ܐܰܘܕܺܝ܆ ܒܰܪܶܟ݂ ♱♱ ܘܩܰܕܶܫ ♱ ܘܰܩܨܳܐ ܘܝܰܗ̱ܒ ܠܰܫܠܺܝ̈ܚܰܘܗ̱ܝ ܩܰܕܺܝ̈ܫܶܐ ܘܶܐܡܰܪ: ܣܰܒܘ̱ ܐܰܟ݂ܽܘܠܘ̱ ܡܶܢܶܗ ܟܽܠܟ݂ܽܘܢ: ܗܳܢܰܘ ܦܰܓ݂ܪܝ̱ ܕܰܚܠܳـܦܰܝܟܽܘܢ ܘܰܚܠܳܦ ܣܰܓܺܝ̈ܶܐܐ ܡܶܬ݂ܩܨܶܐ ܘܡܶܬ݂ܺܝܗܶܒ ܠܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ ܘܰܠܚܰܝ̈ܶܐ ܕܰܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De woorden van Christus zelf zijn Zijn gebod om deel te uit te maken van Zijn heerlijkheid (Lucas 22:20). De beker met het Bloed van God is voor de mensheid uitgegoten en is het nieuwe Verbond dat Zijn bloed gesloten wordt. Zijn Bloed reinigt ons van alle zonde (1 Johannes 1:7). Het nieuwe Verbond (of: Testament) staat in relatie tot de relatie die God met Adam, Noah, Abraham, Mozes, David en het volk van Israël had. Christus is gekomen om een nieuwe, persoonlijke relatie met de mensheid te sluiten, waarbij hij het geheel van de oude relatie en wetten vervult (Matteüs 5:17). Het nieuwe Verbond geldt voor alle volken (Matteüs 28:19) en God is dit Verbond met de mens aangegaan uit Zijn genade en Liefde. Onderdelen van dit Verbond zijn de Heilige sacramenten – waaronder de geestelijke besnijdenis van de Doop (Lucas 3:16, Jeremia 4:4 en Kolossenzen 2:11-12) ten opzichte van de aardse besnijdenis in het Oude Testament (Genesis 17:11 en Filippenzen 3:3)
Priester: Zo nam Hij ook de kelk, sprak het dankgebed, zegende♱♱ en heiligde♱ het en gaf hem aan Zijn heilige Apostelen en zei: ‘Neem, drink hier allen van: dit is Mijn bloed, dat voor u en voor velen vergoten en gegeven wordt voor de vergeving van de zonden en voor het eeuwige leven‘
Kohno:
ܟܗܢܐ ܗܳܟ݂ܘܳܬ݂ ܘܰܠܟܳܣܳܐ ܢܣܰܒ ܘܟܰܕ ܐܰܘܕܺܝ܆
ܒܰܪܶܟ݂ ♱♱ ܘܩܰܕܶܫ ♱ ܘܝܰܗ̱ܒ ܠܰܫܠܺـܝ̈ܚܰܘܗ̱ܝ ܩܰܕܺܝ̈ܫܶܐ ܘܶܐܡܰܪ: ܣܰܒܘ̱ ܐܶܫܬܰܘ ܡܶܢܶܗ ܟܽܠܟ݂ܽܘܢ: ܗܳܢܰܘ ܕܶܡܝ̱ ܕܰܚܠܳـܦܰܝܟܽܘܢ ܘܰܚܠܳܦ ܣܰܓܺܝ̈ܶܐܐ ܡܶܬ݂ܶܐܫܶܕ ܘܡܶܬ݂ܺܝܗܶܒ ܠܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ ܘܰܠܚܰܝ̈ܶܐ ܕܰܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De woorden die de priester hier uitspreekt, zijn de woorden van Christus zelf (1 Korintiërs 11:17-34). Christus zegt tegen zijn discipelen dat wij het Laatste Avondmaal continue (in ieder geval elke week) moeten herhalen (Lucas 22:14–20). Dit doen wij op zondag (de dag van Zijn opstanding) waarin wij Zijn dood en opstanding gedenken, totdat Christus weer komt (Zijn Tweede Komst). Niemand weet wanneer dit is, behalve God de Vader. Duidelijk is wel dat de dag van de HEER als een dief in de nacht zal plaatsvinden (2 Petrus 3:10 en Openbaring 3:3) op zondag, omdat God op de achtste dag Zijn werk zal voltooien. Het is aan ons om in het licht te leven – en niet in de duisternis – en waakzaam te blijven voor de komst van de Bruidegom (1 Tessalonicenzen 5:2 en Mattheüs 25:10). De priester beeldt het terugkomen van Christus uit door boven zijn rechterschouder ‘bliksemsnel’ een lepel en kussen te laten zien: ‘Want zoals de bliksem flikkert en van de ene kant van de hemel naar de andere flitst, zo zal de Mensenzoon zijn op Zijn dag‘ (Lucas 17:24)
Priester: ‘Doet dit tot Mijn gedachtenis, telkens wanneer u deelneemt aan dit Mysterie. Gedenk Mijn dood en opstanding totdat ik kom‘
Kohno:
ܟܗܢܐ ܗܳܕܶܐ ܥܒܶܕܘ̱ ܠܕܽܘܟ݂ܪܳܢܝ̱܆ ܟܰܕ ܬܶܫܬܰܘܬܦܽܘܢ ܒܐ̱ܪܳܙܳܐ ܗܳܢܳܐ. ܠܡܰܘܬܝ̱ ܘܠܰܩܝܳܡܬܝ̱ ܥܶܗܰܕܘ̱ ܥܕܰܡܳܐ ܕܳܐܬ݂ܶܐ ܐ̱ܢܳܐ ܀
Uitleg: Deze hymne is een opvolging van het gebod van Christus, zoals de priester dit opnoemt in zijn voorgaande citaat van onze Verlosser. De gehele Qurobo Alohoyo is de Goddelijke toenadering waarin wij dankzeggen voor het offer van God aan de mensheid. Door de dood van Christus, is onze erfzonde vergeven en de dood, de zonde en het kwaad overwonnen (Kolossenzen 2:14-15). Dat zijn de drie plagen die de mens tergen sinds de val van Adam (Lucas 10:30). De basis van alle zonden is de erfzonde, te weten: ongehoorzaamheid aan het Woord van God. God is immers het Woord (Johannes 1:1) en wie niet met God is, is tegen Hem (Mattheüs 12:30)
Volk: Uw dood, onze Heer, gedenken wij en Uw opstanding belijden wij en Uw tweede komst verwachten wij: moge Uw barmhartigheid over ons allen komen!
Amo: Mawtog Moran methahdinan, baqyomtog mawdenan, walmethithog hoy tarten msakenan, rahmayk nehwun ‘al kulan.
ܥܡܐ ܡܰܘܬܳܟ ܡܳܪܢ ܡܶܬ݂ܰܥܗܕܺܝܢܰܢ܆ ܘܒܰܩܝܳܡܬܳܟ ܡܰܘܕܶܝܢܰܢ܆ ܘܰܠܡܶܐܬ̣ܺܝܬ̣ܳܟ ܗܳܝ ܕܬܰܪܬܶܝܢ ܡܣܰܟܶܝܢܰܢ܆ ܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܢܶܗܘܽܘܢ ܥܰܠ ܟܽܠܰܢ܀
Uitleg: Het verlossingsplan van God begint bij de Schepping en dit heilsbestel wordt in Zijn goddelijke wijsheid totstand gebracht. Beslissende momenten daarbij zijn de val van de aardse Adam, de geboorte van de hemelse mens Christus (1 Korintiërs 15:49) en Zijn wederkomst. Door mens te worden, vernieuwde Christus het beeld van God dat het wezen van de mens uitmaakt (Genesis 1:26). De priester gedenkt hier niet alleen enkele onderdelen van het verlossingsplan, maar biedt ook het onbloedige offer van brood en wijn (en daarmee Christus zelf) aan Christus. Dit wordt gedaan omdat Christus zowel onze offers op Zich heeft genomen als Redder (Hebreeën 7:25 en 9:12), als onze rechtvaardige Rechter is op de Laatste Dag (Jesaja 66:16)
Priester: HEER, wij gedenken Uw dood en Uw opstanding op de derde dag, Uw opstijging naar de hemel en Uw zetelen aan de rechterhand van God de Vader, en ook Uw tweede komst waarbij U de wereld rechtvaardig zult oordelen en ieder naar zijn werken vergelden. Omwille van dit alles bieden wij U dit onbloedige offer aan, opdat U ons niet overeenkomstig onze schulden behandelt en ons niet overeenkomstig onze zonden vergeldt, maar overeenkomstig Uw overvloedige barmhartigheid, de zonden uitwist van ons, Uw dienaren. Want Uw volk en erfdeel smeekt U en Uw Vader, terwijl het zegt:
Kohno:
ܟܗܢܐ ܟܰܕ ܥܳܗܕܺܝܢܰܢ ܡܳܪܝ̱ ܠܡܰܘܬܳܐ ܘܠܰܩܝܳܡܬܳܐ ܬܠܺܝܬ݂ܳܝܰܬ݂ ܝܰܘ̈ܡܶܐ ܕܺܝܠܳܟ݂܆ ܘܰܠܣܽܘܠܳـܩܳܟ݂ ܕܠܰܫܡܰܝܳܐ܆ ܘܰܠܡܰܘܬܒܳܟ݂ ܕܡܶܢ ܝܰܡܺܝܢ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ܆ ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܰܠܡܶܐܬ݂ܺܝܬ݂ܳܟ݂ ܬܪܰܝܳܢܺܝܬ݂ܳܐ ܕܒܳܗ̇ ܕܳܐܶܢ ܐܰܢ̱ܬ ܠܬܺܒܶܝܠ ܒܙܰܕܺܝܩܽܘܬ݂ܳܐ܆ ܘܰܠܟܽܠ ܚܰܕ ܐܰܝܟ݂ ܥܒܳܕܰܘ̈ܗ̱ܝ ܦܳܪܰܥ ܐܰܢ̱ܬ. ܘܥܰܠ ܗܳܕܶܐ ܠܕܶܒܚܬ݂ܳܐ ܗܳܕܶܐ ܠܳܐ ܕܡܳܢܳܝܬܳܐ ܡܩܰܪܒܺܝܢܰܢ ܠܳܟ݂܆ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܠܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܚܰܘ̈ܒܰܝܢ ܬܶܥܒܶܕ ܠܰܢ܆ ܘܳܐܦܠܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܚܛܳܗ̈ܰܝܢ ܬܶܦܪܥܰܢ܆ ܐܶܠܳܐ ܐܰܝܟ݂ ܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܣܰܓܺܝ̈ܶܐܐ ܥܛܺܝ ܚܛܳܗ̈ܶܐ ܕܺܝܠܰܢ ܥܰܒ̈ܕܰܝܟ܆ ܥܰܡܳܟ݂ ܓܶܝܪ ܘܝܳܪܬܽܘܬ݂ܳܟ݂ ܡܶܬ݂ܟܰܫܦܳܐ ܠܳܟ݂ ܘܒܺܐܝ̈ܕܰܝܟ ܠܰܐܒܽܘܟ݂܆ ܟܰܕ ܐܳܡܪܳܐ:
Uitleg: Ook in deze hymne zien wij dat de Qurobo Alohoyo een smeekbede aan God is. In de vorige hymne herdenken wij de Tweede Komst van Christus. Zijn Tweede Komst ziet op het moment van het einde der tijden, waarbij Christus over de mensheid zal oordelen en het kaf van het koren zal scheiden (Lucas 3:17). Wij vragen Hem om die reden om over ons te ontfermen. Bij het uitspreken van de woorden ‘lok sogdinan’ buigt het gelovige volk omdat daarmee wordt uitgesproken dat wij God aanbidden
Volk: Ontferm U over ons, God, almachtige Vader: U verheerlijken wij, U zegenen wij, U aanbidden wij en U vragen vragen wij, HEER onze God: Heb medelijden, Goede, en ontferm U over ons!
Amo: Raheme’layn Aloho abo ahid kul, log mshabhinan, log mbarginan, log sogdinan, u bo’enan menog Moryo Alohan. Hus tobo wethrahame’layn.
ܥܡܐ ܪܰܚܶܡܥܠܰܝܢ ܐܰܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ ܐܰܚܺܝܕ ܟܽܠ܆ ܠܳܟ ܡܫܰܒܚܺܝܢܰܢ ܠܳܟ ܡܒܰܪܟ̣ܺܝܢܰܢ ܠܳܟ ܣܳܓ̣ܕܺܝܢܰܢ ܘܒܳܥܶܝܢܰܢ ܡܶܢܳܟ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰܠܗܰܢ. ܚܽܘܣ ܛܳܒܳܐ ܘܶܐܬ̣ܪܰܚܰܡܥܠܰܝܢ܀
Aanroeping van de Heilige Geest
Handeling: In dit onderdeel van de Qurobo Alohoyo wordt de Heilige Geest aangeroepen om neer te dalen op het altaar en het brood en de wijn te consecreren door het in het Lichaam en Bloed van Christus om te vormen
Uitleg: De misdienaar roept het gelovige volk op in ontzag uit te zien naar de nederdaling van en consecratie door de Heilige Geest uit de hemel. De Heilige Geest verbindt alle christenen voor altijd met de Vader en Zijn Zoon. Tegelijkertijd roept de misdienaar het gelovige volk op om in Godsvrees te verblijven. Dit refereert naar het beeld van het Laatste Oordeel, waar de mens een vreeswekkende ervaring ervaring te wachten staat (Openbaring 1:17). Zo zullen de mensen zelfs de bergen en rotsen verzoeken om op hen te vallen om hen maar te verbergen voor de Toorn van het Lam (Openbaring 6:17)
Misdienaar: Hoe geducht is dit uur en hoe ontzagwekkend is dit moment, mijn beminden, waarop de Heilige Geest vanuit de hoogste hemelen komt en neerdaalt, bedekt en verblijft over de hier voorhanden zijnde Eucharistische gave en heiligt. Wees in rust en vrees. Wanneer u staat en bidt, bidt dan dat vrede met ons moge zijn en welzijn voor ons allen
Shamosho: Mo dhiloy sho’tho hode wakmo rhib ‘edono hono habibay. Dbe Ruho Qadisho men mraume ‘eloye dashmayo zoyah unoheth wamrahef ushore ‘al garestiya hode dsimo wamqadesh lo. Bshelyo wabdeheltho hwaytun kat qoymin wamsalen salau shlomo ‘aman usheyno lkulan
ܡܫܡܫܢܐ ܡܳܐ ܕܚܺܝܠܐ ܗ̱ܝ ܫܳܥܬ̣ܳܐ ܗܳܕܶܐ ܘܰܟܡܳܐ ܪܗܺܝܒ ܥܶܕܳܢܳܐ ܗܳܢܳܐ ܚܰܒܺܝ̈ܒܰܝ. ܕܒܶܗ ܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܡܶܢ ܡܪ̈ܰܘܡܶܐ ܥܶܠܳܝ̈ܶܐ ܕܰܫܡܰܝܳܐ ܙܳܐܰܚ ܘܢܳܚܶܬ̣ ܘܰܡܪܰܚܶܦ ܘܫܳܪܶܐ ܥܰܠ ܐܾܘܟ̣ܰܪܶܣܛܺܝܰܐ ܗܳܕܶܐ ܕܣܺܝܡܳܐ ܘܰܡܩܰܕܶܫ ܠܳܗ̇. ܒܫܶܠܝܳܐ ܘܰܒܕܶܚܶܠܬ̣ܳܐ ܗܘܰܝܬܽܘܢ ܟܰܕ ܩܳܝܡܺܝܢ ܘܰܡܨܰܠܶܝܢ ܨܰܠܰܘ
Uitleg: Deze woorden van het gelovige volk zijn een reactie op de oproep van de misdienaar. De gemeenschap bevestigt dat zij bidden dat ‘vrede met ons moge zijn en welzijn voor ons allen’
Volk: Vrede zij met ons en eendracht onder ons allen
Amo: Šlomo ‘aman w-šayno l-kulan
ܥܡܐ ܫܠܳܡܳܐ ܥܰܡܰܢ ܘܫܰܝܢܳܐ ܠܟܽܠܰܢ ܀
Uitleg: Het door de misdienaar opgeroepen beeld van Christus die het hart en de ziel van de mens doorgrond en een ieder beloont naar zijn daden (Openbaring 2:23), is een beeld dat vrees oproept. Met deze luide oproep benadrukt de priester des te meer dat wij God verzoeken en smeken om Zijn Goedheid aan ons te tonen en Zijn genade aan ons te geven
Priester: Antwoord mij, Heer. (3x) Heb medelijden, Goede en ontferm U over ons!
Kohno:
ܟܗܢܐ ܥـܢܺܝܢـܝ̱ ܡܳܪܝܳܐ. (3x)
ܚܽܘܣ܆ ܛܳܒܳܐ܆ ܘܶܐܬ݂ܪܰܚܰܡ ܥܠܰܝܢ ܀
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen
Volk: Heer, ontferm u, Heer, ontferm u, Heer, ontferm u.
amo: Qurye leyson, Qurye leyson, Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: De Heilige Geest daalt neer op de gave van het brood om het tot het sacramentele Lichaam van de HEER te maken. Het is namelijk de Heilige Geest die alles verwerkelijkt en tot voltooiing brengt dat uit de Schepping van de Vader gaat en tot stand is gekomen door de Zoon (Johannes 14:16, 14:26 en 16:13). Alleen door Christus kunnen wij tot God de Vader komen en alleen door de Heilige Geest hebben wij toegang tot de Verlossing van Christus. Als mens worden wij door de Heilige Doop bekleed met de Heilige Geest. Tegelijkertijd gaat elke handeling die van God naar de mens toegaat uit van de Vader, door de Liefde van de Zoon en wordt het voltooid door de Heilige Geest
Priester: Zodat de Heilige Geest, terwijl Hij neerdaalt, dit brood maakt tot het levendmakend Lichaam♱, het verlossend Lichaam♱, het Lichaam♱ van Christus, onze God
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܟܰܕ ܡܰܓܶܢ ܢܶܥܒܶܕ ܠܠܰܚܡܳܐ ܗܳܢܳܐ ܦܰܓ݂ܪܳܐ ♱ ܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ܆ ܦܰܓ݂ܪܳܐ ♱ ܦܳܪܽܘܩܳܝܳܐ܆ ܦܰܓ݂ܪܳܐ ♱ ܕܰܡܫܺܝܚܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܕܺܝܠܰܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De Heilige Geest daalt neer op de gave van de wijn om het tot het sacramentele Bloed van de HEER te maken. Alles dat Geest van God aanraakt wordt geheiligd en omgevormd. De Heilige Geest is namelijk gelijk aan God de Vader en aan Christus in gezag, koningschap en oneindigheid. De Heilige Geest is als een duif neergedaald over Christus bij Zijn Doop en als tongen van vuur over de Apostelen. Daarnaast spreekt de Geest in de Heilige Schriften tot ons (Kolossenzen 1:9)
Priester: En deze kelk maakt tot het Bloed♱ van het nieuwe Verbond, het Verlossend Bloed♱, het eigen Bloed♱, van Christus onze God
Kohno:
ܟܗܢܐ ܘܰܠܟܳܣܳܐ ܗܳܢܳܐ ܢܫܰܡܠܶܐ: ܕܡܳܐ ♱ ܕܕܺܝܰܬ݂ܺܝܩܺܝ ܚܕܰܬܳܐ܆ ܕܡܳܐ ♱ ܦܳܪܽܘܩܳܝܳܐ܆ ܕܡܳܐ ♱ ܕܺܝܠܶܗ ܕܰܡܫܺܝܚܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܕܺܝܠܰܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De Heilige Kerk verblijft op aarde niet in een idyllische vrede, maar leeft in een conflictsituatie. Desondanks is de kerk gebouwd op een rots die niet overwonnen kan worden. De kerk kan dus nooit door het kwaad verslagen worden. In dit gebed verzoekt de priester de Vader om bevrijding van ‘aanstootgevende ketterij’. Deze strijd met het kwaad en verkeerde leren zal tot het einde der tijden duren (Openbaring 20:7-10)
Priester: Zodat zij de zielen en lichamen heiligen van wie aan hen deelnemen. Dan zullen zij vruchten van goede werken voortbrengen en de heilige kerk versterken, die gebouwd is op de onoverwinnelijke rots van het geloof en door de Hellepoorten niet kan worden overwonnen. Bevrijd haar van aanstootgevende ketterijen tot aan het einde, zodat zij lof en dank brengt aan U en aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest, die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܰܢܩܰܕܫܽܘܢ ܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܳܐ ܘܦܰܓ݂ܪ̈ܶܐ ܡܶܫܬܰܘܬܦܳܢ̈ܶܐ ܕܰܒܗܽܘܢ܆ ܠܰܛܥܺܝܢܽܘܬ݂ ܦܺܐܪ̈ܶܐ ܕܰܥܒܳܕ̈ܶܐ ܛܳܒ̈ܶܐ ܠܫܽܘܪܳܪܳܐ ܕܥܺܕܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ܆ ܗܳܝ ܕܥܰܠ ܫܽܘܥܳܐ ܕܗܰܝܡܳܢܽܘܬ݂ܳܐ ܡܚܰܣܢܳܐ ܘܡܶܢ ܬܰܪ̈ܥܶܐ ܫܝܽܘܠܳܝ̈ܶܐ ܠܳܐ ܡܶܬ݂ܚܰܣܢܳܐ. ܘܦܰܨܳܗ̇ ܡܶܢ ܟܶܫ̈ܠܶܐ ܗܶܪ̈ܶܛܺܝܩܳܝܶܐ ܥܕܰܡܳܐ ܠܫܽܘܠܳܡܳܐ܆ ܕܬܰܣܶܩ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆
ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Diptieken
Handeling: In dit onderdeel van de viering worden 6 gebeden aangeboden aan God de Vader voor allen die het gelovige volk ter harte gaan. Dit zijn achtereenvolgens: de Kerkvaders, gelovige broeders, christelijke koningen, de Heiligen, bewaarders van het geloof en de ontslapen gelovigen. In de diptieken worden de noden van de kerk op aarde en de kerk in de hemel gevierd. Deze voorbeden worden op dit moment van de Qurobo Alohoyo aangeboden omdat Christus nu aanwezig is in de Mysteries op het Altaar
Uitleg: Deze diptiek heet Qolo Beth d’abohotho. .
Misdienaar: Zegen mij o Heer: Laten wij bidden en smeken tot onze HEER en onze God in dit grote geduchte en heilige tijdsmoment. Voor al onze vaders en onze leiders die ons nu regeren in dit leven, de heilige kerken van God in de vier windstreken van de wereld wijden en besturen. Onze heilige, eerbiedwaardige, en zalige patriarch, onze vader Mor Ignatius (Afrem II) en onze aartsbisschop Mor (Polycarpus), mogen zij vaststaan in God met alle andere orthodoxe bisschoppen. Moge hun gebed voor ons een muur zijn. Dit smeken wij van de Heer. Heer, ontferm U over ons.
Shamosho: Baregmor: nsale unethkashaf lmoran den wAlohan b’edono hono rabo wadhilo uqadisho hlof kulhun abohotho wamdabrone dilan. Honun dqoymin brishayn yawmono wabhaye datnon. U ‘Itotho qadishotho dAloho dbarba’fenyon ro’en wamdabrin. Qadisho myaqro utubthono fateryargo dilan, Abun Moran Mor Ignatius (Afrem trayono). U hasyo dilan Abun Moran Mor (Polycarpus), nethqaymon bAloho ‘am sharko dkulhun efesqufe orthoduksu. Sluthhun shuro tehwe lan. Lmoryo nethkashaf. Quryeleison.
ܡܫܡܫܢܐ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱: ܢܨܰܠܶܐ ܘܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ ܠܡܳܪܰܢ ܘܰܐܠܗܰܢ ܒܥܶܕܳܢܳܐ ܗܳܢܳܐ ܪܰܒܳܐ ܘܰܕܚܺܝܠܐ ܘܩܰܕܺܝܫܳܐ ܚܠܳܦ ܟܽܠܗܽܘܢ ܐܰܒܳܗ̈ܳܬ̣ܳܐ ܘܰܡܕܰܒܪ̈ܳܢܶܐ ܕܺܝܠܰܢ. ܗܳܢܽܘܢ ܕܩܳܝܡܺܝܢ ܒܪ̈ܺܝܫܰܝܢ ܝܰܘܡܳܢܳܐ ܘܰܒܚܰܝ̈ܶܐ ܕܰܬܢܳܢ. ܘܥܺܕ̈ܳܬ̣ܳܐ ܩܰܕܺܝ̈ܫܳܬ̣ܳܐ ܕܰܐܠܗܳܐ ܕܒܰܐܪ̈ܒܰܥܦܶܢ̈ܝܳܢ ܪܳܥܶܝܢ ܘܰܡܕܰܒܪܺܝܢ. ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܡܝܰܩܪܳܐ ܘܛܘܒܬ̣ܳܢܳܐ. ܦܰܛܰܪܝܰܪܟ̣ܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܐܰܒܽܘܢ ܡܳܪܰܢ ܡܳܪܝ̱ ܐܺܝܓܢܰܐܛܺܝܳܘܣ (ܐܰܦܪܶܝܡ ܬܪܰܝܳܢܳܐ) ܘܚܰܣܝܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܐܰܒܽܘܢ ܡܳܪܝ̱ (ܦ̣ܳܠܺܝܩܰܪܦ̣ܽܘܣ). ܢܶܬ̣ܩܰܝܡܽܘܢ ܒܰܐܠܗܳܐ ܥܰܡ ܫܰܪܟܳܐ ܕܟܽܠܗܽܘܢ ܐܶܦܶܣܩܽܘܦ̈ܐ ܐܰܪ̈ܬܾܘܕܶܟܣܽܘ. ܨܠܽܘܬ̣ܗܽܘܢ ܫܽܘܪܳܐ ܬܶܗܘܶܐ ܠܰܢ. ܠܡܳܪܝܳܐ ܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܽܘܢ܀
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen.
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: Wij verzoeken de HEER om ons niet in beproeving te brengen en ons uit de greep van het kwaad te redden (Matteüs 6:9-13). Wanneer wij als mensen verleid worden en onze door God gegeven vrije wil niet gebruiken voor het doel waarvoor wij het gekregen hebben, dan zondigen wij. Door te zondigen verwijderen wij onszelf van God en keren wij ook tegen onszelf. Wij verstoren namelijk door de zonde niet alleen onze relatie met onze Schepper, maar ook die met onze medemens en onszelf
Priester: En verlos ons, HEER, van alle tegenwerking van slechte mensen en van al het geweld en de overheersing van de demonen en van elke plaag, die vanwege onze zonden over ons komt. Bewaar ons door het onderhouden van Uw heilige geboden, want U bent een barmhartige God en wij bieden lof en dank aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܘܦܰܨܳܐ ܠܰܢ ܡܳܪܝܳܐ ܡܶܢ ܟܽܠܳـܗ̇ ܣܰܩܽܘܒܠܳܝܽܘܬ݂ ܩܰܘܡܳܐ ܕܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܒܺܝ̈ܫܶܐ܆ ܘܡܶܢ ܟܽܠ ܚܺܐܦܳܐ ܘܰܥܫܽܘܡܝܳܐ ܕܫܺܐܕ̈ܶܐ܆ ܘܡܶܢ ܟܽܠ ܡܚܽܘܬ݂ܳܐ ܕܡܶܛܽܠ ܚܛܳܗ̈ܰܝܢ ܡܶܬܬܰܝܬܝܳܐ ܥܠܰܝܢ. ܘܢܰܛܰܪ ܠܰܢ ܒܢܳܛܽܘܪܽܘܬ݂ ܦܽܘܩܕܳܢܰܝ̈ܟ ܩܰܕ̈ܺܝܫܶܐ܆ ܡܶܛܽܠ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܐܺܝܬ݂ܰܝܟ ܘܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܡܰܣܩܺܝܢܰܢ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܘܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: Wij verzoeken de HEER om ons niet in beproeving te brengen en ons uit de greep van het kwaad te redden (Matteüs 6:9-13). Wanneer wij als mensen verleid worden en onze door God gegeven vrije wil niet gebruiken voor het doel waarvoor wij het gekregen hebben, dan zondigen wij. Door te zondigen verwijderen wij onszelf van God en keren wij ook tegen onszelf. Wij verstoren namelijk door de zonde niet alleen onze relatie met onze Schepper, maar ook die met onze medemens en onszelf
Priester: En verlos ons, HEER, van alle tegenwerking van slechte mensen en van al het geweld en de overheersing van de demonen en van elke plaag, die vanwege onze zonden over ons komt. Bewaar ons door het onderhouden van Uw heilige geboden, want U bent een barmhartige God en wij bieden lof en dank aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܘܦܰܨܳܐ ܠܰܢ ܡܳܪܝܳܐ ܡܶܢ ܟܽܠܳـܗ̇ ܣܰܩܽܘܒܠܳܝܽܘܬ݂ ܩܰܘܡܳܐ ܕܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܒܺܝ̈ܫܶܐ܆ ܘܡܶܢ ܟܽܠ ܚܺܐܦܳܐ ܘܰܥܫܽܘܡܝܳܐ ܕܫܺܐܕ̈ܶܐ܆ ܘܡܶܢ ܟܽܠ ܡܚܽܘܬ݂ܳܐ ܕܡܶܛܽܠ ܚܛܳܗ̈ܰܝܢ ܡܶܬܬܰܝܬܝܳܐ ܥܠܰܝܢ. ܘܢܰܛܰܪ ܠܰܢ ܒܢܳܛܽܘܪܽܘܬ݂ ܦܽܘܩܕܳܢܰܝ̈ܟ ܩܰܕ̈ܺܝܫܶܐ܆ ܡܶܛܽܠ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܐܺܝܬ݂ܰܝܟ ܘܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܡܰܣܩܺܝܢܰܢ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܘܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: Deze diptiek heet Qolo Beth d’ahe.
Misdienaar: Opnieuw gedenken wij al onze gelovige broeders en ware christenen die ons gevraagd en aangespoord hebben om onze gebreken, nederigheid en om hen te gedenken op dit uur en op deze tijd. En voor allen die te allen tijde met moeilijke verzoekingen te kampen hebben gehad en tot U, de Almachtige HEER God, hun toevlucht zochten omwille van hun verlossing en visitatie die zij van U spoedig verkrijgen. En omwille van de door God behoedde Kerk, en harmonie en voortgang voor alle gelovige bewoners ervan. Moge zij in deugd smeken tot de Heer.
Shamosho: Tub den meth’ahdinan lkulhun ‘ahayn mhayemne wakristione sharire. Aylen dqadem faqed uhafed labsirutho ulamhilutho dilan. Dnethehad enun bsho’tho hode wab’edono hono. Wahlof kulhun aylen dabkul znin dnesyune ‘asqe rmen u bog Moryo Aloho hayelthono methgawsin. Wahlof furqonhun u mesta’ronuthhun dmenog hi ba’gal. Wahlof i’to hode ntirath bAloho awyutho u shushoto lkulhun ‘omure mhayemne. Dbamyatrutho nehwun lMoryo nethkashaf.
ܡܫܡܫܢܐ ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܡܶܬ̣ܥܰܗܕܺܝܢܰܢ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܐܰܚܰܝ̈ܢ ܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ ܘܰܟܪ̈ܺܝܣܛܝܳܢܶܐ ܫܰܪܺܝܪ̈ܶܐ. ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܩܰܕܶܡܘ̱ ܦܰܩܶܕܘ̱ ܘܚܰܦܶܛܘ̱ ܠܰܒܨܺܝܪܽܘܬ̣ܳܐ ܘܠܰܡܚܺܝܠܽܘܬ̣ܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܕܢܶܬ̣ܥܗܰܕ ܐܶܢܽܘܢ ܒܫܳܥܬ̣ܳܐ ܗܳܕܶܐ ܘܰܒܥܶܕܳܢܳܐ ܗܳܢܳܐ. ܘܰܚܠܳܦ ܟܽܠܗܽܘܢ ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܰܒܟܽܠ ܙܢܺܝ̈ܢ ܕܢܶܣܝܽـܘ̈ܢܶܐ ܥܰܣ̈ܩܶܐ ܪܡܶܝܢ ܘܒܳܟ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰܠܗܳܐ ܚܰܝܶܠܬ̣ܳܢܳܐ ܡܶܬ̣ܓܰܘܣܺܝܢ. ܘܰܚܠܳܦ ܦܽܘܪܩܳܢܗܽܘܢ ܘܡܶܣܬܰܥܪܳܢܽܘܬ̣ܗܽܘܢ ܕܡܶܢܳܟ ܗܺܝ ܒܰܥܓܰـܠ. ܘܰܚܠܳܦ ܥܺܕܬܳܐ ܗܳܕܶܐ ܢܛܺܝܪܰܬ̣ ܒܰܐܠܗܳܐ ܘܐܰܘܝܽܘܬ̣ܳܐ ܘܫܘܽܘܫܳܛܳܐ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܥܳܡܽܘܪ̈ܶܝܗ̇ ܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ ܕܒܰܡܝܰܬܪܽܘܬ̣ܳܐ ܢܶܗܘܽܘܢ ܠܡܳܪܝܳܐ ܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ܀
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen.
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: God heeft de macht ons te behoeden voor struikelen. Wij ontvangen kracht van de HEER wanneer wij ons leven bouwen op het fundament van het geloof. Bij het bidden moeten wij ons laten leiden door de Heilige Geest en vasthouden aan Gods liefde. Daarnaast moeten wij uitzien naar de barmhartigheid van Christus, ontfermen over wie twijfelen en anderen redden door hen aan het vuur te ontrukken (Judas 1:20-25)
Priester: Gedenk, HEER, al degenen die wij ons herinnerd en niet herinnerd hebben, en ontvang hun offers in de wijdtes van Uw hemel. Beloon hen met de vreugde van de verlossing en maak hen Uw hulpbetoon waardig. Sterk hen met Uw kracht, wapen hen met Uw erbarmen, want U bent barmhartig en wij bieden lof en dank aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܶܬ݂ܕܰܟ݂ܪ ܡܳܪܝܳܐ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܗܳܢܽܘܢ ܕܶܐܬ݂ܕܟ݂ܰܪܢܰܢ ܘܰܕܠܳܐ ܐܶܬ݂ܕܟ݂ܰܪܢܰܢ܆ ܘܩܰܒܶܠ ܕܶܒܚܰܝ̈ܗܽܘܢ ܥܰܠ ܦܬ݂ܳܝ̈ܶܐ ܕܰܫܡܰܝ̈ܟ. ܦܪܽܘܥ ܐܶܢܽܘܢ ܪܘܳܙܳܐ ܕܦܽܘܪܩܳܢܳܐ܆ ܘܰܐܫܘܳܐ ܐܶܢܽܘܢ ܠܣܽܘܝܳܥܳܐ ܕܡܶܢܳܟ݂܆ ܥܰܫܶܢ ܐܶܢܽܘܢ ܒܚܰܝܠܳܟ݂܆ ܙܰܝܶܢ ܐܶܢܽܘܢ ܒܚܽܘܣܢܰܝ̈ܟ܆ ܡܶܛܽܠ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܡܪܰܚܡܳܢܳܐ ܐܺܝܬ݂ܰܝܟ ܘܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܡܰܣܩܺܝܢܰܢ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܘܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: Deze diptiek heet Qolo d’Malke Mhayemne. Wij herdenken met deze diptiek de gelovige, christelijke koningen die het geloof hebben bewaard. Christus zelf zei: ‘Geef dan wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort‘ (Mattheüs 22:21). Christenen worden aldus aangespoord om ‘overheid en gezag te erkennen en gehoorzaam te zijn‘ (Titus 3:1)
Misdienaar: Opnieuw gedenken wij alle gelovige koningen en ware christenen die de kerken en klooster Gods, over de vier windstreken gesticht en bewaard hebben in het ware geloof. En omwille elk christelijk land en geestelijkheid en het gelovige volk. Moge zij in deugd smeken tot de Heer.
Shamosho: Tub den meth’ahdinan lkulhun malke mhayemne wakristione sharire. Aylen dal’itotho waldayrotho dAloho dbarba’ fenyon qayem u sharar bhaymonutho dashroro. Wahlof kulo ifolutiya kristyonitho waqliros u ‘amo mhayemno. Dbamyatrutho nehwun lMoryo nethkashaf.
ܡܫܡܫܢܐ ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܡܶܬ̣ܥܰܗܕܺܝܢܰܢ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܡܰܠ̈ܟܶܐ ܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ ܘܰܟܪ̈ܺܝܣܛܝܳܢܶܐ ܫܰܪܺܝܪ̈ܶܐ. ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܰܠܥܺܕ̈ܬ̣ܳܐ ܘܰܠܕܰܝܪ̈ܬ̣ܳܐ ܕܰܐܠܗܳܐ ܕܒܰܐܪܒܰܥ ܦܶܢ̈ܝܳܢ ܩܰܝܶܡܘ̱ ܘܫܰܪܰܪܘ̱ ܒܗܰܝܡܳܢܽܘܬ̣ܳܐ ܕܰܫܪܳܪܳܐ. ܘܰܚܠܳܦ ܟܽܠܳܗ̇ ܐܺܝܦܳܘܠܽܘܛܺܝܰܐ ܟܪܺܝܣܛܝܳܢܺܝܬ̣ܳܐ ܘܰܩܠܺܝܪܳܘܣ ܘܥܰܡܳܐ ܡܗܰܝܡܢܳܐ ܕܒܰܡܝܰܬܪܽܘܬ̣ܳܐ ܢܶܗܘܽܘܢ ܠܡܳܪܝܳܐ ܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ܀
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen.
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: Met de kracht waarmee God alles onderwerpt maakt hij ons armzalig lichaam gelijk ‘aan Zijn verheerlijkt Lichaam‘ (Filippenzen 3:21). Hij schenkt ons burgerrecht in de hemel en de overwinning over de dood door Zijn Opstanding.
Priester: Want U bent de Verlosser en Helper die de overwinning schenkt aan allen die op U hopen, HEER. Wij bieden lof en dank aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܡܶܛܽܠ ܕܰܐܢ̱ܬܽ ܗ̱ܘ ܦܳܪܽܘܩܳܐ ܘܰܡܣܰܝܥܳܢܳܐ ܘܝܳܗܶܒ ܙܳܟ݂ܽܘܬ݂ܳܐ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܰܡܣܰܒܪܺܝܢ ܒܳܟ݂ ܡܳܪܝܳܐ. ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܡܰܣܩܺܝܢܰܢ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܘܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: Deze diptiek heet Qolo dYoldath Aloho u dqadishe.
Misdienaar: Opnieuw gedenken wij zij die waardig is te worden geprezen en verheerlijkt door alle geslachten der aarde, de heilige, de geprezene, de gezegende, de verhevene en altijd blijvende Maagd, Maria, de Moeder Gods. Laten wij met haar de profeten, de apostelen, de predikers, de evangelisten, de martelaren, de belijders, en de zalige gezant St. Johannes de Doper, de voorloper van zijn Meester gedenken. En de heilige en geprezen St. Stephanus, hoofd der diakenen en eerste der martelaren. En de apostel-vorsten St. Petrus en St. Paulus. En laten we tezamen alle heilige mannen en vrouwen gedenken. Moge hun gebed een muur voor ons zijn. Laat ons smeken tot de Heer.
Shamosho: Tub den meth’ahdinan lhoy shoyath ltube washbihat men kulhen sharbotho dar’o. Qadishto wamshabahto, wambaragto, wam’alayto, bthulath bkul zban tubonitho Yoldath Aloho Maryam. ‘Amo den nethehad lanbiye u lashlihe lkoruze u lewangeleste, lsohde walmawedyone, waltubono Mor Yuhanon izgado u ma’medono u rahoto qadmoyo dMore. Walqadisho mor Stefanus risho damshamshone u qadmoyo dsohde. Walrishay shlihe m’alayo Mor Fetrus u Mor Fawlos. Nethgar den agehdo lkulhun qadishe u qadishotho. Sluthhun shuro tehwe lan. LMoryo nethqashaf.
ܡܫܡܫܢܐ ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܡܶܬ̣ܥܰܗܕܺܝܢܰܢ ܠܗܳܝ ܫܰܘܝܰܬ̣ ܠܛܽܘ̈ܒܶܐ ܘܰܫܒܺܝܚܰܬ ܡܶܢ ܟܽܠܗܶܝܢ ܫܰܪ̈ܒܳܬ̣ܳܐ ܕܐܰܪܥܳܐ. ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܘܰܡܫܰܒܰܚܬܳܐ ܘܰܡܒܰܪܰܟ̣ܬܳܐ ܘܰܡܥܰܠܰܝܬܳܐ ܒܬܽܘܠܰܬ̣ ܒܟ̣ܽܠܙܒܰܢ ܛܽܘܒܳܢܺܝܬ̣ܳܐ ܝܳܠܕܰܬ̣ ܐܰܠܗܳܐ ܡܰܪܝܰܡ. ܥܰܡܗ̇ ܕܶܝܢ ܢܶܬ̣ܥܰܗܰܕ ܠܰܢܒܺܝ̈ܶܐ ܘܠܰܫܠܺܝ̈ܚܶܐ ܠܟܳܪ̈ܽܘܙܶܐ ܘܠܐܶܘܰܢܓܶܠܶܝ̈ܣܛܶܐ. ܠܣܳܗ̈ܕܶܐ ܘܰܠܡܰܘ̈ܕܝܳܢܶܐ ܘܰܠܛܽܘܒܳܢܳܐ ܡܳܪܝ ܝܽܘܚܰܢܳܢ ܐܺܝܙܓܰܕܳܐ ܘܡܰܥܡܕܳܢܳܐ ܘܪܰܗܳܛܳܐ ܩܰܕܡܳܝܳܐ ܕܡܳܪܶܗ. ܘܰܠܩܰܕܺܝܫܳܐ ܡܳܪܝ ܐܶܣܛܶܦܰܢܳܘܣ ܪܺܝܫܳܐ ܕܰܡܫܰܡܫܳܢ̈ܶܐ ܘܩܰܕܡܳܝܳܐ ܕܣܳܗ̈ܕܶܐ. ܘܰܠܪ̈ܺܝܫܰܝ ܫܠܺܝ̈ܚܶܐ ܡܥܰܠܰܝ̈ܳܐ ܡܳܪܝ ܦܶܛܪܳܘܣ ܘܡܳܪܝ ܘܦܰܘܠܳܘܣ. ܢܶܬ̣ܕܟ̣ܰܪ ܕܶܝܢ ܐܰܟ̣ܚܕܳܐ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܩܰܕܺܝ̈ܫܶܐ ܘܩܰܕܺܝ̈ܫܳܬ̣ܳܐ. ܨܠܽܘܬ̣ܗܽܘܢ ܫܽܘܪܳܐ ܬܶܗܘܶܐ ܠܰܢ. ܠܡܳܪܝܳܐ ܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ܀
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen.
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: Wij verzoeken God voor Zijn bescherming, omdat de Zoon, die uit God geboren werd, hem beschermt die in Hem gelooft, ‘zodat het kwaad geen vat op hem heeft‘ (1 Johannes 5:18). Het offer dat wij aanbieden aan de HEER is niet aards, zoals wel het geval was met de praktijken van het Oude Testament. Offers die men aan God kon aanbieden waren onder meer: brandoffers (Leviticus 1:4), gelofte-offers (Leviticus 7:16), graanoffers (Leviticus 5:11), wijnoffers (Numeri 15:4), reukoffers (Exodus 30:34-38), reinigingsoffer (Leviticus 4:3), vrede-offer (Leviticus 7:11-36) en wijding-offers (Exodus 29:22-34). Christus is echter het laatste offer, met welk offer de relatie tussen mens en God is hersteld
Priester: Wij vragen U, HEER, die het onmogelijke mogelijk maakt: voeg ons bij de menigten van eerstgeborenen die ingeschreven staan in de hemel. Wij gedenken hen, opdat zij van hun kant ons bij U gedenken en samen met ons deel krijgen aan dit geestelijk offer, voor de bescherming van de levenden, voor de opbeuring van ons ongelukkigen en voor de rust van de ontslapen gelovigen, onze ouders, broers, zussen en leiders: door de goedheid en barmhartigheid van U, Uw eniggeboren Zoon en Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܒܳܥܶܝܢܰܢ ܡܶܢܳܟ݂ ܡܳܪܝܳܐ ܡܨܶܐ ܚܺܝܠ ܠܳܐ ܡܶܬ݂ܡܰܨܝܳܢ̈ܝܳܬ݂ܳܐ: ܐܰ ܠܘܶܬ݂ ܠܰܢ ܠܟܶܢ̈ܫܶܐ ܕܒܽܘܟ݂ܪ̈ܶܐ ܟܬ݂ܺܝܒ̈ܰܝ ܒܰܫܡܰܝܳܐ. ܡܶܬ݂ܕܰܟ݂ܪܺܝܢܰܢ ܕܶܝܢ ܠܗܽܘܢ܆ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܳܐܦ ܗܶܢܽܘܢ ܢܶܬ݂ܕܰܟ݂ܪܽܘܢܳܢ ܩܕܳܡܰܝܟ ܘܢܶܫܬܰܘܬܦܽܘܢ ܥܰܡܰܢ ܒܕܶܒܚܬ݂ܳܐ ܗܳܕܶܐ ܪܽܘܚܳܢܳܝܬܳܐ܆ ܠܰܙܗܺܝܪܽܘܬ݂ܳܐ ܡܰܢ ܕܚܰܝ̈ܶܐ܆ ܘܠܰܠܒܺܝܒܽܘܬ݂ܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܕܳܘܰܝ̈ܳܐ܆ ܘܠܰܢܝܳܚܬܳܐ ܕܰܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ ܫܟ݂ܺܝ̈ܒܶܐ܆ ܐܰܒܳܗ̈ܶܐ ܘܰܐܚ̈ܶܐ ܘܪ̈ܰܒܳܢܶܐ ܕܺܝܠܰܢ: ܒܛܰܝܒܽܘܬ݂ܳܐ ܘܰܒܪ̈ܰܚܡܶܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܘܕܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܘܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: Deze diptiek heet Qolo den qadishe.
Misdienaar: Opnieuw gedenken wij zij die zijn voorgegaan en zijn ontslapen in heiligheid onder de heiligen; die het éne apostolische geloof zonder onreinheden hebben bewaard en aan ons hebben overgeleverd. Wij belijden hiermee de drie heilige oecumenische Concilies van Nicea, Constantinopel en Efeze. En wij gedenken onze geprezene en godvrezende voorvaderen, aartsbisschoppen en leraren. Jacobus, de hoofd der bisschoppen, eerste aartsbisschop van Jeruzalem, apostel en martelaar.
Ignatius, Clemens, Dionysius, Athanasius, Julius, Basilius, Gregorius, Dioscorus, Timotheus, Philexinus, Anthimus en Ivanius.
In het bijzonder St. Cyrillus, de ware en sublieme toren, die de Menswording van het Woord Gods, onze HEER Jezus Christus, naar het vlees bewees.
En opnieuw onze patriarch, onze heer St. Severius, de kroon der Syriërs en de welsprekende tong, pijler en leraar van de gehele heilige Kerk van God.
En onze heilige bisschoppelijke vader St. Jacobus Baradaeus, de stichter van het orthodoxe geloof. St. Efrem, St. Jacob, St. Izaak, St.Balai en onze heer St. Barsoum, de hoofd der mistroostigen, en St. Simon de Styliet en de gekozen St. Abhai. En allen die vóór hen, tezamen met hen, en na hen het éne orthodoxe geloof zonder trouweloosheid hebben bewaard en aan ons hebben overgeleverd. Moge hun gebed een muur voor ons zijn. Laat ons smeken tot de Heer.
Shamosho: Tub den meth’ahdinan lhonun dabbeth qadishe qadishoyith qadem washgeb wethnih, lahdo haymonutho shlihoyto wadlo mum ntar lan yab washlem. Lholen man tloth sunedu hasyotho qadishotho tebiloyotho magrzinan. Lhoy kith nabniqiya walhoy dabqustaninufolis walhoy dbefesus. Lamshabhe walbishay lAloho abohotho dilan hsayo malfone dabhen. Ya’qub man haw risho defesqufe hasyo qadmoyo d’Ureshlem washliho u sohdo.
Ignatios, Climis, Dionosyos, Athanasios, Julios, Baselios, Grigorios, Diosqoros, Temateos, Filuksinos, Antimus, Iwanis.
Mshamhoyith den lmor Qorilos haw magdlo romo shariro wamhawyono dmethbarenshonuthe dmeltho Aloho Moran Yeshu’ Mshiho dethbasar badeq u hawi.
Tub den walfateryargo dilan, moran mor Sewerios togo dSuryoye, haw fumo mlilo u ‘amudo malfono dkulo ‘ito qadishto dAloho.
U l’Abun hasyo qadisho mor Ya’qub Burd’ono mqaymono dhaymonutho trisat shubho. Mor Afrem, mor Ya’qub, mor Ishoq, mor Balay, u moran mor Barsawmo risho dabile u mor Shem’un destune u gabyo mor Abhay. Walhonun daqdomayhun u ‘amhun botharhun dlahdo haymonutho tristo lo zifonoyto ntar lan yab washlem. Sluthhun shuro tehwe lan. L’Moryo nethkashaf.
ܡܫܡܫܢܐ ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܡܶܬ̣ܰܥܰܗܕܺܝܢܰܢ ܠܗܳܢܽܘܢ ܕܰܒܒܶܝܬ̣ ܩܰܕܺܝ̈ܫܶܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐܺܝܬ ܩܰܕܶܡܘ̱ ܫܟ̣ܶܒܘ̱ ܘܐܶܬܬܢܺܝܚܘ̱. ܘܠܰܚܕܳܐ ܗܰܝܡܳܢܽܘܬ̣ܳܐ ܫܠܺܝܚܳܝܬܳܐ ܘܰܕܠܳܐ ܡܽܘܡ ܢܛܰܪܘ̱ ܠܰܢ ܝܰܗܒܘ̱ ܘܰܐܫܠܶܡܘ̱. ܠܳܗܠܶܝܢ ܡܰܢ ܬܠܳܬ̣ ܣܽܘܢ̈ܢܶܕܽܘ ܚܰܣ̈ܝܳܬ̣ܳܐ ܘܩܰܕܺܝ̈ܫܳܬ̣ܳܐ ܘܬܶܒܺܝ̈ܠܳܝܳܬ̣ܳܐ ܡܰܟ̣ܪܙܺܝܢܰܢ. ܠܗܳܝ ܟܺܝܬ̣ ܕܰܒܢܺܝܩܺܝܰܐ ܘܰܠܗܳܝ ܕܰܒܩܽܘܣܛܰܢܛܺܝܢܽܘܦܳܘܠܺܝܣ ܘܰܠܗܳܝ ܕܒܶܐܦܶܣܳܘܣ. ܘܠܰܡܫܰܒ̈ܚܶܐ ܘܰܠܒܺܝ̈ܫܰܝ ܠܐܰܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܗ̈ܳܬ̣ܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܚܣܰܝ̈ܳܐ ܘܡܰܠܦܳܢ̈ܶܐ ܕܰܒܗܶܝܢ. ܝܰܥܩܽܘܒ ܡܰܢ ܗܰܘ ܪܺܝܫܳܐ ܕܐܶܦܝܣܩܽܘ̈ܦܶܐ ܚܰܣܝܳܐ ܩܰܕܡܳܝܳܐ ܕܐܽܘܪܶܫܠܶܡ ܘܰܫܠܺܝܚܳܐ ܘܣܳܗܕܳܐ
ܐܺܝܓ̣ܢܰܐܛܺܝܳܘܣ ܩܠܶܝܡܺܝܣ. ܕܺܝܳܘܢܢܳܘܣܺܝܳܘܣ ܐܰܬ̣ܰܢܰܐܣܺܝܳܘܣ. ܝܽܘܠܺܝܳܘܣ ܒܰܣܺܝܠܺܝܳܘܣ ܓ̣ܪܺܝܓ̣ܳܘܪܺܝܳܘܣ ܕܺܝܳܘܣܩܳܘܪܳܘܣ ܛܺܝܡܰܬܶܐܳܘܣ ܦܺܝܠـܠܽܘܟܣܺܝܢܳܘܣ ܐܰܢܬܺܝܡܳܘܣ ܐܺܝܘܰܐܢܺܝܣ
ܡܫܰܡܗܳܐܺܝܬ̣ ܕܶܝܢ ܠܡܳܪܝ̱ ܩܽܘܪܺܝܠـܠܳܘܣ ܗܰܘ ܡܰܓ̣ܕܠܐ ܪܳܡܳܐ ܫܰܪܺܝܪܳܐ ܘܰܡܚܰܘܝܳܢܳܐ ܕܡܶܬ̣ܒܰܪܶܢܫܳܢܽܘܬ̣ܶܗ ܕܡܶܠܬ̣ܳܐ ܐܰܠܗܳܐ ܡܳܪܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܕܐܶܬ̣ܒܰܣܰܪ ܒܰܕܶܩ ܘܚܰܘܺܝ
ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܰܠܦܰܛܪܝܰܪܟ̣ܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܡܳܪܰܢ ܡܳܪܝ ܣܶܘܶܝܪܺܝܳܘܣ ܬܳܓ̣ܳܐ ܕܣܽܘܪ̈ܝܳܝܶܐ ܗܰܘ ܦܽܘܡܳܐ ܡܠܺܝܠܳܐ ܘܥܰܡܽܘܕܳܐ ܘܡܰܠܦܳܢܳܐ ܕܟܽܠܳܗ̇ ܥܺܕܬܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܕܰܐܠܗܳܐ
ܘܠܰܐܒܽܘܢ ܚܰܣܝܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܡܳܪܝ ܝܰܥܩܽܘܒ ܒܽܘܪܕܥܳܢܳܐ ܡܩܰܝܡܳܢܳܐ ܕܗܰܝܡܳܢܽܘܬ̣ܳܐ ܬܪܺܝܨܰܬ ܫܽܘܒܚܳܐ. ܡܳܪܝ ܐܰܦܪܶܝܡ ܘܡܳܪܝ ܝܰܥܩܽܘܒ ܘܡܳܪܝ ܐܺܝܣܚܳܩ ܘܡܳܪܝ ܒܰܠܰܝ. ܘܡܳܪܰܢ ܡܳܪܝ ܒܰܪܨܰܘܡܳܐ ܪܺܝܫܳܐ ܕܰܐܒܺܝ̈ܠܶܐ ܘܡܳܪܝ ܫܶܡܥܽܘܢ ܕܐܶܣܛܽܘܢܶܗ ܘܓܰܒܝܳܐ ܡܪܝ ܐܰܒܚܰܝ. ܘܰܠܗܳܢܽܘܢ ܕܰܩܕܳܡܰܝܗܽܘܢ ܘܥܰܡܗܽܘܢ ܘܒܳܬ̣ܰܪܗܽܘܢ ܕܠܰܚܕܳܐ ܗܰܝܡܳܢܽܘܬ̣ܳܐ ܬܪܺܝܨܬܳܐ ܘܠܳܐ ܙܐܺܦܳܢܳܝܬܳܐ ܢܛܰܪܘ̱ ܠܰܢ ܝܰܗܒܘ̱ ܘܐܰܫܠܶܡܘ̱. ܨܠܽܘܬ̣ܗܽܘܢ ܫܽܘܪܳܐ ܬܶܗܘܶܐ ܠܰܢ. ܠܡܳܪܝܳܐ ܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ
Uitleg: Wij zeggen ‘Kyrie Eleison’ omdat wij in ons smeekgebed God om vergeving van onze zonden vragen en Hem lofprijzen.
Volk: Heer, ontferm u
amo: Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Uitleg: De priester verzoekt God om de lering van de Heiligen in ons leven een gids te laten zijn
Priester: Versterk in onze zielen het onderricht van de beroemde leraren, die Uw heilige Naam uitdroegen ten overstaan van volkeren en koningen en de kinderen van Israël, en maak een einde aan de ketterijen die ons zoveel last bezorgen. Maak ons waardig om op een onberispelijke manier voor Uw vreeswekkende rechterstoel te staan, want U bent de Heilige die de heiligen heiligt en aan U bieden wij lof en dank, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid.
Kohno:
ܟܗܢܐ ܠܡܰܠܦܳܢܽܘܬ݂ ܢܰܗܺܝܪ̈ܶܐ ܘܡܰܠ̈ܦܳܢܶܐ܆ ܛܥܺܝ̈ܢܰܝ ܠܰܫܡܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܩܕܳܡ ܥܰܡ̱̈ܡܶܐ ܘܡܰܠܟ̈ܶܐ ܘܰܒܢܰܝ̈ܳܐ ܕܺܝܣܪܳܐܶܝܠ ܒܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܰܢ ܫܰܪܰܪ܆ ܘܠܶܐܪ̈ܶܣܺܝܣ ܕܡܰܠܙ̈ܳܢ ܠܰܢ ܒܰܛܶܠ. ܘܰܠܩܰܘܡܳܐ ܠܳܐ ܥܕܺܝܠܳܐ ܕܰܩܕܳܡ ܒܺܐܡܰܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܙܺܝܥܬ݂ܳܐ ܐܰܫܘܳܐ ܠܰܢ܆ ܡܶܛܽܠ ܕܩܰܕܺܝܫܳܐ ܘܰܡܩܰܕܫܳܢܳܐ ܕܩܰܕ̈ܺܝܫܶܐ ܐܺܝܬ݂ܰܝܟ܆ ܘܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܡܰܣܩܺܝܢܰܢ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: Deze diptiek heet Qolo d’anide.
Misdienaar: Opnieuw gedenken wij alle gelovige overledenen die in het ware geloof vanuit dit heilige altaar en vanuit deze plaats en van alle plaatsen der aarde ontslapen zijn en rust hebben gevonden. En die gekomen zijn bij God, de Vader van de geestelijke wezens en van alle vlees. Wij smeken Christus, onze God, die hun zielen tot Zich genomen heeft. Dat Hij hen in Zijn grote barmhartigheid waardig moge achten voor de kwijtschelding van de schulden en vergeving van de zonden. En dat Hij ons en hen moge doen komen in Zijn hemelse Koninkrijk. Wij roepen en zeggen drie maal:
Shamosho: Tub den meth’ahdinan lkulhun ‘anide dabhaymonutho dashroro men madebho hono qadisho u men athro hono men kul athar ufenyon. Qadem shgeb wethnih, walwoth Aloho Abo druhotho wadkul bsar mana’. Neb’e u nethkashaf men Mshiho Aloho dilan. Haw dansab nashwothhun u ruhothhun lwothe. Dhu brahmaw sagiye nashwe enun lhusoyo dhawbe walshubqono dahtohe. Ulan walhun nmana’ lmalkuthe shmayonitho. Naz’eq u nimar tloth zabnin:
ܡܫܡܫܢܐ ܬܽܘܒ ܕܶܝܢ ܘܡܶܬ̣ܥܰܗܕܺܝܢܰܢ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܥܰܢܺܝ̈ـܕܶܐ ܕܰܒܗܰܝܡܳܢܽܘܬ̣ܳܐ ܕܰܫܪܳܪܳܐ ܡܶܢ ܡܰܕܒܚܳܐ ܗܳܢܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܘܡܶܢ ܐܰܬ̣ܪܳܐ ܗܳܢܳܐ ܘܡܶܢ ܟܽܠ ܐܰܬ̣ܰܪ ܘܦܶܢܝܳـ̈ܢ. ܩܰܕܶܡܘ̱ ܫܟ̣ܶܒܘ̱ ܘܶܐܬܬܢܺܝ̣ܚܘ̱. ܘܰܠܘܳܬ̣ ܐܰܠܗܳܐ ܐܰܒܳܐ ܕܪ̈ܽܘܚܳܬ̣ܳܐ ܘܰܕܟܽܠ ܒܣܰܪ ܡܰܢܰܥܘ̱. ܢܶܒܥܶܐ ܘܢܶܬ̣ܟܰܫܰܦ ܡܶܢ ܡܫܺܝ̣ܚܳܐ ܐܰܠܗܳܐ ܕܺܝܠܰܢ. ܗܰܘ ܕܰܢܣܰܒ ܢܰܦܫܳܬ̣ܗܽܘܢ ܘܪ̈ܽܘܚܳܬ̣ܗܽܘܢ ܠܘܳܬܶܗ. ܕܗܽܘ ܒܪ̈ܰܚܡܰܘܗܝ̱ ܣܰܓܺܝ̈ܶـܐܐ ܢܰܫܘܶܐ ܐܶܢܽܘܢ ܠܚܽܘܣܳܝܳܐ ܕܚܰܘ̈ܒܶܐ ܘܰܠܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ. ܘܠܰܢ ܘܰܠܗܽܘܢ ܢܡܰܢܰܥ ܠܡܰܠܟܽܘܬ̣ܶܗ ܫܡܰܝܳܢܺܝܬ̣ܳܐ. ܢܰܙܥܶܩ ܘܢܺܐܡܰܪ ܬܠܳܬ̣ ܙܰܒܢܺܝ̈ـܢ: ܀
Uitleg: In dit gezang tot de heilige Drie-Eenheid komt duidelijk naar voren dat wij compleet afhankelijk zijn van God en Hem moeten verzoeken. Het kwaad ligt namelijk altijd op de loer (1 Petrus 5:8). Wanneer God niet bij ons is, dan verliezen wij – net als Job – zijn zegen en bescherming. Wij moeten dus onophoudelijk bidden tot God en Hem verzoeken om met ons te zijn. Niet zonder reden zegt harpier koning David dat wij 7 maal per dag moeten bidden en God moeten lofprijzen (Psalm 119:164). Wij vragen de HEER dus om zich over ons te ontfermen.
Volk: Heer, ontferm u, Heer, ontferm u, Heer, ontferm u.
amo: Qurye leyson, Qurye leyson, Qurye leyson
ܥܡܐ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ. ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
Universeel gebed
Handeling:
Uitleg: Wij noemen Christus de Eniggeboren Zoon van God, omdat Hij uit de Vader komt en werkelijk vlees en bloed was door zijn geboorte uit de Moeder van God. Christus is daarnaast ook de Eerstgeborene van de Schepping, omdat Hij voor alles bestaat en Hij de oorsprong is (Kolossenzen 1:15-20). Het is de bedoeling van Christus om ons niet te veroordelen, maar om ons te redden: daarvoor is Hij gestorven (1 Tesselonicenzen 5:9). Om die reden verzoekt de priester om de overledenen te verlossen van de veroordeling zonder einde in de hel en te brengen in Zijn nabijheid in het Licht: de hemel
Priester: HEER, God van de geesten en alle vlees, gedenk allen die in het juiste geloof van ons zijn heen gegaan: geef hun lichamen en zielen en geesten rust, verlos hen van de veroordeling zonder einde en maak hen blij in het oord waar het licht van Uw gelaat naar omziet, doordat U hun fouten uitwist en niet met hen in het gerecht gaat. Voor U is immers niemand rechtvaardig behalve Uw eniggeboren Zoon, door wie ook wij erbarmen hopen te vinden en de vergeving van zonden die U schenkt omwille van Hem, zowel voor onszelf als ook voor hen:
Kohno:
ܟܗܢܐ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܕܪ̈ܽܘܚܳܬ݂ܳܐ ܘܰܕܟܽܠ ܒܣܰܪ܆ ܐܶܬ݂ܕܰܟ݂ܪ ܠܟܽܠܗܽܘܢ ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܰܒܗܰܝܡܳܢܽܘܬ݂ܳܐ ܬܪܺܝܨܬܳܐ ܡܶܢܰܢ ܫܰܢܺܝܘ: ܐܰܢܺܝܚ ܦܰܓ݂ܪ̈ܶܐ ܘܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܳܐ ܘܪ̈ܽܘܚܳܬ݂ܳܐ ܕܺܝܠܗܽܘܢ܆ ܘܦܰܨܳܐ ܐܶܢܽܘܢ ܡܶܢ ܚܽܘܝܳܒܳܐ ܕܠܳܐ ܫܽܘܠܳܡ܆ ܘܒܰܣܶܡ ܐܶܢܽܘܢ ܒܰܐܬ݂ܪܳܐ ܕܣܳܥܰܪ ܢܽܘܗܪܳܐ ܕܦܰܪܨܽܘܦܳܟ݂܆ ܟܰܕ ܠܳـܚܶܐ ܐܰܢ̱ܬ ܫܽܘܪ̈ܥܳܬ݂ܗܽܘܢ ܘܠܳܐ ܥܳܐܶܠ ܐܰܢ̱ܬ ܠܕܺܝܢܳܐ ܥܰܡܗܽܘܢ. ܠܰܝܬ ܓ݂ܶܝܪ ܙܰܟܳܝܳܐ ܩܕܳܡܰܝܟ܆ ܐܶܠܳܐ ܐܶܢ ܒܰܠܚܽܘܕܰܘܗ̱ܝ ܝܺܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂܆ ܕܒܺܐܝ̈ܕܰܘܗ̱ܝ ܐܳܦ ܚܢܰܢ ܡܣܰܒܪܺܝܢܰܢ ܪ̈ܰܚܡܶܐ ܠܡܶܫܟܳܚܽܘ ܘܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ ܕܡܶܛܽܠܳܬ݂ܶܗ܆ ܐܳܦ ܠܰܢ ܘܰܠܗܽܘܢ ܀
Uitleg: In tegenstelling tot het dierlijke bloed van het Oude Testament, kan het bloed van Christus onze zonden doen verdwijnen. Dierlijk bloed kan de zonde slechts ‘bedekken’, maar niet wegnemen. In deze hymne verzoekt het gelovige volk de HEER om barmhartig te zijn voor alle zonden die de mens pleegt, of dit nu opzettelijk is of onopzettelijk (denk aan het zondigen in een droom). Er is namelijk geen mens die niet zondigt, op Christus zelf na.
Volk: Verwijder, verzoen en vergeef, God, onze en hun fouten waarmee wij, met opzet en onopzettelijk, bewust en onbewust, tegenover U gezondigd hebben.
Amo: Anih uhaso washbuq Aloho lshur’otho dilan udilhun aylen dahtaynan qdomayk bsebyono wadlo bsebyono, bida’tho wadlo bida’tho.
ܥܡܐ ܐܰܢܺܝܚ ܘܚܰܣܳܐ ܘܰܫܒܽܘܩ ܐܰܠܗܳܐ ܠܫܽܘܪ̈ܥܳܬ̣ܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܘܕܺܝܠܗܽܘܢ ܐܰܝܠܶܝܢ ܕܰܚܛܰܝܢܰܢ ܩܕܳܡܰܝܟ ܒܨܶܒܝܳܢܳܐ ܘܰܕܠܐ ܒܨܶܒܝܳܢܳܐ ܒܺܝܕܰܥܬ̣ܳܐ ܘܰܕܠܐ ܒܺܝܕܰܥܬ̣ܳܐ܀
Uitleg: Wij vragen God om ons niet overeenkomstig onze schulden te behandelen of te vergelden – want onze zonden zijn groot en veel – maar juist om onze zonden uit te wissen overeenkomstig Zijn overvloedige barmhartigheid. Zo kunnen wij leven zonder zonde. Wij smeken tot God hiervoor, want het was de mens (Adam) die ongehoorzaam was en het waren de mensen die Hem verloochenden (Mattheüs 26:75) en kruisigden op de plek waar Adam lag begraven (Mattheüs 27:33). Op dezelfde plek waar de mens zich van God verwijderde wegens zijn ongehoorzaamheid (Genesis 3:23), heeft Christus aldus de mens verzoend met God door zichzelf te offeren. Daardoor kan de mens eten van de Levensboom en het eeuwige Leven verkrijgen, hetgeen Adam en Eva niet konden. Als mens kunnen wij niets zonder Zijn Hand. God is de Vader die alles in de hand heeft
Priester: Bewaar ons levenseinde zonder zonde, HEER, en breng ons samen aan de voeten van Uw uitverkorenen, wanneer en waar en hoe U wilt, als het maar zonder de schande van onze fouten is. Hierdoor zal, net als door alles, Uw in alles geëerde en gezegende naam worden verheerlijkt en geprezen, samen met die van onze HEER Jezus Christus en die van Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܠܫܽܘܠܳـܡܳܐ ܕܶܝܢ ܕܺܝܠܰܢ ܕܠܳܐ ܚܛܳܗ ܢܰܛܰܪ ܡܳܪܝܳܐ܆ ܘܟܰܢܶܫܰܝܢ ܬܚܶܝܬ݂ ܪ̈ܶܓ݂ܠܶܐ ܕܰܓ݂ܒܰܝ̈ܟ܆ ܐܶܡܰܬ݂ܝ̱ ܘܰܐܝܟܳܐ ܘܰܐܝܟܰܢܳܐ ܕܨܳܒܶܐ ܐܰܢ̱ܬ܆ ܒܰܠܚܽܘܕ ܕܠܳܐ ܒܶܗܬܬܳܐ ܕܫܽܘܪ̈ܥܳܬ݂ܰܢ܆ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܳܐܦ ܒܗܳܕܶܐ ܐܰܟ݂ܡܳܐ ܕܰܒܟܽܠܗܶܝܢ ܢܶܫܬܰܒܰܚ ܘܢܶܬ݂ܩܰܠܰܣ ܫܡܳܟ݂ ܡܝܰܩܰܪ ܒܟܽܠ ܘܰܡܒܰܪܟ݂ܳܐ܆ ܥܰܡ ܕܡܳܪܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܘܰܕܪܽܘܚܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: De Almachtige HEER is de enige die eeuwig en onveranderlijk is. Hij is de Schepper van de Hemel en Aarde met Zijn Woord (Genesis 1) en de Alfa en de Omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde (Openbaringen 22:13). God de Vader, Christus en de Heilige Geest staan aldus zowel buiten als in de tijd en ruimte. Zijn Liefde voor de mens is ook voor altijd en Hij zal te allen tijde met ons zijn. Zo zei Hij tegen de aartsvader Abraham: ‘Mijn verbond met jou is ook een verbond met je hele familie ná jou. Het is een eeuwig verbond. Zo zal Ik de God van jou én van je familie ná jou zijn‘ (Genesis 17:7)
Volk: Zoals het was en is en zal blijven voor altijd en te allen tijde, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen
Amo: Aykano dithaw wo ithau wamkatar ldordorin walkulhun dore l’olmay ‘olmin amin baregmor
ܥܡܐ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܐܻܝܬ̣ܰܘܗ̱ܝ ܗ̱ܘܳܐ. ܐܺܝܬ̣ܰܘܗ̱ܝ ܘܰܡܟܰܬܰܪ ܠܕܳܪܕܳܪ̈ܺܝܢ ܘܰܠܟܽܠܗܽܘܢ ܕܳܪ̈ܶܐ ܠܥܳܠܡܰܝ̈ ܥܳܠܡܺܝܢ ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱܀
Voorbereiding op de Communie
Handeling: Op dit moment van de viering vindt de Voorbereiding op de Communie plaats. Dit begint met een vredewens en schenking van de zegen en eindigt met de rongang met het gebed van de zegening van het brood. Achtereenvolgens vinden de volgende rituelen plaats:
a) vredewens
b) schenking van de zegen
c) breking en bekruisiging van het Eucharistisch brood
d) gebed van de HEER
e) gebed over het volk
f) vredewens
g) schenking van de zegen
h) plechtige opheffing van de Heilige Mysteries
i) gebed van de zegening van het brood
Uitleg: a) Vredewens – Christus is Vrede. Toen Christus na Zijn opstandig verscheen bij de Apostelen in de bovenkamer, zei Hij tweemaal tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede toe!’ (‘Shlomo lkulghun‘). Vervolgens zei Christus: ‘Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie’. Toen blies Hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20:19-22). Deze vredewens van de priester is daarmee een zegen voor het gelovige volk
Priester: Vrede♱ met u allen
Kohno: Shlomo lkulghun
ܟܗܢܐ ܫܠܡܐ ܠܟܠ݂ܟܘܢ
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Volk: en met Uw Geest
Amo: W-‘am ruḥo dīlok
ܥܡܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: b) Schenking van de zegen –Dit is de tweede van drie zegens die door de priester wordt uitgesproken tijdens de Qurobo Alohoyo.
Priester: Moge de barmhartigheid van onze grote God♱ en Verlosser Jezus Christus♱ met u zijn, broeders en zusters♱, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܢܶܗܘܽܘܢ ܪ̈ܰܚܡܰܘܗ̱ܝ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܪܰܒܳܐ ♱ ܘܦܳܪܽܘܩܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ♱ ܥܰܡ
ܟܽܠܟ݂ܽܘܢ ܐܰܚ̈ܰܝ ♱ ܠܥܳܠܡܺܝܢ ܀
Eerste sluiting van het gordijn
Het gordijn gaat vervolgens dicht om Zijn lijden te herdenken. De dood is een beet in de hiel van God de Zoon, de Verlosser van de mensheid die mens is – voortgekomen uit een vrouw – en geen engel (Genesis 3:15). Tijdens de breking van het brood wordt de Litanie gezongen, overeenkomstig het Liturgisch Jaar. Op de overige dagen wordt de volgende Algemene Hymne gezongen
Uitleg: c) Breking en bekruisiging van het Eucharistisch brood – Wanneer Christus uit de hemel neerdaalt tijdens Zijn Tweede komst, zullen ook wij in luister verschijnen (Kolossenzen 3:4). Wanneer het signaal wordt gegeven, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal Christus omlaag dalen uit de hemel en uit een wolk komen (Handelingen 1:9-11). De doden die Christus toebehoren zullen dan opstaan en wij zullen samen met hen op de wolken worden weggevoerd en in de lucht gaan wij de HEER tegemoet (1 Tessalonicenzen 4:16-17))
Volk: De Heilige kerk hief aan en zei: Een schaap was ik en verdwaald was ik; Ik was verstrooid en verdoold. Mijn Herder trok erop uit om mij te zoeken en vond mij terug.
Op Zijn schouders droeg Hij mij en plaatste Hij mij; en zo bracht Hij mij binnen naar Zijn kudde des levens. Hij richtte voor mij de Maaltijd des Levens, Zijn vergeving schenkend lichaam en bloed.
Heilig, heilig, heilig bent U, o Zoon, die ons Uw Lichaam en Bloed heeft geschonken. Heilig bent U, o Zoon van God, geprezen zij Uw luister vanuit Uw woonplaats
Amo: Neqyo wīt w-abīdo wīt, ‘īdat qudšo ‘not w-emrat. Wa-zrīqo wīt wambadro, nfaq Rocyī ba-b’ot w-eškḥan.
‘al katfeh ta’nan w-soman, w-laṭyoreh d-ḥaye a’lan. Sdar qdomay fotur ḥaye, Fagreh wa-dmeh mḥasyono.
Qadīš qadīš qadīšat, Bro d-yahb lan Fagreh wa-dmeh. Qadīšat Bro d-Aloho, brīk īqorok men atrok
ܥܡܐ ܢܶܩܝܳܐ ܗ̱ܘܺܝܬ̣ ܘܐܰܒܺܝܕܳܐ ܗ̱ܘܺܝܬ̣: ܥܺܕܰܬ̣ ܩܽܘܕܫܳܐ ܥܢܳܬ̣ ܘܐܶܡܪܰܬ̣܀ ܘܰܙܪܺܝܩܳܐ ܗ̱ܘܺܝܬ̣ ܘܰܡܒܰܕܪܳܐ: ܢܦܰܩ ܪܳܥܝܺـܝ ܒܰܒܥܳܬ̣ ܘܐܶܫܟܚܰܢܝ̱܀
ܥܰܠ ܟܰܬܦܶܗ ܛܰܥܢܰܢܝ̱ ܣܳܡܰܢܝ̱: ܘܠܰܛܝܳܪܶܗ ܕܚܰܝ̈ܶܐ ܐܰܥܠܰܢܝ̱܀ ܣܕܰܪ ܩܳܕܡܰܝ ܦܳܬ̣ܽܘܪ ܚܰܝ̈ܶܐ: ܦܰܓ̣ܪܶܗ ܘܰܕܡܶܗ ܡܚܰܣܝܳܢܳܐ܀
ܩܰܕܺܝܫ ܩܰܕܺܝܫ ܩܰܕܺܝܫܰܬ: ܒܪܳܐ ܕܝܰܗܒ ܠܰܢ ܦܰܓ̣ܪܶܗ ܘܰܕܡܶܗ܀ ܩܰܕܺܝܫܰܬ ܒܪܳܐ ܕܰܐܠܳܗܳܐ: ܒܪܺܝܟ ܐܺܝܩܳܪܳܟ ܡܶܢ ܐܰܬ̣ܪܳܟ܀
Tweede opening van het gordijn
De tweede keer dat het gordijn wordt geopend vindt plaats tijdens de Opstanding van Christus uit de dood. Daarmee heeft Hij op Golgotha de dood gedood en de kop van het kwaad (de slang in de Tuin van Eden) verbrijzeld (Genesis 3:15 en Daniël 2:44). Het kwaad zal roemloos ten onder gaan in het eeuwige vuur, waar het nooit meer uit zal komen (Openbaring 20:9-10). De priester roept God aan om onze lichamen en zielen te heiligen, zodat het gelovige volk met een zuiver hart, met een gebroken geest en zonder schaamte Hem kunnen aanroepen. Vervolgens bidt de kerk tezamen het gebed dat Christus zelf ons heeft geleerd
Uitleg: d) Gebed van de HEER – Rondom de troon van de Allerhoogste zijn oneindig veel engelen, meer dan een miljoen en meer dan honderd miljoen legerafdelingen van de hemel (Openbaring 5:11 en Judas 1:14). Met luide stem verheerlijken zij God en roepen zij dat het Onschuldige Lam dat is geslacht – Christus – alle macht, rijkdom en wijsheid toekomt, alsook alle kracht, eer, lof en dank. De engelen prijzen de Heilige God aldus continue en alle wezens op aarde moeten dat ook doen met heel hun zijn
Priester: God, Vader van onze HEER Jezus Christus: U die door de Cherubijnen wordt gezegend en door de Serafjnen wordt geheiligd; U die door duizendmaal duizend en tienduizendmaal tienduizend geestelijke legerscharen wordt verheerlijkt; U die de offergaven en volmaakte vruchten die U als een aangename geur zijn aangeboden, heiligt en consacreert. Heilig ook de lichamen en zielen en geesten van ons allen, zodat wij met een zuiver hart en zonder schaamte op ons gezicht U aanroepen met God, de hemelse Vader. Laten wij bidden en zeggen: Onze Vader, die in de hemel zijt…
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܐܰܒܽܘܗ̱ܝ ܕܡܳܪܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ܆ ܗܰܘ ܕܡܶܢ ܟܪ̈ܽܘܒܶܐ ܡܶܬ݂ܒܰܪܰܟ݂ ܘܡܶܢ ܣܪ̈ܳܦܶܐ ܡܶܬ݂ܩܰܕܰܫ܆ ܘܡܶܢ ܐܳ ܠܶܦ ܐܰ ܠܦܺܝ̈ܢ ܘܪܶܒܽܘ ܪ̈ܶܒܘܳܢ ܕܦܳܠܰـܚ̈ܘܳܬ݂ܳܐ ܡܠܺـܝ̈ܠܳـܬ݂ܳܐ ܡܶܬ݂ܪܰܡܪܰܡ܆ ܗܰܘ ܕܰܠܩܽܘܪ̈ܒܳܢܶܐ ܘܫܽܘܡܠܳܝ ܦܺܐܪ̈ܶܐ܆ ܕܰܠܪܺܝܚܳܐ ܒܰܣܺܝܡܳܐ ܐܶܬ݂ܩܰܪܰܒܘ̱ ܠܳܟ݂܆ ܡܩܰܕܶܫ ܐܰܢ̱ܬ ܘܰܡܫܰܡܠܶܐ: ܩܰܕܶܫ ܐܳܦ ܠܦܰܓ݂ܪ̈ܶܐ ܘܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܳܐ ܘܪ̈ܽܘܚܳܬ݂ܳܐ ܕܟܽܠܰܢ܆ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܰܒܠܶܒܳܐ ܕܰܟ݂ܝܳܐ ܘܰܒܦܰܪܨܽܘܦܳܐ ܕܠܳܐ ܒܰܗܺܝܬ݂ ܢܶܩܪܶܝܟ݂܆ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܐܰܒܳܐ ܫܡܰܝܳܢܳܐ܆ ܢܨܰܠܶܐ ܘܢܺܐܡܰܪ: ܐܰܒܽܘܢ ܕܒܰܫ̈ܡܰܝܳܐ …
Uitleg: Het Gebed van de HEER wordt op dit moment gezongen door het gehele gelovige volk. Dit gebed wordt op dit moment van de Qurobo Alohoyo gezongen door het gehele gelovige volk, omdat wij pas nu God onze Vader kunnen noemen gezien het feit dat wij met Christus zijn gestorven en opnieuw zijn opgestaan. Het ‘Onze Vader’ is ons door Christus zelf geleerd (Mattheüs 6:9-13). In dit gebed zien wij de grote liefde van God: 4 van de 7 verzen zijn gewijd aan de mens, terwijl 3 van de 7 verzen gewijd zijn aan God. God wil de mens in overvloed geven, en zelfs in Zijn gebed heeft Hij meer aandacht voor ons dan wij voor Hem. Dit gebed moet de hele dag door worden gezegd door een christen en het brengt onze gebeden bij God. Via dit gebed en andere gebeden (zoals het Jezusgebed) spreken wij tot God, terwijl God tot ons spreekt wanneer wij Zijn Woord (de Bijbel) lezen en horen. Christus zei: ‘Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn Naam, daar ben Ik in het midden van hen‘ (Mattheüs 18:20). De Qurobo Alohoyo leert ons dat wij nooit alleen tot God kunnen komen – wij hebben daarvoor de Kerk en elkaar nodig – en dat het de Wil van God is die geprezen moet worden. Zijn Wil is namelijk de oorsprong van de Schepping en God komt alles lof, eer en macht toe (Openbaring 4:11). Wanneer wij ons tot God wenden en ons verzoek in overeenstemming is met Zijn Wil, dan luistert Hij naar onze vraag (1 Johannes 5:14
Volk: Uw Naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiedde, zoals in de hemel ook op aarde; geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij onze schuldenaars vergeven; en leid ons niet in bekoring, maar verlos ons van het kwaad; want van U is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in de eeuwigheid. Amen
Amo: nethqadash shmog tithe malkuthog nehwe sebyonog aikano dbashmayo of bar’o. Hablan lahmo dsunqonan yawmono. Washbuq lan hawbayn wahtohayn aikano dof hnan shbaqan lhaiyobain. Lo ta’lan lnesyuno elo fason lan men bisho. Metul dilog ie malkutho u hailo u teshbuhto l’olam ‘olmin. Amin.
ܥܡܐ ܢܶܬ̣ܩܰܕܰܫ ܫܡܳܟ ܬܺܐܬ̣ܶܐ ܡܰܠܟܽܘܬ̣ܳܟ ܢܶܗܘܶܐ ܨܶܒܝܳܢܳܟ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܒܰܫܡܰܝܳܐ ܐܳܦ ܒܰܐܪܥܳܐ. ܗܰܒܠܰܢ ܠܰܚܡܳܐ ܕܣܽܘܢܩܳܢܰܢ ܝܰܘܡܳܢܳܐ. ܘܰܫܒܽܘܩ ܠܰܢ ܚܰܘܒܰܝܢ ܘܰܚܛܳܗܰܝܢ ܐܰܝܟܰܢܳܐ ܕܐܳܦ ܚܢܰܢ ܫܒܰܩܰܢ ܠܚܰܝ̈ܳܒܰܝܢ. ܠܐܬܰܥܠܰܢ ܠܢܶܣܝܽܘܢܳܐ ܐܶܠܐ ܦܰܨܳܢ ܠܰܢ ܡܶܢ ܒܺܝܫܳܐ. ܡܶܛܽܠ ܕܕܺܝܠܳܟ ܗܺܝ ܡܰܠܟܽܘܬ̣ܳܐ ܘܚܰܝܠܐ ܘܬܶܫܒܽܘܚܬܳܐ ܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ ܐܰܡܺܝܢ܀
Uitleg: Eenieder komt in bekoring, dat wil zeggen: verleiding, door zijn eigen begeerte. De begeerte slokt en sleept de mens met zich mee tot het doen van slechte daden. Daarin bevindt zich het kwaad. Als de begeerte bevrucht raakt doordat een emotie wordt omgezet tot een daad, dan ontstaat de zonde. Een volgroeide zonde brengt de dood met zich mee. Deze zaken zijn niet van God, want God is Goed (Marcus 10:18) en stelt niemand aan verleiding bloot. De priester verzoekt hier God om een uitweg te geven uit de verleiding en in onze geest standvastig te maken. Het ondergaan van beproevingen leidt tot standvastigheid (2 Tessalonicenzen 1:4-8). Wanneer die standvastigheid in de praktijk zich toont en wij blijven in ons geloof, dan zijn wij zonder enige tekortkoming, volmaakt en gelukkig. Als kroon krijgen wij van Christus de lauwerkrans van het Leven (Jakobus 1:2-18)
Priester: Ja, HEER God, leid ons niet in een onweerstaanbare bekoring, maar verlos ons van het kwaad door een uitweg te banen waarlangs de bekoring van ons weggaat. Dan zullen wij lof en dank brengen aan U, aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in de eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܐܺܝܢ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ܆ ܠܳܐ ܬܰܥܠܰܢ ܠܢܶܣܝܽܘܢܳܐ ܠܳܐ ܡܶܣܬܰܝܒܪܳܢܳܐ܆ ܐܶܠܳܐ ܦܰܨܳܢ ܡܶܢ ܒܺܝܫܳܐ܆ ܟܰܕ ܡܰܦܩܳܢܳܐ ܠܢܶܣܝܽܘܢܳܐ ܡܰܩܶܦ ܐܰܢ̱ܬ܆ ܘܢܰܣܶܩ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ܆ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: Het gelovige volk bevestigt met het woord ‘amen’ dat zij lof zal uitbrengen aan de Drievuldigheid. Het verzoek om gezegend te worden door de HEER is een erkenning van het feit dat elke goede gave, elk volmaakt geschenk van God de Vader komt uit de hemel (Jakobus 1:17)
Volk: Amen. Zegen, HEER
Amo: Amīn. Barek Mor
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱܀
Uitleg: e) Gebed over het volk – Christus is Vrede. Toen Christus na Zijn opstandig verscheen bij de Apostelen in de bovenkamer, zei Hij tweemaal tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede toe!’ (‘Shlomo lkulghun‘). Vervolgens zei Christus: ‘Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie’. Toen blies Hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20:19-22). Deze vredewens van de priester is daarmee een zegen voor het gelovige volk
Priester: Vrede♱ met u allen
Kohno: Shlomo lkulghun
ܟܗܢܐ ܫܠܡܐ ܠܟܠ݂ܟܘܢ
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Volk: en met Uw Geest
Amo: W-‘am ruḥo dīlok
ܥܡܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: Alleen door het ontvangen van de Communie kunnen wij groeien en heiligheid en de kerkn samen opbouwen (Efeziërs 4:16)
Misdienaar: Voor het nemen van deze heilige en goddelijke geheimen die ons opgedragen zijn, laten wij ons hoofd buigen
Shamosho: Men qdom nsibutho droze holen qadishe walohoye dethqarab rishayn narken
ܡܫܡܫܢܐ ܩܕܳܡ ܢܣܺܝܒܽܘܬ̣ܳܐ ܕܐܪ̈ܳܙܶܐ ܗܳܠܶܢ ܩܰܕܺܝܫ̈ܶܐ ܘܰܐܠܗܳܝ̈ܶܐ ܕܐܶܬ̣ܩܰܪܰܒܘ̱ ܪ̈ܺܝܫܰܝܢ ܢܰܪܟܶܢ܀
Uitleg: Het gelovige volk spreekt deze woorden uit in reactie op de oproep van de misdienaar om ons hoofd te buigen. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat de HEER aanbidden en niemand anders (Exodus 20:3 en Mattheüs 4:10)
Volk: Vóór U, onze HEER en onze God
Amo: Qdomayk Moran w-Alohan
ܥܡܐ ܩܕܳܡܰܝܟ ܡܳܪܰܢ ܘܰܐܠܗܰܢ܀
Uitleg: Het buigen van het hoofd is een teken van erkenning en ontzag voor de Grootsheid van de Allerhoogste (1 Kronieken 29:20). Door voor God te buigen, tonen wij op een fysieke wijze dat wij Hem aanbidden
Priester: Voor U buigen de dienaars hun hoofden, die vol verwachting uitzien naar Uw rijke erbarmen. Zend Uw zegen, HEER, en heilig de lichamen, zielen en geesten van ons allen en maak ons waardig om deel te krijgen aan de levenschenkende Mysteries van Christus onze Verlosser. Dan zullen wij lof en dank brengen aan U en aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܠܳܟ݂ ܐܰܪܟܶܢܘ̱ ܪ̈ܺܝܫܰܝܗܽܘܢ ܥܰܒ̈ܕܶܐ ܡܣܰܟ̈ܝܳܢܶܐ ܕܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܥܰܬܺܝܪ̈ܶܐ. ܫܰܕܰܪ ܡܳܪܝܳܐ ܒܽܘܪ̈ܟܳܬ݂ܳܐ ܘܩܰܕܶܫ ܠܦܰܓ݂ܪ̈ܶܐ ܘܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܳܐ ܘܪ̈ܽܘܚܳܬ݂ܳܐ ܕܟܽܠܰܢ܆ ܘܰܐܫܘܳܢ ܠܡܶܫܬܰܘܬܳܦܽܘ ܠܐ̱ܪ̈ܳ ܙܶܐ ܡܰܚ̈ܝܳܢܶܐ ܕܰܡܫܺܝܚܳܐ ܦܳܪܽܘܩܰܢ. ܘܢܰܣܶܩ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: Het gelovige volk bevestigt met het woord ‘amen’ dat zij lof zal uitbrengen aan de Drievuldigheid. Het verzoek om gezegend te worden door de HEER is een erkenning van het feit dat elke goede gave, elk volmaakt geschenk van God de Vader komt uit de hemel (Jakobus 1:17)
Volk: Amen. Zegen, HEER
Amo: Amīn. Barek Mor
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱܀
Handeling:
Uitleg: f) Vredewens – Christus is Vrede. Toen Christus na Zijn opstandig verscheen bij de Apostelen in de bovenkamer, zei Hij tweemaal tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede toe!’ (‘Shlomo lkulghun‘). Vervolgens zei Christus: ‘Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie’. Toen blies Hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20:19-22). Deze vredewens van de priester is daarmee een zegen voor het gelovige volk
Priester: Vrede♱ met u allen
Kohno: Shlomo lkulghun
ܟܗܢܐ ܫܠܡܐ ܠܟܠ݂ܟܘܢ
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Volk: en met Uw Geest
Amo: W-‘am ruḥo dīlok
ܥܡܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: g) Schenking van de zegen – Dit is de derde van drie zegens die door de priester wordt uitgesproken tijdens de Qurobo Alohoyo.
Priester: De genade en barmhartigheid van de heilige♱ en luisterrijke Drievuldigheid; ongeschapen♱ uit zichzelf bestaand en eeuwig; aanbiddelijk ♱ en gelijk in wezen, zij met u allen, broeders en zusters, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܬܶܗܘܶܐ ܛܰܝܒܽܘܬ݂ܳܐ ܘܪ̈ܰܚܡܶܐ ܕܶܝܢ ♱ ܕܰܬܠܺܝܬ݂ܳܝܽܘܬ݂ܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ ܘܰܡܫܰܒܰܚܬܳܐ܆ ܠܳܐ ܒܪܺܝܬ݂ܳܐ ♱ ܐܺܝܬ݂ܝܳܝܬܳܐ ܘܰܡܬ݂ܽܘܡܳܝܬܳܐ܆ ܣܓ݂ܺܝܕܬܳܐ ♱ ܘܫܰܘܝܰܬ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܥܰܡ ܟܽܠܟ݂ܽܘܢ ܐܰܚ̈ܰܝ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: Het gelovige volk bevestigt met het woord ‘amen’ dat de Drievuldigheid ongeschapen, aanbiddelijk en gelijk in wezen is met God de Vader. Het verzoek om gezegend te worden door de HEER is een erkenning van het feit dat elke goede gave, elk volmaakt geschenk van God de Vader komt uit de hemel (Jakobus 1:17)
Volk: Amen. Zegen, HEER
Amo: Amīn. Barek Mor
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱܀
Uitleg: h) Opheffing van de Mysteries – Met deze hymne roept de misdienaar uit dat het gelovige volk haar hoofd opnieuw moet buigen voor in Godsvrees én opzien naar de Heilige gaven. Dit in ontzag voor het ontvangen van de Heilige en Goddelijke Mysteries die aan God zijn aangeboden.
Misdienaar: Laten wij in ontzag en vrede opzien
Shamosho: B’deheltho ubartitho nhur
ܡܫܡܫܢܐ ܒܕܶܚܠܬ̣ܳܐ ܘܒܰܪܬܺܝܬ̣ܳܐ ܢܚܽܘܪ
Uitleg: De roep van het gelovige volk bij de opheffing van de Mysteries is een roep uit wanhoop en noodzaak. Zonder de hulp en het medelijden van de HEER, mogen de Mysteries niet worden aangeboden aan het gelovige volk. Met deze oproep wordt aldus een oproep gedaan aan de God der goden en HEER der heren
Misdienaar: Heb medelijden, HEER, ontferm U over ons en kom ons te hulp!
Shamosho: Hus Moryo uraheme’layn u’adarayn.
ܡܫܡܫܢܐ ܚܽܘܣ ܡܳܪܝܳܐ ܘܪܰܚܶܡܥܠܰܝܢ ܘܥܰܕܰܪܰܝܢ
Uitleg: De priester maakt hier duidelijk dat Christus wordt geprezen als de Reine en Heilig. Wij verzoeken God aldus om in ons te wonen en heel onze natuur te verlichten, zodat niets van ons nog duister zal zijn en alle slechte en kwade gedachten van ons verdwijnen. Want voor wie rijn zijn, is alles rein (Titus 1:15). Dat betekent dat wij Hem niet alleen verzoeken om in ons werken te scheppen die wij in Zijn naam kunnen doen, maar ook om ons waardig te maken om het Heiligste der Heiligen – Zijn Lichaam en Bloed – te mogen ontvangen
Priester: Het past dat het Heilige alleen aan wie heilig en rein zijn wordt gegeven
Kohno:
ܟܗܢܐ ܩܽܘܕ̈ܫܶܐ ܠܩܰܕܺܝ̈ܫܶܐ ܘܠܰܕ̈ܟ݂ܰܝܳܐ
ܙܳܕܶܩ ܕܢܶܬ݂ܝܰܗܒܽܘܢ ܒܰܠܚܽܘܕ ܀
Uitleg: Deze woorden van gebed drukken uit dat de aard en natuur van de hemel en aarde geopenbaard worden in de Heiligheid van God. De vreugde van de wereld zien wij in Christus en Zijn aanwezigheid en vreugde zien wij overal. Met deze woorden van lof bouwen wij in de wereld een ladder naar de hemel om het Heilige in diens volledigheid te aanschouwen en actief te prijzen en één mee te worden
Volk: Eén heilige Vader. Eén heilige Zoon. Eén heilige Geest.
Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest: Zij zijn één tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Amo: Had Abo qadisho. Had Bro qadisho. Had Ruho qadisho.
Amin baregmor. Shubho l’Abo, u l’Abro u walruho hayo qadisho. Had ithayhun l’olam ‘ulmin amin.
ܥܡܐ ܚܰܕ ܐܰܒܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ܀ ܚܰܕ ܒܪܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ܀ ܚܰܕ ܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ܀
ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܐܒܳܐ ܘܠܰܒܪܳܐ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܚܰܝܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ. ܚܰܕ ܐܺܝܬ̣ܰܝܗܽܘܢ ܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: God heeft aan de mens een gezegende en geheiligde wereld gegeven. De natuurlijke reactie van de mens is om God te zegenen en om Hem te bedanken (Johannes 4:23), alsook om de wereld te zien zoals God het ziet
Priester: De éne Heilige Vader zij met ons, die in Zijn ontferming de wereld gevormd heeft
Kohno:
ܟܗܢܐ ܚܰܕ ܐܰܒܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܥܰܡܰܢ܆
ܕܓ݂ܰܒܠܶܗ ܠܥܳܠܡܳܐ ܒܰܚܢܳܢܶܗ.
Uitleg:
Volk: Met ons. Amen
Amo: Aman. Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg:
Priester: De éne Heilige Zoon zij met ons, die ons verlost heeft door Zijn eigen kostbare lijden
Kohno:
ܟܗܢܐ ܚܰܕ ܒܪܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܥܰܡܰܢ
ܕܦܰܪܩܰܢ ܒܚܰܫ̈ܶܐ ܝܰܩܺܝܪ̈ܶܐ ܕܰܩܢܽܘܡܶܗ.
Uitleg:
Volk: Met ons. Amen
Amo: Aman. Amīn
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: De Heilige Geest onthult het eschatologisch karakter van het Heilige sacrament van de Eucharistie. De Heilige Geest komt namelijk op ‘de laatste en grote dag van Pentacost’. De Heilige Geest manifesteert ‘de wereld die zal komen’ door het Koninkrijk van God in te huldigen – en voltooit daarmee wat was en wat zal zijn. De Heilige Geest brengt ons altijd voorbij en ‘in de Geest zijn’ betekent in de hemel zijn. Want het Koninkrijk van God is ‘vrede en vreugde (…) in de Heilige Geest’ (Romeinen 14:17)
Priester: De éne Heilige Geest zij met ons, die voltooit en vervolmaakt al wat was en wat zal zijn. Gezegend zij de naam van de HEER, van eeuwigheid en tot in de eeuwen der eeuwen
Kohno:
ܟܗܢܐ ܚܰܕ ܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܥܰܡܰܢ܆
ܕܺܐܝܬ݂ܰܘܗ̱ܝ ܓܳܡܽܘܪܳܐ ܘܰܡܫܰܡܠܝܳܢܳܐ ܕܟܽܠ ܡܶܕܶܡ ܕܰܗܘܳܐ ܘܰܕܗܳܘܶܐ. ܢܶܗܘܶܐ ܫܡܶܗ ܕܡܳܪܝܳܐ ܡܒܰܪܰܟ݂ ܡܶܢ ܥܳܠܰܡ ܘܰܥܕܰܡܳܐ ܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Met ons. Amen
Amo: Aman. Amīn
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: ‘Qurbone’ zijn offers die wij aan het Heilige Altaar doen, mede om de priester te verzoeken om onze overledenen te herdenken. Wij gedenken tevens onze ouders die ons leren dat wij kinderen van de Allerhoogste zijn (1 Johannes 3:1). Voor de overledenen is hun herdenking zo verfrissend als het drinken van een koud glas water op een warme dag. Het vervult de overledenen dan ook met de grootste vreugde indien zij worden herdacht op het Heilige Altaar tijdens de Qurobo Alohoyo en de schenking van het Heilig Brood en Geestelijk Drank. Offers dienen vrijelijk te worden gegeven – zonder tegenzin (Mattheüs 12:41-44) –, want God kijkt naar onze harten wanneer wij een offer doen (Mattheüs 6:2-4 en Jakobus 2:1). Maar God kijkt ook met barmhartigheid: zelfs indien onze harten ons zouden veroordelen, dan nog kunnen wij in vol vertrouwen ons tot God wenden (1 Johannes 3:20)
Volk: Met gaven en gebeden gedenken wij onze ouders, die ons tijdens hun leven geleerd hebben om kinderen van God te zijn in deze wereld die voorbijgaat. Zoon van God, schenk hen rust in het Koninkrijk van de hemel, samen met de rechtvaardigen en gerechten, in de wereld die niet voorbijgaat. HEER ontferm U over ons en kom ons te hulp!
Amo: Bqurbone baslawotho, nethgarenun labohayn, dmalfin waw lan kat hayin dnehwe bnayo Laloho, bhon ‘ulmo d’obar. Bro dAloho nieh enun, bhoy malkutho dashmayo ‘am kine u ‘am zadiqe b’ulmo dlo ‘obar.
ܥܡܐ ܒܩܽܘܪ̈ܒ݁ܳܢܶܐ ܘܒܰܨܠܰܘ̈ܳܬ݂ܳܐ ܢܶܬܕܟ݂ܰܪ ܐܶܢܽܘܢ ܠܰܐܒܳܗܰܝ̈ܢ܆ ܕܡܰܠܦܺܝܢ ܗܘܰܘ ܠܰܢ ܟܰܕ ܚܰܝܺܝܢ܆ ܕܢܶܗܘܶܐ ܒܢܰܝ̈ܳܐ ܠܰܐܠܳܗܳܐ܆ ܒܗܳܢ ܥܳܠܡܳܐ ܕܥܳܒܰܪ܆ ܒܪܳܐ ܕܰܐܠܗܳܐ ܢܢܺܝܚ ܐܶܢܽܘܢ܆ ܒܗܳܝ ܡܰܠܟܽܘܬܳܐ ܕܰܫܡܰܝܳܐ܆ ܥܰܡ ܟܺܐܢ̈ܶܐ ܘܥܰܡ ܙܰܕ̈ܺܝܩܶܐ܆ ܒܥܳܠܡܳܐ ܕܠܳܐ ܥܳܒܰܪ܀
Tweede sluiting van het gordijn
i) Gebed van de zegening van het brood – De priester zegt in stilte het volgende gebed: ‘Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de Heilige Geest, die Zijn rechterhand uitstrekt en in zijn goedheid en overvloedig erbarmen dit brood zegent, dat in onze handen ligt. Hij zal ook hen zegenen die het geven en hen die het tot zich nemen en allen die zich ervoor inspanden en er deel aan hadden en er nu deel aan hebben, tot in de eeuwigheid. Amen’.
Op dit moment wacht het gelovige volk op de terugkomt van Christus. Hij heeft ons de Heilige Geest gestuurd om ons de Weg te wijzen naar de volledige Waarheid (Johannes 16:13). Christus heeft ons aldus niet als een wees achtergelaten, maar een Trooster en Helper gestuurd om bij ons te blijven (Johannes 14:16-17).
Communie van de priesters en de dienaars
Handeling: De priester, als voorganger van het gelovige volk, en de misdienaren nemen tijdens deze hymne als eerste het Heilig Brood en de Geestelijke Drank. De priester wendt zich vervolgens tot het gelovige volk
Uitleg: De engelen (hemelse legerscharen) prijzen God tezamen met de mensen in de kerk en het gelovige volk bereidt zich voor op het nemen van de offergaven. Met Zijn bloed heeft Christus de mensheid vrijgekocht van kwaad en de ongehoorzaamheid aan Zijn Woord (1 Korinthiërs 7:23). Zijn bloed is uitgegoten om de mensen te kunnen vergeven dat ze ongehoorzaam zijn aan de HEER (Mattheüs 26:28).
Volk: Mogen wij op de feestdag van Koning Christus de Vergeving van onze zielen ontvangen! Laten wij allen tezamen in het ware geloof zeggen tot de Zoon die ons verloste door Zijn Kruis: gezegend zij Uw verlossing, onze Verlosser!
Heilig bent U, HEER, heilig bent U die overal de gedachtenis verbreidt van Uw Moeder en van Uw heiligen en van de overleden gelovigen, Koning Christus. Halleluja. Koning Christus. Halleluja.
De hemelse legerscharen staan samen met ons in het heiligdom en dragen het Lichaam en Bloed van de Zoon van God, die voor ons werd geofferd.
Treed nader en ontvang van Hem voor de verzoening van de schulden en zonden! Halleluja.
Laat op Uw altaar, HEER, de gedachtenis gevierd worden van onze ouders, van onze broers en zussen en van onze leiders, en laat hen aan Uw rechterhand staan op de dag dat Uw majesteit verschijnt. Koning Christus. Halleluja. Koning Christus. Halleluja
Amo: B-‘adcīdeh d-Malko Mšīḥo. Nesab ḥusoy nafšotan. B-haymonuto da-šroro nīmar kulan šawyoīt. La- Brod-farqanba-ṣlībeh brīk furqonok Foruqan.
Qadīšat Mor qadīšat. Da-b-kul fenyon mawreb dukron yoledteh wa-d-qadīšaw.Wa-d-canīdemhaymne. Malko Mšīḥo. Haleluyah. Malko Mšīḥo. Haleluyah.
Ḥaylawoto šmayone, qoymīn caman b-beyt qudšo, wa-mzayḥīn leh l-fagrehwa-dmeh,d-BarAlohoda- dbīḥ qudmayn.
Qrub w-sab meneh l-ḥusoy ḥawbe, wa-ḥṭohe. Haleluyah.
‘al madbḥok Mor netdakrun, abohayn w-aḥayn w-rabonayn. Wa-nqumun men yamīnok b-yawmo d-donḥo rabutok. Malko Mšīḥo. Haleluyah. Malko Mšīḥo. Haleluyah
ܥܡܐ ܒܥܰܕܥܺܐܕܶܗ ܕܡܰܠܟܳܐ ܡܫܺܝܚܳܐ
ܢܶܣܰܒ ܚܽܘܣܳܝ ܢܰܦܫ̈ܳܬ݂ܰܢ. ܒܗܰܝܡܳܢܽܘܬ݂ܳܐ ܕܰܫܪܳܪܳܐ ܘܢܺܐܡܰܪ ܟܽܠܰܢ ܫܰܘܝܳܐܺܝܬ݂. ܠܰܒܪܳܐ ܕܦܰܪܩܰܢ ܒܰܨܠܺܝܒܶܗ. ܒܪܺܝܟ݂ ܦܽܘܪܩܳܢܳܟ݂ ܦܳܪܽܘܩܰܢ ܀
ܩܰܕܺܝܫܰܬ ܡܳܪܝ̱ ܩܰܕܺܝܫܰܬ. ܕܰܒܟܽܠ ܦܶܢ̈ܝܳܢ ܡܰܘܪܶܒ ܕܽܘܟ݂ܪܳܢ ܝܳܠܶܕܬܶܗ ܘܰܕܩܰܕܺܝ̈ܫܰܘܗ̱ܝ. ܘܰܕܥܰܢܺܝ̈ܕܶܐ ܡܗܰܝ̈ܡܢܶܐ. ܡܰܠܟܳܐ ܡܫܺܝܚܳܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ. ܡܰܠܟܳܐ ܡܫܺܝܚܳܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ ܀
ܚܰܝ̈ܠܰܘܳܬܳܐ ܫܡܰܝܳܢ̈ܐ܆ ܩܳܝܡܺܝܢ ܥܰܡܰܢ ܒܒܶܝܬ ܩܽܘܕܫܳܐ. ܘܰܡܙܰܝܚܺܝܢ ܠܶܗ ܠܦܰܓܪܶܗ ܘܰܕܡܶܗ܆ ܕܒܰܪ ܐܰܠܗܳܐ ܕܰܕܒܺܝܚ ܩܽܘܕܡܰܝܢ
ܩܪܽܘܒܘ ܣܰܒܘ ܡܶܢܶܗ ܠܚܽܘܣܳܝ ܚܰܘ̈ܒܶܐ܆ ܘܰܚ̈ܛܳܗܶܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ܀
ܥܰܠ ܡܰܕܒܚܳܟ݂ ܡܳܪܝ̱ ܢܶܬ݂ܕܰܟ݂ܪܽܘܢ܆ ܐܰܒܳܗܰܝ̈ܢ
ܘܰܐܚܰܝ̈ܢ ܘܪ̈ܰܒܳܢܰܝܢ܆ ܘܰܢܩܽܘܡܽܘܢ ܡܶܢ ܝܰܡܺܝܢܳܟ݂ ܒܝܰܘܡܳܐ ܕܕܳܢܚܳܐ ܪܰܒܽܘܬ݂ܳܟ݂. ܡܰܠܟܳܐ ܡܫܺܝܚܳܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ. ܡܰܠܟܳܐ ܡܫܺܝܚܳܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ ܀
Uitleg: De misdienaar roept het gelovige volk uit om – na de ontvangst van de Communie – hard te roepen de Drievuldigheid wordt aanbeden en geprezen
Misdienaar: Laten wij uitroepen en zeggen:
Shamosho: Nazeq u nimar
ܡܫܡܫܢܐ ܢܰܙܶܥܩ ܘܢܺܐܡܰܪ
Uitleg: Deze lofprijzing aan God is een herinnering dat wij zijn geroepen om in onze harten de Vrede van Christus te laten heersen en dankbaar te wezen: ‘Laat Christus’ woorden in al hun rijkdom in u wonen; onderricht en vermaan elkaar in alle wijsheid, zing met heel uw hart psalmen en hymnen voor God en liederen die de Geest u vol genade ingeeft. Doe alles wat u zegt of doet in de naam van de HEER Jezus, terwijl u God, de Vader, dankt door Hem‘ (Kolossenzen 3:15-17)
Volk: Aanbeden en verheerlijkt wordt de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, van eeuwigheid en te allen tijde komt Hem lofprijzing toe. Halleluja
Amo: Sgīd wa-mšabaḥ Abo wa-Bro w-Ruḥo Qadišo. Men colam wa-l- dordorīn leh tešbuḥto. Haleluyah
ܥܡܐ ܣܓ݂ܺܝܕ ܘܰܡܫܰܒܰܚ ܐܰܒܳܐ ܘܰܒܪܳܐ ܘܪܽܘܚܳܐ ܩܰܕܺܝܫܳܐ. ܡܶܢ ܥܳܠܰܡ ܘܰܠܕܳܪܕܳܪ̈ܺܝܢ ܠܶܗ ܬܶܫܒܽܘܚܬܳܐ. ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ܀
Uitleg: Het is God zelf die zei: ‘Doe uw mond wijd open en Ik zal hem vullen’ (Psalm 81:11). De grootsheid van Christus is zelfs in zijn kleding te ervaren, waaronder de riemen van Zijn sandalen (Marcus 1:7) en de helende werking van Zijn kleed (Lucas 8:47). Ook Zijn spuug opent de ogen van de blinden (Johannes 9:6). Maar op het verzoenaltaar ervaren wij het wonder van het Licht: de Heilige Geest in het Brood en Vuur in Zijn Wijn. Toen de hemelse Christus naar de aarde kwam, schiep hij de mens opnieuw, zoals de engelen. Dit is omdat hij aan de aardse mens Vuur en Geest te drinken en eten gaf. Ter vergelijking: de aartsvader Abraham gaf aan de hemelse engelen aards brood (Genesis 18:8-9)
Priester: Moge van Uw verzoenaltaar verzoening neerdalen over Uw dienaars, Zoon van God, U die bent gekomen voor onze verlossing en die opnieuw zult komen voor onze verrijzenis en voor de vernieuwing van onze mensheid tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܡܶܢ ܡܰܕܒܚܳܟ݂ ܡܚܰܣܝܳܢܳܐ ܢܶܚܽܘܬ ܚܽܘܣܳܝܳܐ ܠܥܰܒ̈ܕܰܝܟ܆ ܒܰܪ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܕܶܐܬ݂ܳܐ ܠܦܽܘܪܩܳܢܰܢ܆ ܘܰܥܬܺܝܕ ܕܢܺܐܬ݂ܶܐ ܡܶܛܽܠ ܢܽܘܚܳܡܰܢ ܘܚܽܘܕܳܬ݂ܶܗ ܕܓ݂ܶܢܣܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: In Christus is de mens al drager van het eeuwige nieuwe leven van God. Om die reden doen wij de ‘oude mens van begeerte’ af en trekken wij dat nieuwe leven aan – zoals men een stel nieuwe kleren aantrekt (Kolossenzen 3:9-10). Christus heeft namelijk nieuwe mensen van ons gemaakt. Nieuwe mensen die op Hem lijken en wiens beeld steeds wordt vernieuwd naar het inzicht van de Schepper en zo tot inzicht komt. Mensen die helemaal zijn vrijgesproken van schuld en die nu bij God horen (Efeziërs 4:21-24). Met het bloed van het Onschuldige Lam wassen wij onze kleren wit en kunnen wij voor Gods troon staan om Hem dag en nacht te vereren (Openbaring 7:15)
Priester: Strek, HEER God, Uw onzichtbare rechterhand uit en zegen deze samenkomst van wie U aanbidden, die Uw kostbaar Lichaam en Bloed tot zich willen nemen voor de kwijtschelding van de schulden en de vergeving van de zonden en voor een onbedekt gezicht jegens U, onze HEER en onze God tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܦܫܽܘܛ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܝܰܡܺܝܢܳܟ݂ ܗܳܝ ܠܳܐ ܡܶܬ݂ܚܰܙܝܳܢܺܝܬ݂ܳܐ܆ ܘܒܰܪܶܟ݂ܳـܝـܷܗ̱ܝ ܠܟܶܢܫܳܐ ܗܳܢܳܐ ܕܣܳܓ݂ܽܘܕܰܝ̈ܟ܆ ܕܰܡܩܰܒܠܺܝܢ ܠܡܶܣܰܒ ܦܰܓ݂ܪܳܟ݂ ܘܰܕܡܳܟ݂ ܝܰܩܺܝܪܳܐ܆ ܠܚܽܘܣܳܝܳܐ ܕܚܰܘ̈ܒܶܐ ܘܰܠܫܽܘܒܩܳܢܳܐ ܕܰܚܛܳܗ̈ܶܐ ܘܰܠܓܰܠܝܽܘܬ݂ ܐܰܦ̈ܶܐ ܕܰܩܕܳܡܰܝܟ܆ ܡܳܪܰܢ ܘܰ ܐ ܠܳܗܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Uitleg: In en door de verrezen Christus, de mensgeworden Zoon, wordt de mens weer zichzelf zoals hij was in het Paradijs voor de val van Adam. De mens leeft door Christus weer vanuit de beeldrelatie die hij met zijn Schepper, de Almachtige God, onderhoudt. Dat beeld van de mens was door de zonde, het kwaad en de dood gebroken. Christus vernieuwt dat beeld dat oud en versleten was, te beginnen met de Heilige Doop. Daarin vinden wij onze roeping en eindbestemming
Priester: Moge het erbarmen van onze grote God en Verlosser Jezus Christus komen over wie deze heilige Mysteries dragen, over wie ze geven en over wie ze tot zich nemen, over allen die zich ervoor inspanden, die er deel aan hadden en er nu deel aan hebben, in beide werelden tot in de eeuwen der eeuwen
Kohno:
ܟܗܢܐ ܢܶܗܘܽܘܢ ܪ̈ܰܚܡܰܘܗ̱ܝ ܕܰ ܐ ܠܳܗܳܐ ܪܰܒܳܐ ܘܦܳܪܽܘܩܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ ܥܰܠ ܛܥܺܝܢ̈ܰܝ ܩܽܘܕ̈ܫܶܐ ܗܳܠܶܝܢ܆ ܘܥܰܠ ܝܳܗܽܘܒܰܝ̈ܗܽܘܢ ܘܥܰܠ ܢܳܣܽܘܒܰܝ̈ܗܽܘܢ܆ ܘܥܰܠ ܟܽܠ ܡܰܢ ܕܰܠܺܐܝܘ ܘܶܐܫܬܰܘܬܰܦܘ̱ ܘܡܶܫܬܰܘܬܦܺܝܢ ܒܗܽܘܢ܆ ܒܰܬܪ̈ܰܝܗܽܘܢ ܥܳܠܡ̈ܶܐ܆ ܠܥܳܠܰܡ ܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg:
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Derde opening van het gordijn
De derde keer dat het gordijn wordt geopend, staat voor de Wederkomst van Christus. Tijdens het derde deel, neemt het gelovige volk deel aan de Eucharistie en is zij verenigd met Christus. Op dit moment vindt de rondgang met de Mysteries plaats. Zij die hun kleren wit hebben gewassen en deelnemen aan Zijn Lichaam en Bloed beschikken over de Levensboom en kunnen de heilige stad binnengaan (Openbaring 22:14). Terwijl het gelovige volk de communie neemt wordt de volgende hymne gezongen:
Communie van het gelovige volk
Handeling: Op dit moment vindt de rondgang met de Mysteries plaats. Zij die hun kleren wit hebben gewassen en deelnemen aan Zijn Lichaam en Bloed beschikken over de Levensboom en kunnen de heilige stad binnengaan (Openbaring 22:14)
Uitleg: Het gebed dat de gelovige zegt vòòr het het ontvangen van de Goddelijke Mysteriën is: ‘O, Hemelse Brood, U die bent neergedaald uit de hemel als Voeding voor de mensheid: sta toe dat ik aan U deelneem, in alle verlangen, aanbidding en verheerlijking. O Heerlijke Wijn van het Leven, maak mij dronken met Uw goddelijke liefde. U die uitriep en zei: “Laat ieder die dorst heeft bij Mij komen en drinken,” zie: mijn dorstige ziel komt naar U toe om te drinken van het water van het leven. Mijn God, ik ben niet waardig dat U mijn hart binnengaat: zeg enkel een woord om mijn ziel te genezen die naar U dorst als een hert dat smacht naar de waterstromen. O, Beker van Zegen en Heil, Hemelse Manna en Brood van het Leven, kom in mij wonen tot in de eeuwen der eeuwen. Amen‘
Het gebed dat de gelovige zegt na het het ontvangen van de Goddelijke Mysteriën is: ‘Met welke tong zal ik U danken, mijn God die ik aanbid, en met welke zal ik Uw grote en onuitsprekelijke genade verheerlijken? Want U was verheugd mij uw al- lerhoogste Wezen als Goddelijk Voedsel te geven. U heeft mijn geest dronken gemaakt met Uw bloed, mij geheiligd met Uw Geest en mijn honger gestild met de overvloed van Uw huis. Ik offer daarom mijn hart aan U als een woonplaats voor Uw eeuwige majesteit, zodat U heer en meester bent over al mijn zintuigen en over mijn houding en manier van leven, zoals U dat wilt. Ik vraag U dat deze communie mijn geloof doet groeien, mijn hoop versterkt, het vuur van Uw zoete liefde in mij ontsteekt en er voor zorgt dat ik in alle deugden groei. Moge deze communie voor mij het wapen zijn dat mij beschermt tegen alle hinderlagen van de vijanden van mijn ziel. Moge deze communie mij één maken met U, zodat ik het eeuwige leven in Uw Hemel waardig wordt, samen met al Uw heiligen, samen met wie ik U, Uw Vader en Uw Heilige Geest zal loven, tot in eeuwigheid. Amen’
Volk: Degene voor wie de engelen beducht zijn om Hem te aanschouwen; zie ik in de gedaante van brood en wijn op tafel.
Wanneer degene die bedekt zijn met bliksems Hem aanschouwen, worden ze door Hem verzengd;
maar het gezicht van de gehate stof wordt helder wanneer het Hem nuttigt.
De geheimenissen van de Zoon zijn vuur voor de hemellingen; ook Jesaja, die hen gezien heeft, legt daar voor ons getuigenis af.
Deze geheimen die verbleven in de schoot van de Godheid; worden uitgedeeld aan de Tafel aan de kinderen van Adam.
Het altaar staat zoals de wagen van de Cherubijnen; en is omgeven door de krachten van de hemellingen.
Zie op de Tafel is geplaatst het Lichaam van de Zoon van God; en de kinderen van Adam dragen Hem rond in hun handen.
In plaats van een man die gekleed is met fijne linnen staat de priester; die edelstenen uitbrengt over de behoeftigen.
Had er afgunst bestaan onder de engelen; dan waren de Cherubijnen nabij geweest om de mensen te benijden.
Waar Sion het hout geplant heeft om de Zoon te kruisigen; daar is ontsproten de boom die het Lam voortgebracht heeft.
Waar de spijkers werden genageld in de handen van de Zoon; daar ook werd opnieuw het offer van Izaak opgedragen.
Kom in vrede priester die draagt de geheimenissen; en met zijn rechterhand levens uitdeelt aan de mensen.
Kom in vrede priester die draagt het zuivere wierookvat; en die de welriekende geur verspreidt over het hele volk.
Kom in vrede priester die in overvloed de heilige Geest aanwezig laat zijn; en met zijn tong draagt hij de sleutels van het Huis van God.
Kom in vrede priester die de mensen in de diepte laat verbinden; de HEER verbindt hen in den hoge, halleluja.
Kom in vrede priester die de mensen op aarde vergeeft; en de HEER in den hoge, Hij zou hen vergeven, kyrieleison.
Eer zij de Heer, over u zij ontferming en voor mij vergeving; en ter gedachtenis aan kerkleraar St. Jakobus
Amo: Haw dnurone zo’in mene danhurun be; blahmo u hamro le hu hozeth ‘al fothuro.
‘Tifay barqe en hozen le yoqdin mene; u ‘afro shito galyon afauw kad ogel le.
Rozaw dabro nuro enun beth ‘eloye; u sohed ‘aman of Esha’yo dahzo enun.
Holen roze dith hwo b’obo dAlohutho; ‘al fothuro ho methfalgin lyaldau d’Odom.
Mathqan madebho ag markabtho hoy dakrube; wakrigin le haylawotho dashmayone.
‘Al fothuro ho sim fagre dbar Aloho; wamzayhin le yaldau dOdom ‘al idayhun.
Wahlof gabro dalbish buso kohno qoyem; dnafeq nedre margonyotho ‘al hasire. Elu ith hwo hsomo tamon beynoth ‘ire;
krube lmehsam babnaynosho qarbin hwaw.
Ayko dsehyun qeb’ath qayso teslub labro; tamon yi’o haw ilono dawled emro.
Ayko dsese bidauw dabro ethqaba’ haw; of tamon tub fkorau dIshok ethqarab haw.
To bashlomo kohno dat’in rozay more; wamyamine haye mfaleg labnaynosho.
To bashlomo kohno dat’in firmo dagyo; u ma’tar rihe wambasem le l ‘olmo mene.
To bashlomo kohno drabyath ruho dqudsho; wableshone t’in laqlide dbeth Aloho.
To bashlomo kohno dosar nosho b’umqo; u Moryo brauwmo hu osar le halleluja.
To bashlomo kohno dshore nosho bar’o; u Moryo brauwmo hu shore le quryeleison.
L’Moryo shubho ‘laykun rahme uli husoyo walmor Ya’qub haw malfono nhe dugrono
ܥܡܐ ܗܰܘ ܕܢܽܘܪ̈ܳܢܶܐ ܙܳܝܥܺܝܢ ܡܶܢܶܗ ܕܰܢܚܽܘܪܽܘܢ ܒܶܗ: ܒܠܰܚܡܳܐ ܘܚܰܡܪܳܐ ܠܶܗ ܗ̱ܽܘ ܚܳܙܶܝܬ ܥܰܠ ܦܳܬ̣ܽܘܪܳܐ܀
ܥܛܺܝ̈ܦܰܝ ܒܰܪ̈ܩܶܐ ܐܶܢ ܚܳܙܶܝܢ ܠܶܗ ܝܳܩܕܺܝܢ ܡܶܢܶܗ: ܘܥܰܦܪܳܐ ܫܺܝܛܳܐ ܓܰܠܝ̈ܳܢ ܐܰܦܰܘ̈ܗ̱ܝ ܟܰܕ ܐܳܟ̣ܶܠ ܠܶܗ܀
ܐ̱ܪ̈ܳܙܰܘܗ̱ܝ ܕܰܒܪܳܐ ܢܽܘܪܳܐ ܐܶܢܽܘܢ ܒܶܝܬ̣ ܥܶܠܳܝ̈ܶܐ: ܣܳܗܶܕ ܥܰܡܰܢ ܐܳܦ ܐܶܫܰܥܝܳܐ ܕܰܚܙܳܐ ܐܶܢܽܘܢ܀
ܗܳܠܶܝܢ ܐ̱ܪ̈ܳܙܶܐ ܕܐܺܝܬ̣ ܗ̱ܘܳܐ ܒܥܽܘܒܳܿܗܿ ܕܐܰܠܳܗܽܘܬ̣ܳܐ: ܥܰܠ ܦܳܬ̣ܽܘܪܳܐ ܗܳܐ ܡܶܬ̣ܦܰܠܓ̣ܺܝܢ ܠܝܰܠܕܰܘ̈ܗ̱ܝ ܕܐܳܕܳܡ܀
ܡܰܬ̣ܩܰܢ ܡܰܕܒܚܳܐ ܐܰܝܟ ܡܰܪܟܰܒܬ̣ܳܐ ܗܳܝ ܕܰܟܪ̈ܽܘܒܶܐ: ܘܰܟܪܺܝܟ̣ܺܝܢ ܠܶܗ ܚܰܝ̈ܠܰܘܳܬ̣ܳܐ ܕܰܫܡܰܝܳܢ̈ܐ܀
ܥܰܠ ܦܳܬ̣ܽܘܪܳܐ ܗܳܐ ܣܺܝܡ ܦܰܓ̣ܪܶܗ ܕܒܰܪ ܐܰܠܳܗܳܐ: ܘܰܡܙܰܝـܚܺـܝܢ ܠܶܗ ܝܰܠܕܰܘ̈ܗ̱ܝ ܕܐܳܕܳܡ ܥܰܠ ܐܺܝ̈ܕܰܝܗܽܘܢ܀
ܘܰܚܠܳܦ ܓܰܒܪܳܐ ܕܰܠܒܺܝܫ ܒܽܘܨܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܩܳܐܶܡ: ܕܢܰܦܶܩ ܢܶܕܪ̈ܶܐ ܡܰܪ̈ܓܳܢܝܳܬ̣ܳܐ ܥܰܠ ܚܰܣܺܝܪ̈ܶܐ܀
ܐܶܠܽܘ ܐܺܝܬ̣ ܗ̱ܘܳܐ ܚܣܳܡܳܐ ܬܰܡܳܢ ܒܰܝܢܳܬ̣ ܥܺܝܪ̈ܶܐ: ܟܪ̈ܽܘܒܶܐ ܠܡܶܚܣܰܡ ܒܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ ܩܰܪܺܝܒܺܝܢ ܗ̱ܘܰܘ܀
ܐܰܝܟܳܐ ܕܨܶܗܝܽܘܢ ܩܶܒܥܰܬ̣݀ ܩܰܝܣܳܐ ܕܬܶܨܠܽܘܒܝ̱ ܠܰܒܪܳܐ: ܬܰܡܳܢ ܝܺܥܳܐ ܗܰܘ ܐܺܝܠܳܢܳܐ ܕܐܰܘܠܶܕ ܐܶܡܪܳܐ܀
ܐܰܝܟܳܐ ܕ̈ܨܶܨܶܐ ܒܺܐܝ̈ܕܰܘܗ̱ܝ ܕܰܒܪܳܐ ܐܶܬ̣ܩܰܒܰܥܘ ܗ̱ܘܰܘ: ܐܳܦ ܬܰܡܳܢ ܬܽܘܒ ܦܟ̣ܳܪ̈ܰܘܗ̱ܝ ܕܐܺܝܣܚܳܦ ܐܶܬ̣ܩܰܪܰܒܘ̱ ܗ̱ܘܰܘ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܰܛܥܺܝܢ ܐ̱ܪ̈ܳܙܰܝ ܡܳܪܶܗ: ܘܰܒܝܰܡܺܝܢܶܗ ܚܰܝ̈ܶܐ ܡܦܰܠܶܓ̣ ܠܰܒܢܰܝ̈ܢܳܫܳܐ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܰܛܥܺܝܢ ܦܺܝܪܡܳܐ ܕܰܟ̣ܝܳܐ: ܘܡܰܥܛܰܪ ܪܺܝܚܶܗ ܘܰܡܒܰܣܶܡ ܠܶܗ ܠܥܳܠܡܳܐ ܡܶܢܶܗ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܪܰܒܝܰܬ̣݀ ܪܽܘܚܳܐ ܕܩܽܘܕܫܳܐ: ܘܰܒܠܶܫܳܢܶܗ ܛܥܺܝܢ ܠܰܩܠܺܝ̈ܕܶܐ ܕܒܶܝܬ̣ ܐܰܠܳܗܳܐ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܐܳܣܰܪ ܐ̱ܢܳܫ̈ܳܐ ܒܥܽܘܡܩܳܐ: ܡܳܪܝܳܐ ܒܪܰܘܡܳܐ ܗܽܘ ܐܳܣܰܪ ܠܗܽܘܢ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ܀
ܬܳܐ ܒܰܫܠܳܡܳܐ ܟܳܗܢܳܐ ܕܫܳܪܶܐ ܐ̱ܢܳܫ̈ܳܐ ܒܰܪܥܳܐ: ܘܡܳܪܝܳܐ ܒܪܰܘܡܳܐ ܗܽܘ ܫܳܪܶܐ ܠܗܽܘܢ ܩܽܘܪܝܶܐܠܰܝܣܳܘܢ܀
ܠܡܳܪܝܳܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܥܠܰܝܟܽܘܢ ܪ̈ܰܚܡܶܐ ܘܠܺܝ ܚܽܘܣܳܝܳܐ: ܘܰܠܡܳܪܝ̱ ܝܰܝܩܽܘܒ ܗܰܘ ܡܰܠܦܳܢܳܐ ܢܗܶܐ ܕܽܘܟ̣ܪܳܢܳܐ܀
Hymnen na de Communie
Handeling: Bij het zingen van deze hymne kruist het gelovige volk haar handen zichzelf met Christus te kruisigen. Afhankelijk van de naam van de kerk en of de bisschop aanwezig is, wordt één of meerdere van de strofen van deze hymne gezongen. Na het aanbieden van het Heilig Brood en Geestelijk Drank keren de priester en de misdienaren om en wijzen zij naar het altaar. Op dat moment wordt de hymne ‘lok tebruk’ gezongen
Uitleg: Tijdens de Qurobo Alohoyo worden de Moeder van God, de Heilige kerkvaders en de overledenen herdacht.
Volk: Heer, ontferm U over ons. Heer, heb medelijden en ontferm U over ons. Heer, geef antwoord en ontferm U over ons.
Schenk, Heer, een goede herdenking aan de Maagdelijke Moeder die U in zuiverheid en heiligheid heeft gesmeekt en help ons door haar gebeden. Halleluja.
Schenk, Heer, een goede herdenking aan de profeten, de apostelen, de martelaren, de rechtvaardige en de rechtvaardigen en help ons door hun gebeden. Halleluja.
Schenk, Heer, een goede herdenking aan de the heilige Vaders en orthodoxe leraren, en help ons door hun gebeden. Halleluja.
Schenk, Heer, een goede herdenking aan onze patriarch Mor Ignatius en onze bisschop Vader Mor Polycarpos en help ons door hun gebeden. Halleluja.
Amo: Moran etraḥam ‘layn, Moran ḥus w-raḥem ‘layn, Moran cnīn w-raḥem ‘layn.
´Bed Mor dugrono tobo. L’Moran mor Ignatius, labun mor Polycarpus, u lan ´adar baslawothhun, halleluja.
ܥܡܐ ܥܒܶܕ ܡܳܪܝ ܕܽܘܟ̣ܪܳܢܳܐ ܛܳܒܳܐ܇ ܠܰܐܒܽܘܢ ܡܳܪܝ ܐܺܝܓ̣ܢܰܐܛܺܝܳܘܣ܇ ܘܠܰܐܒܽܘܢ ܡܳܪܝ ܦܳܠܺܝܩܰܪܦܽܘܣ. ܠܰܢ ܥܰܕܰܪ ܒܰܨܠܰܘ̈ܳܬ̣ܗܽܘܢ ܗܰܠܠܘܝܰܗ܀
Uitleg: Christus wil als offer een nederige geest en een gebroken hart – en niet langer, zoals in het Oude Testament – een dierlijk offer. God verzoekt ons dus een spiritueel offer te brengen aan Hem (Psalm 51). Het onbevlekte lam dat Zijn bloed geeft aan ons, dat is Christus, omdat wij zijn gered door Zijn dood en opstanding uit de dood (Genesis 22:13). Stel jouw hart dus open voor God en houd van Hem met heel jouw hart, ziel, kracht en verstand (Marcus 12:30). De martelaren hebben dit gedaan door de grootste vorm van liefde aan te bieden, namelijk hun leven. Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden (Johannes 15:13). Zij hebben aldus getuigd van de Waarheid die Christus is en dragen aldus een kroon van lofprijzing en witte kleding (Openbaring 3:5)
Volk: Eer aan God in den hoge en glorie aan Zijn Moeder, een kroon van lofprijzingen aan de martelaren en ontferming en erbarmen aan de overledenen. Halleluja.
Amo: L’Aloho shubho brawmo. Walyolette rumromo. Walsohde klil qulose. L’anide hnono rahme halleluja.
ܥܡܐ ܠܰܐܠܳܗܳܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܒܪܰܘܡܳܐ. ܘܰܠܝܳܠܶܕܬ̣ܶܗ ܪܽܘܡܪܳܡܳܐ. ܘܰܠܣܳܗ̈ܕܶܐ ܟܠܺܝܠ ܩܽܘܠܳܣ̈ܶܐ. ܠܥܰܢܺܝ̈ܕܶܐ ܚܢܳܢܳܐ ܪ̈ܰܚܡܶܐ ܗܰܠܶܠܽܘܝܰܗ܀
Uitleg: De grootsheid van God kan niet in woorden worden uitgedrukt. Johannes de Doper hield zelfs de sandalen van Christus in ontzag (Johannes 1:27), laat staan dat wij het Lichaam en Bloed van Christus tot ons nemen. Het Woord dat alles heeft geschapen zetelt hoog in de hemel en staat met een grote afstand tot zijn schepsels, de mens. Het feit dat het Woord mens is geworden, bij ons heeft gewoond en wij Zijn grootsheid met onze eigen ogen hebben gezien (Johannes 1:14), maakt dat de sluier van het Verborgen Licht licht is opgetild (Lucas 9:29). Met de woorden van deze hymne eren wij God hiervoor en danken wij Hem voor zijn goedheid om deel uit te mogen maken van Zijn Koninkrijk
Priester: Eer aan U, eer aan U, onze HEER en God en Verlosser Jezus Christus, tot in eeuwigheid eer aan U! Mogen Uw heilig Lichaam dat wij hebben gegeten en Uw verzoenend Bloed dat wij hebben gedronken, ons niet tot oordeel en straf worden, maar tot leven in eeuwigheid en tot verlossing van ons allen. Ontferm U over ons
Kohno:
ܟܗܢܐ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܳܟ݂܆ ܡܳܪܰܢ ܘܰ ܐ ܠܳܗܰܢ ܘܦܳܪܽܘܩܳܐ ܕܺܝܠܰܢ ܝܶܫܽܘܥ ܡܫܺܝܚܳܐ܆ ܠܥܳܠܰܡ ܫܽܘܒܚܳܐ ܠܳܟ݂. ܦܰܓ݂ܪܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܕܶܐܟ݂ܰܠܢܰܢ ܘܰܕܡܳܟ݂ ܡܚܰܣܝܳܢܳܐ ܕܶܐܫܬܺܝܢܰܢ܆ ܠܳܐ ܠܕܺܝܢܳܐ ܘܠܳܐ ܠܰܬ݂ܒܰܥܬ݂ܳܐ ܢܶܗܘܽܘܢ ܠܰܢ܆ ܐܶܠܳܐ ܠܚܰܝ̈ܶܐ ܕܰܠܥܳܠܰܡ ܘܰܠܦܽܘܪܩܳܢܳܐ ܕܟܽܠܰܢ܆ ܪܰܚܶܡ ܥܠܰܝܢ ܀
Uitleg: In dit leven en de komende staan wij allen voor Christus de Rechter. Want er staat in de Boeken: “‘Ik zweer bij Mijzelf’, zegt de Heer, ‘Iedereen zal zich voor Mij buigen en iedereen zal toegeven dat Ik God ben'” (Romeinen 14:10-11). Zo zullen veel van het volk zijn uitgenodigd, doch weinig uitverkoren zijn (Mattheüs 22:1-14). Wanneer Christus wederkeert zal de wereld eindigen en dienen wij ons tegenover God te verantwoorden voor wat wij op aarde hebben gedaan. Op basis daarvan zal de Rechter der Rechters Zijn oordeel vellen en onze zielen doen laten stijgen of dalen. Tot de Dag des Oordeels is Christus onze goede Hoop, zowel van de levenden als van de overledenen. Onze hoop is dat heel onze geest, ziel en lichaam zuiver bewaard is bij de komst van onze HEER Jezus Christus (1 Tessalonicenzen 5:23). Bij het zingen van het woord ‘w-tesgud’ in deze hymne buigt het gelovige volk om Zijn Naam te belijden
Volk: De aarde zal voor U neerknielen en U aanbidden en elke tong zal Uw Naam belijden, want U bent degene die de doden doet verrijzen en U bent de goede hoop voor de overledenen. Halleluja
Amo: Log tebruk tesgud tibel, kul leshon lashmog nawde, datu mnahmono dmithe. U sabro tobo laqbire. Halleluja.
ܥܡܐ ܠܳܟ ܬܶܒܪܽܘܟ ܘܬܶܣܓܽܘܕ ܬܺܒܶܝܠ܆ ܘܟܽܠ ܠܶܫܳܢ ܠܰܫܡܳܟ ܢܰܘܕܶܐ ܕܰܐܢܬ ܗܽܘ ܡܢܰܚܡܳܢܳܐ ܕܡܺܝ̈ܬܐ܆ ܘܣܰܒܪܳܐ ܛܳܒܳܐ ܠܰܩܒܺܝܪ̈ܶܐ ܗܰܠܶܠܘܝܰܗ܀
Gebed van dankzegging
Handeling:
Uitleg: Wij danken God in al onze gebeden (Filippenzen 4:6). Dit dankgebed wordt uitgesproken mede omdat God in Zijn Goedheid de mens de Verlossing heeft gegeven in ons mens-zijn. Door Christus kunnen wij het beeld dat God van ons heeft vernieuwen in het hemelse beeld van Christus. Het bijzondere van het goddelijke heilsplan, is dat dit beeld in ons als mens is ingeschapen. Deze oproep vormt daarmee de zin van ons leven, namelijk om één te worden met Christus – middels de Heilige Mysteries Doop, Zalving en Communie – en daarmee het gehele goddelijke heilsbestel
Misdienaar: Wij danken U Heer, onze God en zijn vooral dankbaar voor Uw goedheid jegens ons
Shamosho: Mawdenan lokh Moryo Alohan u yatiroith mqablinan taybuthokh dalwothan
ܡܫܡܫܢܐ ܡܰܘܕܶܝܢܰܢ ܠܳܟ݂ ܡܳܪܝܳܐ ܐܰ ܠܳܗܰܢ
ܘܝܰܬܺܝܪܳܐܺܝܬ݂ ܡܩܰܒܠܺܝܢܰܢ ܛܰܝܒܽܘܬ݂ܳܟ݂ ܕܰܠܘܳܬ݂ܰܢ.
Uitleg: Dze roep om erbarmen is tegelijkertijd een verzoek en een wijze van dankzegging voor de ontvangst van de Heilige Mysteries
Volk: Heb medelijden, o Goede en ontferm U over ons
Amo: Ḥus, ṭobo, w-etraḥamclayn
ܥܡܐ ܚܽܘܣ ܳ ܛܳܒـــܐ ܘܪܰܚܶܡܥܠܰܝܢ ܘܥܰܕܰܪܰܝܢ
Uitleg: Christus legt in Zijn parabels vaak uit dat het Koninkrijk van God te vergelijken is met een hemels feestmaal: ‘Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt (…) en zij die klaarstonden ginen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest‘ (Mattheüs 25:1-13). De betrouwbare dienaar die goed omgaat mijn zijn door God gegeven talenten, is welkom aan het feestmaal van Zijn HEER (Mattheüs 25:14-30). Het is met het koninkrijk van de hemel immers als met Koning die een bruiloftsfeest gaf voor Zijn Zoon (Mattheüs 22:1-14). De priester dankt namens het gelovige volk de HEER voor zijn genade om ons waardig te maken om deel te nemen aan Zijn goddelijke feestmaal. Daardoor hebben wij deel aan Zijn Heilige Geest en ontvangen wij een deel van het koninkrijk van God. Gelukzalig zijn diegenen die dorsten en hongeren naar Christus; zij zullen verzadigd worden met Hem (Mattheüs 5:6)
Priester: Wij danken U, HEER, voor Uw groot erbarmen, waardoor U ons waardig heeft gemaakt om deel te hebben aan Uw hemelse tafel. HEER, mogen wij niet worden veroordeeld door het ontvangen van Uw heilige Mysteries, maar mogen wij – nu wij dit waardig zijn – deel hebben aan Uw Heilige Geest en samen met alle rechtvaardigen uit vroegere tijden ons erfdeel ontvangen. Dan zullen wij lof en dank brengen aan U en aan Uw eniggeboren Zoon en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met U in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in eeuwigheid
Kohno:
ܟܗܢܐ ܡܰܘܕܶܝܢܰܢ ܠܳܟ݂ ܡܳܪܝܳܐ ܡܶܛܽܠ ܣܰܓܺܝܽܐܘܬ݂ ܪ̈ܰܚܡܰܝܟ ܕܰܒܗܽܘܢ ܐܶܫܬܘܺܝܢܰܢ ܠܫܰܘܬܳܦܽܘܬ݂ ܦܳܬܽܘܪܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܫܡܰܝܳܢܳܐ. ܠܳܐ ܡܳܪܝ̱ ܢܶܬ݂ܚܰܝܰܒ ܒܰܢܣܺܝܒܽܘܬ݂ ܐ̱ܪ̈ܳ ܙܰܝܟ ܩܰܕ̈ܺܝܫܶܐ܆ ܐܶܠܳܐ ܟܰܕ ܫܳܘܶܝܢܰܢ܆ ܢܶܫܬܰܘܬܰܦ ܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫܳܐ ܘܥܰܡ ܟܽܠܗܽܘܢ ܙܰܕܺܝ̈ܩܶܐ ܕܡܶܢ ܥܳܠܰܡ ܢܶܫܟܰܚ ܡܢܳܬ݂ܳܐ ܘܝܳܪܬܽܘܬ݂ܳܐ܆ ܘܢܰܣܶܩ ܠܳܟ݂ ܫܽܘܒܚܳܐ ܘܬܰܘܕܺܝܬ݂ܳܐ܆ ܘܠܺܝܚܺܝܕܳܝܳܐ ܒܪܳܟ݂ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ.
Uitleg: Het gelovige volk bevestigt met het woord ‘amen’ dat zij waardig is gemaakt door de HEER en dat zij het erfdeel mag ontvangen. Het verzoek om gezegend te worden door de HEER is een erkenning van het feit dat elke goede gave, elk volmaakt geschenk van God de Vader komt uit de hemel (Jakobus 1:17)
Volk: Amen. Zegen, HEER
Amo: Amīn. Barek Mor
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ ܒܰܪܶܟ̣ܡܳܪܝ̱܀
Gebed van handoplegging
Handeling:
Uitleg: Christus is Vrede. Toen Christus na Zijn opstandig verscheen bij de Apostelen in de bovenkamer, zei Hij tweemaal tegen hen: ‘Ik wens jullie vrede toe!’ (‘Shlomo lkulghun‘). Vervolgens zei Christus: ‘Net zoals de Vader Mij heeft gestuurd, stuur Ik ook jullie’. Toen blies Hij op hen en zei: ‘Ontvang de Heilige Geest’ (Johannes 20:19-22). Deze vredewens van de priester is daarmee een zegen voor het gelovige volk
Priester: Vrede♱ met u allen
Kohno: Shlomo lkulghun
ܟܗܢܐ ܫܠܡܐ ܠܟܠ݂ܟܘܢ
Uitleg: Het gelovige volk beantwoordt de priester door te verzoeken dat God ook de priester zegent
Volk: en met Uw Geest
Amo: W-‘am ruḥo dīlok
ܥܡܐ ܘܥܰܡ ܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ܀
Uitleg: De misdienaar spreekt deze woorden uit om uit te drukken dat de priester, de clerus en het gelovige de Communie hebben genomen. In ontzag voor deze Mysteries, buigen wij onze hoofden voor de Allerhoogste. Want in de Naam van Christus zal elke knie buigen – in de hemel, op aarde en onder de aarde – en elke tong zal belijden dat Hij de HEER is (Filippenzen 2:10-11)
Misdienaar: Na het nuttigen van deze heilige en goddelijke geheimen die ons gegeven zijn, laten wij ons hoofd buigen
Shamosho: Men bothar nsibutho droze holen qadishe walohoye dethiheb rishayn narken
ܡܫܡܫܢܐ ܡܶܢ ܒܳܬ̣ܰܪ ܢܣܺܝܒܽܘܬ̣ܳܐ ܕܐܪ̈ܳܙܶܐ ܗܳܠܶܢ ܩܰܕܺܝܫ̈ܶܐ ܘܰܐܠܗܳܝ̈ܶܐ ܕܐܶܬ̣ܺܝܗܶܒܘ̱ ܪ̈ܺܝܫܰܝܢ ܢܰܪܟܶܢ
Uitleg: Het gelovige volk spreekt deze woorden uit in reactie op de oproep van de misdienaar om ons hoofd te buigen. Hiermee wordt duidelijk gemaakt dat de HEER aanbidden en niemand anders (Exodus 20:3 en Mattheüs 4:10)
Volk: Vóór U, onze HEER en onze God
Amo: Qdomayk Moran w-Alohan
ܥܡܐ ܩܕܳܡܰܝܟ ܡܳܪܰܢ ܘܰܐܠܗܰܢ܀
Uitleg: Onafgebroken lof brengen aan de HEER betekent dat in onze harten de Vrede van Christus heerst, dat wij God de Vader dankbaar zijn en Christus’ woorden in al hun rijkdom in ons wonen. Het betekent ook dat wij elkaar onderrichten en vermanen in wijsheid, met heel ons hart de Psalmen zingen, hymnen voor God en liederen die de Heilige Geest ons vol genade ingeeft. Daarnaast houdt het in dat wij alles doen en zeggen in de Naam van de HEER Jezus (Kolossenzen 3:15-17)
Priester: Grote en wonderlijke God, die voor de verlossing van ons mensen de hemel hebt neergebogen en bent afgedaald: heb medelijden met ons en ontferm U over ons. Dan zullen wij onafgebroken lof brengen aan U en aan God de Vader die U voortbrengt, en aan Uw alheilige Geest die goed en aanbiddelijk is, die levend maakt en met u in wezen gelijk is, nu en altijd, tot in de eeuwigheid
Kohno: Aloho haw rabo
ܟܗܢܐ ܐܰ ܠܳܗܳܐ ܗܰܘ ܪܰܒܳܐ ܘܰܬܡܺܝܗܳܐ܆ ܕܡܶܛܽܠ ܦܽܘܪܩܳܢܳܐ ܕܓ݂ܶܢܣܰܢ ܐ̱ܢܳܫܳܝܳܐ ܐܰܪܟܶܢܬ ܫܡܰܝܳܐ ܘܰܢܚܶܬܬ: ܚܽܘܢܰܝܢ ܘܪܰܚܶܡ ܥܠܰܝܢ. ܘܰܐܡܺܝܢܳܐܺܝܬ݂ ܢܫܰܒܚܳܟ݂ ܘܠܰܐܠܳـܗܳܐ ܐܰܒܳܐ ܝܳܠܽܘܕܳܟ݂܆ ܘܰܠܪܽܘܚܳܐ ܕܺܝܠܳܟ݂ ܩܰܕܺܝܫ ܒܟܽܠ܆ ܛܳܒܳܐ ܘܰܣܓ݂ܺܝܕܳܐ ܘܡܰܥܒܶܕ ܚܰܝ̈ܶܐ ܘܰܫܘܶܐ ܠܳܟ݂ ܒܽܐܘܣܺܝܰܐ܆ ܗܳܫܳܐ ܘܰܒܟܽܠܙܒܰܢ ܠܥܳܠܡܺܝܢ
Uitleg: Met de laatste ‘Amen’ van de Qurobo Alohoyo bevestigt het gelovige volk dat zij de Drievuldigheid onafgebroken lof zal aanbrengen
Volk: Amen
Amo: Amin
ܥܡܐ ܐܰܡܺܝܢ
Slotzang
Handeling: Nadat de priester de Algemene Slotzang heeft gezongen, zingt het koor de Slotzang overeenkomstig het Liturgisch Jaar. Op de overige dagen wordt de volgende Slotzang gezongen.
Uitleg: Deze slotzang ziet op de voorspraak van de Heiligen. Voorop staat de Baarster van Christus, de Moeder van God, Maria. Zij is de Heiligste van alle Heiligen, de Theotokos. Zij staat dichter tot Christus dan wie dan ook onder de mensen en doordat wij ons tot haar richten, kunnen wij weldaden en gaven van God verkrijgen. Hetzelfde geldt voor de Heiligen van de kerk, zoals Mor Ephrem, Mor Aho en Mor Ya’qub d’Srug. Zij hebben goede daden verricht, kennen vrijheid in de volmaakte wet en hen is geluk ten deel gevallen(Jakobus 1:25)
Volk: Door het gebed van Uw Baarster en al Uw Heiligen, ontferm U over ons, HEER en ontferm U over onze overledenen
Amo: Baṣlut yoledtok, wa-d-kul qadīšayk. Ḥaso lan mor, ḥaso l-canīdayn
ܥܡܐ ܒܰܨܠܽܘܬ̣ ܝܳܠܶܕܬܳܟ݂܆ ܘܰܕܟܽܠ ܩܰܕܺܝ̈ܫܰܝܟ ܚܰܣܳܐ ܠܰܢ ܡܳܪܝ̱܆ ܚܰܣܳܐ ܠܥܰܢܺܝ̈ܕܰܝܢ܀
Wegzending
Handeling: De priester plaatst zijn rechterhand op het altaar, dan op de kelk en de pateen en de Tablito en neemt kracht van hen. Vervolgens tekent hij een kruis over zichzelf, één over de (mis)dienaars die aan zijn rechterhand staan en één over de (mis)dienaars die aan zijn linkerkant staan. Vervolgens wendt de priester zich rechtsom naar het volk en tekent over het volk drie kruizen. Vervolgens spreekt hij de aanbeveling aan om in Vrede te gaan.
Uitleg: De vredewens wordt in liefde uitgesproken en niet als een gebod (Filemon 1:8-9). Zoals Christus een levend offer voor ons is geworden, zo moeten wij dan ook voor Hem en andere mensen zijn. Wij moeten Hem en elkaar dienen en liefhebben met geheel ons hart, kracht, verstand en ziel. De Mysteries die wij hebben ontvangen tijdens de deelname aan Zijn feestelijke maaltijd, maken ons tot mede-arbeiders en erfgenamen van God. Wij kunnen Zijn koninkrijk op aarde en in de hemel uitbreiden door de wereld in te gaan en Zijn Woord overal te verkondigen – in door woord én daad. Wanneer de priester de gemeenschap wegzendt, vertrouwt hij ons toe met de spijzen voor onderweg en verwacht hij dat wij een nieuwe goddelijke en liturgische weg inslaan in ons leven. Voor de Apostelen betekende dit nieuwe leven dat zij in communie leefden: constant met elkaar, aan het bidden, breken van het Brood, het verspreiden van de Goede Boodschap, verkopen van hun bezittingen en anderen van hun noden voorzien (Handelingen 2:42-47)
Misdienaar: Gaat in vrede♱ geliefde broeders en zusters,
Shamosho: Zelun baShlomo, agayn u habibayn
ܡܫܡܫܢܐ ܙܶܠܽܘܢ ܒܰܫܠܳـܡܳ♱ ܐܰܚ̈ܰܝܢ ܘܚܰܒܺܝ̈ܒܰܝܢ
Uitleg: Naast een private vorm van verzoening, heeft onze traditie een gemeenschappelijke verzoening ingebed in haar Goddelijke Liturgie, verbonden aan het laatste deel van de voorbeden van de Heilige Anafora. Bij het bidden voor de overledenen en de vergeving van hun zonden, gaat het gebed over in het (op therapeutische wijze) smeken om vergeving van de zonden van degenen die aanwezig zijn bij de viering van de Qurobo Alohoyo. De priester vertrouwt met deze zegen alle gelovigen toe aan Gods goedheid en barmhartigheid. Tegelijkertijd vraagt hij het gelovige volk om voor hem te bidden, maar de priester vraagt het volk niet meer om vergeving. Dit is omdat de priester de Communie heeft ontvangen. Het merkteken van het leven is die van de doop en ziet op het stempel van de Heilige Geest (2 Korientiërs 1:22 en Ezechiël 9:4). Dit teken heeft ieder gedoopte Christen ontvangen door de zalving met olie, waarmee de gedoopte tot een onvergankelijk leven verrijst. In deze slotzegen wordt ook duidelijk dat God de levende én de doden – die op dit moment ofwel in het Paradijs ofwel in Sheol verblijven – verlost. In zoverre is eenieder nog ‘levend’ in het aangezicht van God en kunnen wij om God om hun vergeving verzoeken – omdat Hij een God van de levenden is en niet van de doden (Mattheus 22:32). Dit blijkt tevens uit het feit dat Christus de dood heeft overwonnen (Johannes 14:20) en de doden kan doen opwekken (Johannes 11:40-44).
Priester: terwijl wij u toevertrouwen aan de genade en barmhartigheid van de heilige en luisterrijke Drievuldigheid, voorzien van spijzen voor onderweg en van de zegens die u genomen heeft van het vergiffenis schenkend altaar van de HEER, wie van verre komt samen met wie van dichtbij komt; de levenden samen met de doden, verlost door het zegevierend Kruis ♱ van de HEER getekend met het zegel van de heilige doop. Moge zij, de Drievuldigheid, Uw schulden kwijtschelden en Uw tekortkomingen vergeven en rust schenken aan de geesten van Uw overledenen. En moge ik, zwakke en zondige dienaar, erbarmen en hulp ontvangen door uw gebeden. Gaat in vrede♱ vol vreugde en blijdschap, en bid voor mij, zwakke en zondige mens.
Kohno:
ܟܗܢܐ ܟܰܕ ܡܰܓܥܠܺܝܢܰܢ ܠܟ݂ܽܘܢ ܠܛܰܝܒܽܘܬ݂ܳܐ ܘܰܠܪ̈ܰܚܡܶܐ ܕܰܬܠܺܝܬ݂ܳܝܽܘܬ݂ܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ
ܘܰܡܫܰܒܰܚܬܳܐ܆ ܥܰܡ ܙܘܳܕ̈ܶܐ ܘܒܽܘܪ̈ܟܳܬ݂ܳܐ ܕܰܢܣܰܒܬܽܘܢ ܡܶܢ ܡܰܕܒܚܶܗ ܡܚܰܣܝܳܢܳܐ ܕܡܳܪܝܳܐ܆
ܪ̈ܰܚܺܝܩܶܐ ܥܰܡ ܩܰܪ̈ܺܝܒܶܐ܆ ܚܰܝ̈ܶܐ ܥܰܡ ܡܺܝ̈ܬܶܐ܆
ܦܪ̈ܺܝܩܰܝ ܒܰܨܠܺܝܒܶܗ ♱ ܙܰܟܳܝܳܐ ܕܡܳܪܝܳܐ܆ ܘܰܛܒܺܝ̈ܥܰܝ ܒܪܽܘܫܡܳܐ ܕܡܰܥܡܽܘܕܺܝܬ݂ܳܐ ܩܰܕܺܝܫܬܳܐ܆
ܕܗܺܝ ܬܚܰܣܶܐ ܚܰܘܒܰܝ̈ܟܽܘܢ ܘܬܶܫܒܽܘܩ ܒܽܘܨܳܪ̈ܰܝܟܽܘܢ ܘܰܬܢܺܝܚ ܪ̈ܽܘܚܳܬ݂ܳܐ ܕܥܰܢܺܝ̈ܕܰܝܟܽܘܢ.
ܘܶܐܢܳܐ ܥܰܒܕܳܐ ܡܚܺܝܠܳܐ ܘܚܰܛܳܝܳܐ ܐܶܬ݂ܚܢܶܢ ܘܶܐܬ݂ܥܰܕܰܪ ܒܝܰܕ ܨܠܰܘ̈ܳܬ݂ܟ݂ܽܘܢ. ܙܶܠܽܘܢ ܒܰܫܠܳـܡܳܐ ♱
ܟܰܕ ܚܳܕܶܝܬܽܘܢ ܘܪܳܘܙܺܝܬܽܘܢ܆ ܘܰܥܠܰܝ ܡܚܺܝܠܳܐ ܨܰܠܰܘ ܀
Uitleg: Het gelovige volk spreekt in dit laatste verzoek uit dat zij bidt dat de HEER de gebeden, het offer en de verzoekingen (tot vergeving) van de priester aanvaardt. De priester verzoekt God om Zijn erbarmen en hulp. Het is niet zonder reden dat de priester het gelovige volk vraagt om voor hem te bidden, want de priester is afhankelijk van zijn kerk, op dezelfde wijze zoals het gelovige volk de priester nodig heeft
Volk: Verheven priester, moge de HEER uw offer aanvaarden, en ons door uw gebeden helpen
Amo: Kohno myaqro, Moryo nqabel qurbonok, w-lan ncadar ba-ṣlawotok.
ܥܡܐ ܟܳܗܢܳܐ ܡܝܰܩܪܳܐ܆ ܡܳܪܝܳܐ ܢܩܰܒܶܠ ܩܽܘܪܒܳܢܳܟ݂܆ ܘܠܰܢ ܢܥܰܕܰܪ ܒܰܨܠܰܘ̈ܳܬ݂ܳܟ݂܀